VERHUIST BRUSSEL NAAR BIARRITZ?
Kan Vlaanderen niet onafhankelijk worden omdat het Brussel zal verliezen? Dat is raar. Brussel kan je niet verliezen, want het ligt en blijft liggen waar het ligt.
Het is grappig om Wilfried Martens, een man van de jaren tachtig en nadien op de glijbaan, met dichtgeknepen neus te horen klagen over de ministaten na het einde van België. Voor één ministaat is Wilfried Martens, als symbool van zijn generatie van Vlaams onstaatsmanschap, verantwoordelijk. Als Brussel meer is dan een hoofdstad, met name een derde gewest dat zich in feite en in rechte gelijk acht aan Vlaanderen en Wallonië, met een eigen anti-Vlaams en in mindere mate anti-Waals nationalisme, dan is dat de schuld van de generatie Martens. De oud-premier woont vandaag als Vlaamse vreemdeling in een Franstalige ministaat die hij mee heeft geschapen. Vlaanderen is op de ranglijst van 200 landen, gerangschikt per grootte van de bevolking, het nummer 100 en dus zijn er nog 99 ministaten, om met Wilfried Martens te spreken, achter dat eventuele nieuwe land met 6 miljoen inwoners; land dat tienmaal beter gelegen is om deel te nemen aan de werelddialoog dan de helft van de 100 zogenaamde ministaten. Voor Wallonië geldt hetzelfde.
Het geografische lot van Brussel (of noodlot zullen Franstaligen zeggen) is dat het ligt waar het ligt en dus in osmose, omringd door, in nauwe dialoog (of het sterft) met Vlaanderen, zeker in dit decennium en waarschijnlijk ook in de latere. De creativiteit die politieke crisissen uitlokt, leidt tot utopieën. Laurent Lintermans, bestuurslid van de Union Francophone des Belges à l’Etranger, pleit voor een federale staat van Brussel, Wallonië, Duitstalig België en het groothertogdom Luxemburg. Benoît Remiche, hoogleraar UCL, ziet Bruxelles en Wallonië samen België voort zetten. Zij dromen.
Over Brussel beslissen Brusselaars, plus Vlamingen en Walen. Dit Brusselse lot zal zijn: een regionaal akkoord over de grenzen, de centen, de mobiliteit, de bedrijfsparken, Zaventem, de bescherming van de Vlaamse minderheid, in een Franstalige binnenzee van Vlaanderen. De waarborg dat er zal worden onderhandeld, is dat Brussel nog vele jaren niet kan overleven zonder Vlaamse miljarden (zie Juul Hannes voor historische en in Franstalig België miskende en onbekende inzichten over de transfers, blz. 92).
Voor of na de ommekeer van België veranderen er twee feiten niet. Ten eerste, ter herhaling, Brussel ligt waar het ligt en blijft daar liggen. Ten tweede: Brussel ligt in de Europese Unie en het vrij verkeer van goederen, mensen en kapitalen tussen Vlaanderen en zijn buurstad zal blijven.
De Brusselaars hebben vijf mogelijkheden. 1. Het Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen in Europa, van de Denkgroep in De Warande, schrijft over een gezamenlijk beheer van Vlaanderen, Wallonië en Europa over de voormalige hoofdstad. 2. Brussel dat kiest voor Wallonië verliest na een overgangstijd zijn Vlaamse transfers en dus essentieel inkomen. 3. Brussel dat kiest voor Vlaanderen zal worden bemoeilijkt door de vergiftiging van de geesten in Brussel door de plaatselijke pers en de politici. Een onafhankelijk Vlaanderen wordt door die smaakmakers opgevoerd als een prefascistische staat gedomineerd door het Vlaams Belang. Een lachwekkende, dwaze perceptie, echter zij bestaat en is wijd verspreid. 4. Brussel, hoofdstad van Europa? Is de Unie nog zo stabiel en levendig dat zij een hoofdstad wil. 5. Brussel als zelfstandige stadsstaat kan maar is aartsmoeilijk.
Als het na een Vlaamse en een Waalse onafhankelijkheid niet tot een compromis komt tussen Vlaanderen en Brussel dan gebeurt er iets wel, maar ook iets niet. Wat er wel ontstaat, is de definitieve politieke conclusie in Vlaanderen dat de ex-hoofdstad zich afkeert van haar oorsprong en dat er dus noch financieel, noch politiek, noch economisch dient bijgesprongen te worden voor het onderhouden, opbouwen en ontwikkelen van Brussel. Dat bespaart Vlaanderen, zoals na tien jaar en het einde dan van de transfers naar Wallonië, opnieuw miljarden euro’s die het nuttig kan inzetten voor zijn vergrijzing, zijn infrastructuur, zijn kenniseconomie, zijn diversiteitprobleem.
Wat er niet ontstaat, is een breuk tussen Vlaanderen en Brussel. De stad kan haar geopolitieke en geo-economische binding niet ontvluchten. Zij kan niet op duizenden vrachtwagens versleept worden naar Biarritz. Een Brussel los van Vlaanderen is voor Vlaanderen een goedkoper Brussel, men contribueert niet meer. Dan ontstaat een samenlevingsmodel als dat van Rijsel met Zuid-West-Vlaanderen. Rijsel ligt in een onafhankelijk land, buiten de politieke controle van Zuid-West-Vlaanderen. Zoals in de toekomst een autonoom Brussel rust in een onafhankelijk Vlaanderen. Toch zijn en blijven er tussen Rijsel en Zuid-West-Vlaanderen drukke economische, commerciële en culturele banden waarvoor dat Zuid-West-Vlaanderen niets moet bijdragen dan zijn koopkracht en sympathie.
De auteur is directeur-hoofdredacteur van Trends
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier