Vergeet trouw
De flexibele arbeidsorganisatie heeft verregaande gevolgen op het menselijke karakter. Richard Sennett vreest de teloorgang van stabiliteit, betrouwbaarheid en continuïteit.
De hedendaagse arbeidsorganisatie legt de nadruk op flexibiliteit. “Werknemers moeten zich steeds weer aanpassen, openstaan voor veranderingen op korte termijn, voortdurend risico’s durven nemen, steeds minder afhankelijk worden van regelingen en formele procedures,” zo vat Richard Sennett de kenmerken samen van wat hij het flexibele kapitalisme noemt.
Flexibiliteit klinkt dynamisch, bevrijdend, creatief en emanciperend. De New Yorkse socioloog (momenteel verbonden aan de London School of Economics) koppelt er evenwel meteen twee fundamentele waarschuwingen aan vast. Ten eerste holt het flexibele en vluchtige van de arbeidsorganisatie het karakter van de mens en de cohesie van de samenleving uit. Ten tweede zijn de emancipatie en vrijheid op de arbeidsvloer louter schone schijn. De oude machtsverhoudingen worden zelfs versterkt, zo betoogt Sennett in De flexibele mens.
Korte termijn.
De basis van Sennetts boek ligt in zijn analyse dat het flexibele kapitalisme de vorming van het karakter in de weg staat. De oorspronkelijke titel, The Corrosion of Character, geeft dat duidelijker weer. “Karakter komt tot uiting door trouw en wederzijdse betrokkenheid, of door het nastreven van doeleinden op lange termijn, of door uitgestelde bevrediging ter wille van een toekomstig einddoel.” Maar hoe kan men doeleinden op lange termijn nastreven in een economie waarin het alleen om de korte termijn gaat? Hoe kan men wederzijdse trouw en betrokkenheid bewaren in instellingen die voortdurend uiteenvallen of opnieuw in elkaar worden gezet? Hoe beslissen we wat van blijvende waarde is in onszelf in een samenleving die hyperongeduldig is en zich alleen op het moment richt?
Een duidelijk voorbeeld van de nefaste impact vindt Sennett bij teamwerk, ogenschijnlijk de meest egalitaire vorm van arbeidsverhouding. Teamwerk is gericht op afwezigheid van gezag en het ontbreken van vaste regels. Breng die waarden over naar de persoonlijke sfeer en het gezin, en je oogst een vernietigend resultaat. Bij de opvoeding mondt de afwezigheid van duidelijkheid uit in gedesoriënteerde kinderen.
In teamwerk ziet Sennett ook het labiele karakter ten top gedreven. Vaak worden teams immers alleen voor een bepaald project samengesteld. Daarna gaat ieder weer zijn eigen weg. “Tijd heeft geen waarde meer in een economie die voortdurend alles reorganiseert, routine haat en zich op de korte termijn richt. Mensen voelen het gebrek aan blijvende menselijke verhoudingen en duurzame doelstellingen.”
Door vaak overbodige herstructureringen (met massaontslagen) proberen managers verwoed de beurskoers of aandeelhouderswaarde op te vijzelen. Ondertussen creëren ze een werknemer die weliswaar technisch nog stevig kan presteren, maar gedemotiveerd raakt. Wie kan, stapt over naar een beter betalende organisatie. Dat wordt het enige criterium. Of hoe uiteindelijk iedereen huurling wordt – althans iedereen die niet achterblijft in de hypercompetitieve maatschappij.
Erfenis van 68.
Ondanks een indrukwekkende reeks rake typeringen en het aansnijden van thema’s waarover dringend meer nagedacht moet worden, levert Sennett met zijn nieuwe boek ook een staaltje neomarxisme pur sang af. In zijn maatschappelijke analyse primeert de economie immers op cultuur, maatschappij en zelfs karakter. De economie beïnvloedt alles, terwijl Sennett zich niet afvraagt of die redenering niet omgekeerd kan worden. Hij betreurt bijvoorbeeld de teloorgang van het streven van de 68-generatie. Daarbij maakt hij evenwel twee denkfouten.
Ten eerste kleurt hij het streven van de 68’ers puur emancipatorisch en solidair. In werkelijkheid school er onder het laagje sociale vernis een diepgewortelde verheerlijking van de individuele vrijheid. Zijn kritiek dat de waarden van teamwerk (afwezigheid van gezag en een vaste hand), overgeplaatst naar het gezinsleven, gedesoriënteerde kinderen opleveren, is nu net een 68-erfenis.
Ten tweede oordeelt hij dat de opmars van de flexibele arbeidsorganisatie het maatschappelijke streven van de 68’ers zo goed als de genadeslag toebracht, terwijl flexibiliteit, emancipatie en vlakkere organisaties juist te herkennen vallen in de 68-slogans. Uitgerekend die kenmerken vinden we vandaag in het flexibele kapitalisme.
De erfenis van 68 kan je op veel manieren invullen. Sennett klampt zich vast aan één interpretatie, terwijl zowel maatschappij als bedrijfsleven resoluut voor een andere invulling kiezen. Dat is sneu voor Sennett, maar het ontzenuwt lang niet al zijn scherpe waarschuwingen voor de leefbaarheid van het huidige democratische kapitalisme. Een maatschappij heeft inderdaad een bepaalde samenhang nodig om niet ten onder te gaan in chaos, misdaad en karakterloosheid. Daarmee belanden we opnieuw bij Sennetts kernboodschap.
Richard Sennett, De flexibele mens – Psychogram van de moderne samenleving. Byblos, 192 blz., 698 fr.
luc de decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier