VERENIGINGEN
Het belang van het verenigingsleven kan moeilijk overschat worden. Binnen een democratische politieke cultuur vervullen verenigingen twee soorten functies. Ten eerste vormen ze een dynamiserende factor. Door zich te verenigen, kunnen de inwoners van een gemeenschap gezamenlijke projecten verwezenlijken. Ten tweede hebben de leden van een vereniging ook zelf baat bij hun engagement. Ze leren onderhandelen en samenwerken met anderen, en ze leren om te gaan met maatschappelijke diversiteit. Het verenigingsleven is dan ook de leerschool van de democratie. Althans, zo concludeerde de jonge Franse aristocraat Alexis de Tocqueville in 1831 tijdens een lange studiereis door de Verenigde Staten. Hij zocht er naar hefbomen om de democratische instellingen in Europa beter te laten functioneren en raakte er onder de indruk van de rol die het verenigingsleven speelt. Juist door de massale vrijwillige inzet in allerhande verenigingen slagen de Amerikanen erin een democratische traditie op te bouwen, dixit de Tocqueville.
Politicoloog Marc Hooghe ( VUB en Erasmus Universiteit Rotterdam) verwijst in de door hem samengestelde bundel Sociaal kapitaal en democratie ook naar zijn beroemde Amerikaanse confrater Robert Putnam ( Harvard), die anderhalve eeuw na de reis van de Tocqueville in omgekeerde richting op studiereis trok. Hij zag er dat Italiaanse regio’s met een rijk verenigingsleven ook goed functionerende regionale regeringen hebben, terwijl ze in de andere streken ten onder gaan aan inefficiëntie, cliëntelisme en lethargie. Volgens Putnam vervullen verenigingen dan ook een onvervangbare democratische rol. Ze dragen bij tot de vorming van sociaal kapitaal (een vaag gedefinieerd begrip dat verwijst naar de bereidheid tot samenwerking, de aanwezigheid van vertrouwen in medeburgers, het hanteren van normen van wederkerigheid en het bestaan van netwerken binnen een samenleving). In een samenleving met een hoog sociaal kapitaal functioneren niet alleen de politieke instellingen beter, maar verloopt ook de economische ontwikkeling voorspoediger.
Uiteraard hoort hier ook een kip-en-ei-vraag bij. Draagt een rijk verenigingsleven bij tot betere politieke instellingen of is het juist een gevolg ervan? Als het verenigingsleven zo belangrijk is, worden de westerse samenlevingen dan niet bedreigd door een teloorgang van het sociaal kapitaal, vanwege een toenemende individualisering? In deze bundel wordt het onderzoek uit Nederland en Vlaanderen ter zake voor het eerst samengebracht. Het werd een academische bundel, met harde leesnoten om te kraken, maar ook met hoogst interessant onderzoek.
Marc Hooghe (red), Sociaal kapitaal en democratie. Acco, 403 blz., 1250 fr.
ldd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier