Veilige banken, het kan
Herman Daems en Thomas Leysen, de voorzitters van respectievelijk BNP Paribas Fortis en KBC, staken vorige week hun nek uit door te protesteren tegen de Belgische bankenwet zoals die op de regeringstafel ligt. Dat is best gedurfd, want onder meer Fortis Bank en KBC brachten vijf jaar geleden met onverantwoord risicogedrag de Belgische economie aan de rand van de afgrond, al stonden Daems en Leysen toen nog niet aan het roer. Beide heren betwisten ook niet dat een strenge bankenwet een absolute must is, maar ze vrezen dat hun vleugels iets te veel geknipt worden en dat ook de Belgische economie niet beter wordt van de bankenwet. Ze hebben een punt. Belgische banken zitten al gevangen in de kleine Belgische markt, omdat de belastingbetaler geen grotere banken meer wil en kan dragen. Als daar nog eens een bankenwet bovenop komt die strenger is dan de Europese spelregels, tja, dan wordt het voor onze banken moeilijk om nog fatsoenlijk hun boterham te verdienen en competitief te zijn met buitenlandse collega’s. Het verzet van Daems en Leysen wortelt echter ook in de vaststelling dat de grootbanken een kostenstructuur torsen die nog te veel afgestemd is op de gloriedagen van weleer en daarom een stevige portie inkomsten uit het zakenbankieren nodig heeft.
De nieuwe Belgische bankenwet sluit nochtans aan bij de internationale tendens om stevige schotten op te trekken tussen het klassieke bankieren en het zakenbankieren, wat moet voorkomen dat het ‘casinogeld’ het spaargeld opeet als het misgaat. Een eerste scenario, waar ook de regering-Di Rupo aan denkt, is om het zakenbankieren fors in te perken, zoals in de VS is gebeurd. De regering-Obama heeft een wet op basis van de ‘Volcker-regel’ door de strot van de toezichthouders gejaagd, die de speculatieve handel voor eigen rekening streng aan banden legt. De banken mogen op de financiële markten nog handelen in functie van de noden van de klanten, of om eigen risico’s af te dekken. Deze wetgeving is echter oeverloos complex en voor oneindige interpretatie vatbaar. De grap die in de banken de ronde doet, is dat ze psychologen moeten aanwerven, die bij elke transactie op de financiële markten aan de handelaar in kwestie moeten vragen wat er in zijn hoofd omging: “Deed u dit voor de klant of voor de bank?” Het wordt voor toezichthouders een bijna onmogelijke opgave om deze wet te controleren. Het is een casinowet om het casinobankieren te counteren.
Een tweede en minder complex scenario is spaarbanken en zakenbanken resoluut uit elkaar te halen. De zakenbankiers kunnen dan naar believen risico’s nemen, maar als ze over de kop gaan, kunnen ze geen aansprak maken op het kapitaal van de spaarbank. Deze realistische bedreiging om failliet te kunnen gaan, is de beste manier om de bankiers de nodige discipline bij te brengen. Ze pakt ook het ‘te groot om te falen’-syndroom aan, waarbij banken zich onaantastbaar wanen omdat ze niet failliet mogen gaan. Zo’n splitsing wordt trouwens aanbevolen door het rapport-Liikanen, maar geraakt niet door de Europese wetgevende molen door vooral Frans en Duits lobbywerk. Frankrijk heeft een afgezwakte vorm ingevoerd, waarbij enkel de handel voor eigen rekening in een apart filiaal gestopt wordt. Franse banken kunnen nog altijd hun hart ophalen met het traden voor de klanten, terwijl volgens specialisten net daar de grootste risico’s zitten. Ook de Belgische bankenwet zou nog veel ruimte laten voor deze tradingactiviteiten. Het Verenigd Koninkrijk wil wel voor een volwaardige afsplitsing gaan om de spaarder en de belastingbetaler te beschermen. Of hoe de bewakers van het Angelsaksische kapitalisme en de Belgische socialisten hier elkaar vinden. Maar ook een splitsing is geen wonderoplossing. In het verleden gingen ook pure spaarbanken over de kop, terwijl gemengde banken soms het meest robuust bleken.
Verzinken beide scenario’s in complexiteit en ineffectiviteit, dan is er een eenvoudige en doeltreffende manier om de banken en het financiële systeem veiliger te maken. Verhoog mordicus de kapitaalbuffers, zodat de banken de schok eerst zelf kunnen opvangen als er wat mis gaat. Paul Volcker pleitte vorige week voor een kapitaalbuffer van liefst 6 procent voor de systeembelangrijke banken. Het gaat om een pure en eenvoudige kapitaalratio: voor elke 100 euro op de balans, moet een bank 6 euro kapitaal opzij hebben staan. Punt. En beter nog: hoe omvangrijker de bank, hoe groter de kapitaalbuffer, zodat de bouw van grote banken peperduur gemaakt wordt en dus ontmoedigd wordt. Zo’n eenvoudige kapitaalratio kan gecombineerd worden met een klassieke kapitaalratio, die berekend wordt op basis van de risico’s die de bank neemt. Maar een pleidooi voor nog veel hogere kapitaalbuffers, dat zult u niet snel horen van de bankiers.
DAAN KILLEMAES – Hoofdredacteur ad interim
Voor elke 100 euro op de balans, moet een bank 6 euro kapitaal opzij hebben staan. Punt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier