Verduiveld, waar blijven die engelen?
Er zijn te weinig business angels en de netwerken bieden nog onvoldoende toegevoegde waarde. Nochtans voelt het Belgische starterslandschap een prangende nood aan investeringsengelen.
Investeringsengelen overbruggen de periode tussen de opstart van een bedrijf en het moment waarop het rijp is om naar de institutionele beleggers en de durfkapitalisten te stappen. Business angels zijn vaak ondernemers die hun firma verkocht hebben en daarna enkele miljoenen investeren. In de afgelopen drie jaar is hun aantal in de VS volgens het Center for Venture Research (universiteit New Hampshire) met 63% gestegen tot zo’n 400.000. Samen zitten ze met een slordige 40 miljard dollar in 50.000 bedrijven.
In België blijft business angelship intussen in zijn embryonale fase steken. Trends vond een twintigtal investeringsengelen op de Belgische markt. Een honderdtal andere zou verspreid zitten over zeven business-angelsnetwerken (zie kader: Steekkaart Belgische business-angelnetwerken), die hun naam angstvallig geheimhouden.
“Ze willen vermijden dat hun telefoon elke dag roodgloeiend staat,” denkt Hilde Goossens van Vlerick Business Angels Network ( BAN), dat voor vijftig potentiële investeerders dossiers, ondernemers en rudimentaire businessplannen screent.
“Larie, want zo lopen ze waardevolle dossiers mis. De anonieme investeringsengelen vrezen vooral fiscale repercussies,” weet een business angel. België telt inmiddels zeven netwerken van business angels – dat van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Limburg ( GOM), dat vooral op Limburg focust, en het aangekondigde netwerk rond Creafund van Aimé Desimpel zijn de recentste. De netwerken zijn geijkt op Angelsaksische voorbeelden, maar beantwoorden volgens sommige business angels niet helemaal aan de noden van de markt. “De Belgische netwerken zijn als auto’s zonder motor,” zegt Leo Billion ( Software Finance Holding), een pionier onder de business angels in Vlaanderen. “Ze groeperen investeerders met geld, maar zonder tijd. En de essentie van business angels is nu net, dat ze niet alleen geld investeren, maar ook tijd, kennis en connecties inbrengen.”
Nochtans is er nood aan samen investeren, want business angels willen óók graag hun risico’s spreiden. De fall-out is immers enorm en de kennis om dossiers te beoordelen beperkt. De krachten bundelen, denken verschillende business angels, zal het aantal verkeerde investeringen doen krimpen. Ook de starters kunnen er beter van worden. Als investeringsengelen door hun kennis opeenvolgende fouten vermijden, verkleinen ze niet alleen hun eigen risico, maar ook die van de ondernemer. “Soms zijn we coaches, soms psychologische babysitters die mensen met geniale ideeën binnen de grenzen van de zakenwereld moeten houden,” lacht Billion. En hoe uitgebreider het contactennetwerk dat de business angels meebrengen, hoe belangrijker de groeikansen.
Het vuur in de ogen
Het Amerikaanse zakenblad Forbes somde in oktober tien types investeringsengelen op. Aan het ene uiterste zat de naakte investeerder, die het bedrijf pas weer bekijkt als de tijd rijp is om zijn participatie te verkopen. Aan de overkant zit de investeerder die paternalistisch elke stap bijstuurt die de ondernemer zet. De ideale business angel beweegt zich volgens insiders ergens tussenin. Hij is een partner van de zaakvoerder en laat de bedrijven waarin hij investeert niet los. Hij kijkt over de schouder mee naar elke uitgave die de ondernemer doet, maar laat de beslissing wel bij de zaakvoerder liggen. De banden tussen business angels en bedrijven lijkt in België voorlopig minder sterk dan het ideale scenario voorschrijft, een paar uitzonderingen daargelaten.
Het gros van de Belgische business angels speurt naar groeibedrijven – met een groot risico en een rendement op jaarbasis dat tegen de 25% aanleunt. “Maar op de top van de internethype heb ik in Compliance Control geïnvesteerd, een cyclisch bedrijf dat controleapparatuur voor ziekenhuizen en voedingsbedrijven maakt,” zegt Michel Akkermans, die niet alleen vennoot is bij The Capital Markets Company maar intussen ook in Big Bang Ventures (zie ook blz. 58) en in drie groeibedrijven heeft geïnvesteerd. Veel méér dan durfkapitaalfondsen investeren business angels vanuit de buik. “Ik moet het vuur in de ogen van de ondernemer zien,” bekent Akkermans. “Ik zoek de bedrijven waar om 22 uur het licht nog brandt,” beaamt Billion. “De betrokkenheid van de ondernemer is belangrijker dan een solide businessplan.” Die instelling zorgt voor een heel andere deal flow en dus ook voor risicospreiding – twee redenen waarom Aimé Desimpel vorige week de oprichting argumenteerde van zijn eigen business-angelnetwerk met Creafund, Desimpels durfkapitaalarm.
Wie bij een business angel aanklopt, moet vooral gewapend zijn met een flinke dosis overtuigingskracht en een hap gezond boerenverstand. Akkermans: “Soms schrijven mensen businessplannen met valorisaties die elke proportie tarten. Dergelijke sciencefiction is niet aan mij besteed.” BAN filtert zulke dossiers er trouwens al uit vóór ze de investeringsengelen bereiken. “Wij verplichten de ondernemers een opleiding te volgen en een businessplan te schrijven,” zegt Hilde Goossens. “Niet voor het plan zélf, maar omdat die opdracht hen verplicht om zelf over de haalbaarheid van hun ideeën na te denken.”
Op zoek naar adrenaline
Uiteindelijk investeren de engelen wel vaak in mensen die ze al kennen. Iemand als Fernand Cloet heeft, door zijn connecties bij Lernout & Hauspie, zijn focus beperkt tot spraaktechnologie, bij andere business angels valt een geografische filière op. En de beslissing om te investeren in Eonic Systems, het softwarebedrijf van Eric Verhulst, had Leo Billion al genomen toen hij nog zijn eigen Elbicon runde. “Mijn ingenieurs hadden de technologie afgewezen omdat ze ze op dat ogenblik nog niet begrepen. Dit is het soort technologieën dat een bedrijf een enorme voorsprong kan geven.”
Gemiddeld investeert een Belgische investeringsengel naar verluidt tussen de 15 en de 50 miljoen frank, zij het soms in meerdere schijven. Ze mikken vooral op bedrijven die zeven jaar later zó’n rendement halen dat hun oorspronkelijke investering het drie- tot tienvoudige oplevert. Een gerechtvaardigde eis, vinden ze, want tenslotte duurt het tot minstens vijf jaar na de initiële investering voor ze rendement kunnen oogsten en hun geld weer liquide wordt. Maar rendement is niet het enige toverwoord, zegt Michel Akkermans: “Ik zoek niet alleen rendement, maar ook de adrenaline van het ondernemerschap. Niet het geld is het belangrijkst, wel de voldoening dat je de juiste keuze hebt gemaakt.”
frank demets alain mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier