Verjaring belastingschuld: wetgever snelt fiscus te hulp

Door een ingreep in de ‘lopende verjaring’ voorkomt de wetgever dat vele hangende belastingschulden verjaren.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Vooraleer de belasting definitief aan de schatkist toekomt, volstaat het niet dat de belasting krachtens de geldende wetgeving van toepassing is. Bovendien is het vereist dat de formele voorwaarden vervuld zijn. Op het gebied van de inkomstenbelastingen betekent dat dat de belasting tijdig gevestigd is en dat de belasting vervolgens ook tijdig ingevorderd wordt.

Vestigen. Voor het vestigen van de inkomstenbelasting beschikt de administratie over verschillende aanslagtermijnen. De gewone termijn verstrijkt op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. De inkomsten van het kalenderjaar 2004 zijn in de personenbelasting verbonden met het aanslagjaar 2005. Voor die inkomsten verstrijkt de gewone aanslagtermijn dus op 30 juni 2006.

Daarnaast beschikt de administratie over enkele bijzondere aanslagtermijnen. De kortste bedraagt drie jaar (te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar). Hij geldt zodra er iets niet helemaal in orde is met de aangegeven inkomsten. Is er fraude in het spel, dan bedraagt de termijn vijf jaar (ook vanaf 1 januari van het aanslagjaar). In een aantal bijzondere gevallen gelden nog langere termijnen.

De aanslagtermijnen zijn vervaltermijnen. Dat wil zeggen dat de bevoegdheid om de belasting te vestigen vervalt, zodra de aanslagtermijn verstreken is. Een niet tijdig gevestigde belasting is gewoon niet verschuldigd.

Invorderen. Een wel tijdig gevestigde belasting is in principe wel verschuldigd. Maar dat betekent niet dat de belasting in alle gevallen effectief zal worden betaald. Bij een belastingplichtige die zich spontaan van zijn betalingsverplichting kwijt, is er uiteraard geen probleem. Problemen rijzen wel bij belastingplichtigen die de verschuldigde belasting niet vrijwillig betalen. De administratie moet dan tot de actie overgaan en invorderingsmaatregelen nemen. In het ergste geval kan zij uitvoerend beslag laten leggen en de in beslag genomen goederen doen verkopen.

Wat als de administratie passief blijft? Net zoals alle schuldvorderingen, is ook de belastingschuld aan verjaring onderhevig. Dat betekent dat zij na verloop van tijd niet meer ingevorderd kan worden. Op het gebied van de inkomstenbelastingen verjaart de belastingschuld na vijf jaar.

Bevel. Als de administratie de belasting tijdig gevestigd heeft, maar zij de openstaande belastingschuld nadien uit het oog verliest, kan zij de belasting na vijf jaar niet meer invorderen. Ze is dan verjaard.

In de praktijk worden belastingschulden niet gauw uit het oog verloren. De belastingontvangers houden dat allemaal minutieus bij. Iedereen die ooit met een openstaande belastingschuld te maken heeft gehad, weet dat hij kort voor het verstrijken van de vijfjarige verjaringstermijn een gerechtsdeurwaarder aan zijn deur mag verwachten, met een betalingsbevel.

Een bevel tot betalen is immers het middel bij uitstek waarover de administratie beschikt om de lopende verjaring te stuiten. De stuiting heeft tot gevolg dat een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen die vijf jaar later zal aflopen, tenzij hij ook weer tijdig wordt gestuit.

Betwisting. De reden waarom de belasting niet onmiddellijk betaald wordt, is meestal een betwisting van de belasting. De belastingplichtige heeft bezwaar aangetekend of heeft na een negatieve beslissing over zijn bezwaarschrift beroep aangetekend bij de rechtbank. Betwiste belastingen hoeven, zolang de betwisting hangende is, (nog) niet betaald te worden. Men mag wachten tot het geschil definitief beslecht is. In de praktijk kan dit lang duren. Vandaar dat de administratie ook in dergelijke gevallen een bevel tot betalen laat betekenen, telkens de lopende verjaringstermijn van vijf jaar dreigt af te lopen. Kwestie van te verhinderen dat de betwiste belasting in de loop van het geding zou verjaren.

Het Hof van Cassatie heeft evenwel geoordeeld dat een bevel om de openstaande belastingschuld onmiddellijk op straffe van uitvoerend beslag te betalen, geen stuitende werking kan hebben voor een inkomstenbelasting die betwist wordt. Zo’n belasting kan immers voorlopig niet ingevorderd worden.

Schorsing. Het gevolg is dat de administratie met de handen in het haar zit. Bij veel hangende betwistingen dreigt de belasting verjaard te zijn, ook al zijn tijdig dwangbevelen betekend. Het bevel tot betalen, zeker als er gedreigd werd met een onmiddellijk uitvoerend beslag, heeft de lopende verjaring niet geldig gestuit.

Maar waar de nood het hoogst is, is de redding nabij. Met de recente Programmawet snelt de wetgever de administratie te hulp. Het indienen van een bezwaar zal voortaan tot gevolg hebben dat de verjaring geschorst wordt. De lopende verjaring wordt daardoor onderbroken. Ze valt stil. Ze hoeft derhalve niet meer gestuit te worden. De schorsing duurt tot het fiscaal geschil definitief afgehandeld is.

Belangrijk detail: de nieuwe regeling zal volgens de Memorie van toelichting ook van toepassing zijn op hangende betwistingen. Dit betekent dat de verjaring van belastingschulden waartegen jaren geleden bezwaar is aangetekend, maar die vandaag nog hangende zijn, ook geacht wordt geschorst te zijn. Dat in verband met deze belastingschulden inmiddels misschien ongeldige bevelen tot betaling betekend zijn, heeft dan geen belang. De verjaring hoefde niet gestuit te worden. Ze wordt retroactief geacht geschorst te zijn.

Jan Van Dyck

De nieuwe regeling geldt ook voor oude belastingschulden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content