“Vanaf nu kan het Fortis-aandeel alleen maar stijgen”
Het kan soms snel gaan in het leven. Hoewel Fortis-topman Anton van
Rossum op 15 april nog ten stelligste beweerde dat “Suez zijn aandelenpakket
niet had aangeboden”, was Fortis negen dagen later zijn hoofdaandeelhouder kwijt.
Een gesprek met een gelukkige chief executive officer.
“Neen, op 15 april had Suez nog niet te kennen gegeven dat het zijn aandelen zou verkopen,” beklemtoont Fortis-topman Anton van Rossum ons aan de telefoon op 24 april, de dag waarop de Franse nutsgroep Suez – de hoofdaandeelhouder van Fortis – aankondigde bijna al zijn Fortis-aandelen van de hand te hebben gedaan. “Iedereen weet al jaren dat Suez voor eind 2004 van zijn aandelen af wilde. Waarom ze het nu juist deden, moet u aan Suez vragen, maar onze koersevolutie zag er de jongste weken natuurlijk wel goed uit.”
In principe beschikte Fortis over een voorkooprecht op de aandelen die Suez in portefeuille had. De bankverzekeraar oefende zijn voorkooprecht op het pakket aandelen – dat voor 1,8 miljard euro werd verkocht – evenwel niét uit. “Waarom zouden wij onze solvabiliteit in gevaar brengen?” aldus Van Rossum. Op 24 april sloot het Fortis-aandeel op Euronext Brussel af met een verlies van 7,25 %, tot 14,95 euro. Een daling die volgens Van Rossum nog meevalt, gezien er die dag in totaal 50 miljoen aandelen op de markt werden gegooid.
“Uiteindelijk ben ik blij met de manier waarop deze operatie is verlopen,” geeft de Nederbelg toe. “De onzekerheid is weggewerkt. Vanaf nu kan het Fortis-aandeel alleen maar stijgen.”
Een brutale uitspraak? In ieder geval typeert het Van Rossum, die in augustus 2002 niet toevallig op nummer zeven prijkte in de Brutale-Bazenportefeuille van het Nederlandse maandblad Quote Finance. Reden voor die nominatie: de listige manier waarop hij voortdurend de markt probeert te bespelen. Ook bij de presentatie van de jaarcijfers 2002 haalde Van Rossum trouwens een konijn uit zijn hoed: Fortis liet toen – onverwacht – zijn dividendbeleid ongewijzigd, tot groot genoegen van de beleggers: sindsdien steeg de koers van 9 euro naar ongeveer 15,5 euro.
TRENDS. Het dividendbeleid ongewijzigd laten was een verrassing voor de financiële markt. Wat vond u zelf van de reacties?
ANTON VAN ROSSUM (FORTIS). “Die beslissing is ongelooflijk goed ontvangen. Geef me trouwens één reden waarom we het niét zouden hebben gedaan? De operationele resultaten van Fortis waren de beste ooit en onze solvabiliteit mag ook worden gezien. Als je als bankverzekeraar zo’n resultaat neerzet op een moment dat de economie slecht boert en de beurzen in een depressiesfeer verkeren, dan moet je je aan je belofte houden. Ik merk dat sommige mensen als volgt redeneren: Fortis is een verzekeringsmaatschappij; alle verzekeraars doen het slecht; Fortis dus ook. Maar zestig procent van ons resultaat wordt door onze bankdivisie behaald, en die presteerde vorig jaar uitermate sterk. Terwijl vroeger de verzekeringstak 60 % van het groepsresultaat genereerde en de bank 40 %, is die verhouding vandaag omgekeerd. Banken kennen wel eens moeilijke tijden, maar nu doet onze bankdivisie het wel uitstekend.”
Een half jaar geleden zei u dat 2001 een moeilijk jaar was en 2002 een zeer moeilijk jaar. Wat brengt 2003 voor Fortis?
VAN ROSSUM. “Je mag een aantal zaken niet door elkaar haspelen. 2002 was moeilijk voor de beurzen. Van een recessie kon je toen nog niet spreken, maar de economie zat wel in een neerwaartse cyclus. Toch haalden wij in 2002 de beste operationele resultaten ooit. Ook in 2003 liggen de kaarten voor economie en beurs moeilijk. En het is niet omdat de oorlog in Irak voorbij is dat de economische hemel zomaar zal opklaren. Toch verwacht ik dat er dit jaar geen 500 punten van de beurs meer zullen afgaan. Over de resultaten van Fortis durf ik me nog niet uit te spreken. Over het operationeel resultaat geef ik ten vroegste een hint bij de presentatie van de eerste kwartaalcijfers van 2003.”
De kosten-batenratio van Fortis bedraagt 64,8 %, een van de beste in de Europese banksector. Hebt u nog ruimte om te snoeien?
VAN ROSSUM. “Vorig jaar slaagde Fortis Bank erin om de kosten nominaal met 9 % te verlagen tegenover het jaar voordien. Dat noem ik een dijk van een verlaging, zeker als je weet dat elk Belgisch bedrijf zijn loonmassa jaarlijks met ongeveer 6 % ziet stijgen, zelfs als er geen spectaculaire algemene loonstijging plaatsgrijpt. Een nominale kostenverlaging met 9 % komt dus neer op een reële verlaging met 15 %. Van het totale pakket kostenreducties werd grosso modo 55 % gerealiseerd op de loonmassa en 45 % op de overige kosten. Je kan dus inderdaad zeggen dat we orde op zaken hebben gesteld.”
Maar nog meer saneringen in het kantorennet of het personeelsbestand moeten we niet meteen verwachten?
VAN ROSSUM. “Eind 2002 werkten er bij Fortis bank 2500 mensen minder dan begin 2002. Van het woord sanering huiver ik een beetje. Want wat gebeurde er tot nu toe? Fortis Bank ontstond in 2000 uit ASLK, Generale Bank België, Generale Bank Nederland en de Banque Générale du Luxembourg, vier banken die stuk voor stuk over een kantorennet beschikten. Alleen al in België hadden we 2400 kantoren, gelijkmatig verdeeld tussen ASLK en Generale Bank. Daarvan blijven er vandaag 1356 over. Maar de gewezen klanten van ALSK en Generale Bank kunnen nu wel in meer kantoren terecht dan vóór de fusie. Je kan het beroep van bankier niet uitoefenen als je geen vertrouwensrelatie hebt met de cliënt en zo’n vertrouwensrelatie ontstaat niet via het computerscherm. Persoonlijk contact in de kantoren blijft enorm belangrijk.”
Is de fusieoperatie nu afgerond?
VAN ROSSUM. “Er vinden dit jaar nog 280 kantorenfusies plaats. Dat komt neer op bijna één fusie per dag. Sinds anderhalf jaar bouwen we ons net om tot een klantenbank. Tijdens de technische integraties zagen we wel eens klanten morren, maar vandaag merken we dat de klantentevredenheid opnieuw toeneemt. In het gevecht om de klant zullen de agentschappen een eersterangsrol spelen. Dat betekent concreet dat we onze structuur zullen omdraaien. Misschien klinkt dat simpel, maar eigenlijk is het een huzarenstukje. Ik vind het veel moeilijker om van een bank een klantgerichte instelling te maken dan om een bankintegratie in goede banen te leiden. Dat komt omdat in België – in tegenstelling tot Nederland en andere Europese landen – de klant de neiging vertoont om een zeer vaste relatie met zijn bank te onderhouden. Bovendien heeft elke Belgische klant per instelling bijna drie producten, zowat het hoogste aantal in Europa. We spreken dan, bijvoorbeeld, over een spaarrekening, een hypotheek en een verzekering. Eigenlijk is België voor financiële instellingen een prachtig voorbeeld van hoe de relaties met klanten kunnen openbloeien.”
De Maastrichtnormen waren voor de Belgische regering een perfect excuus om de onvermijdelijke sanering van de openbare financiën aan te vatten. Kan hetzelfde worden gezegd van Basel II en de banken? Vormen de Basel II-akkoorden het schaamlapje voor de Belgische banken om hun kredietbeleid te verstrakken?
VAN ROSSUM. “Neen, daar ga ik niet mee akkoord. Lang voordat er überhaupt sprake was van Basel II voerden we bij Fortis het begrip economisch kapitaal of riskbasedcapital in. Met die formule konden we de rentabiliteit van de diverse Fortis-divisies berekenen en vergelijken. En daarna hebben we voor elk Fortis-onderdeel een aantal doelstellingen geformuleerd. In het najaar van 2000 beslisten we dat de marges op de kredieten hoger moesten, vooral in het segment van de middelgrote ondernemingen. Bedoeling was dat we een normaal rendement op die kredieten haalden. Trouwens, alle Belgische banken kwamen tot vergelijkbare vaststellingen.
“Maar wat was het antwoord in de markt en in de media? ‘Banken geven geen krediet meer. ‘ Volledig ten onrechte natuurlijk. Niet het aanbod van kredieten liep terug, wel de vraag ernaar. De cijfers van de Nationale Bank tonen dat duidelijk aan.
“In 2002 bouwden de middelgrote ondernemingen hun voorraden af. En vervolgens loste een groot aantal KMO’s de uitstaande kredietsaldo’s af omdat ze, door het economisch slechte klimaat, hun balansen wilden saneren. En dus daalde de vraag naar kredieten nog meer. Maar vanuit de bank beperken we op geen enkele manier onze kredietverlening.”
Heeft Fortis grote klappen gekregen bij zijn kredietverlening aan grote bedrijven?
VAN ROSSUM. “Daar waren we maar voor een klein deel bij betrokken. Op een totale kredietportefeuille van 160 miljard euro hebben we zo’n 30 miljard euro uitstaan bij grote ondernemingen, 40 miljard aan hypotheken, 10 tot 12 miljard aan persoonlijke leningen en 30 tot 35 miljard bij middelgrote firma’s. Vorig jaar hebben we voor onze kredietportefeuille een voorziening aangelegd van 600 miljoen euro, het jaar daarvoor van 640 miljoen euro. Maar uiteindelijk zitten we niet in de grote telecominvesteringen en zijn we niet de grootste financier van de luchtvaartbranche. Maar ja, kan iemand me vertellen wat voorzichtig genoeg is?”
Eveneens een half jaar geleden toonde u zich optimistisch over de verzekeringssector. Bent u dat nog altijd? Of krijgen we nu een genuanceerde analyse?
VAN ROSSUM. “Ik ben nog altijd relatief optimistisch. Je moet een onderscheid maken tussen wat er gebeurt op de beurzen en de pure verkoop van verzekeringen. De verkoop van de levensverzekeringsproducten die aan de beurs zijn vastgeklonken, is vanzelfsprekend gedaald. Maar tegelijk steeg de verkoop van de individuele, traditionele levensverzekeringsproducten met 8 %. Idem dito voor de producten in de categorieën niet-leven en groepsleven. Die groei kwam er bij onveranderde kostprijzen. Vertel me nu eens welke sector van de Belgische economie vergelijkbare kerncijfers kan voorleggen? Je zal me natuurlijk niet horen vertellen dat de beurzen niet verschrikkelijk zijn gedaald. Integendeel: we beseffen nog te weinig hoe sterk de koersen wel zijn teruggevallen. Maar desondanks maken we nog steeds evenveel winst.”
Ja, vooral omdat de verzekeringsklant fors hogere premies betaalt.
VAN ROSSUM. “Neen, neen. We hebben in de eerste plaats de kosten verlaagd. Bovendien verbeterde onze productmix, zodat we zonder veel premieverhogingen de rentabiliteit konden opkrikken. Niettemin blijft de koersval op de beurzen een reusachtig probleem voor de verzekeringssector.”
In hoeverre is Fortis bestand tegen een nog verdere daling van de beurskoersen?
VAN ROSSUM. “In vergelijking met andere financiële instellingen hebben wij maar een relatief klein aandeel van onze portefeuille in aandelen belegd. Onze totale portefeuille is ongeveer 140 miljard euro waard. Daarvan is 87 % belegd in obligaties, 6 % in vastgoed en 7 % in aandelen. De aandelenportefeuille heeft een waarde van 10 miljard euro, maar daaruit moet je nog wel een aantal zaken filteren. Denk maar aan de preferente aandelen in Nederland, die eigelijk het karakter hebben van een obligatie en tegen nominale waarde kunnen worden geïnd. Uiteindelijk kom je uit op 6,5 miljard euro marktgevoelige aandelen. Wanneer je dat bedrag vergelijkt met onze totale portefeuille en met de positie van andere instellingen, noem ik dat aan de lage kant.
“Minwaarden moeten we opvangen met reserves. Onze herwaarderingsreserve was in juli vorig jaar opgebruikt. De minwaarden bedragen ongeveer 1,7 miljard euro, maar daarvan is 1 miljard euro niet gerealiseerd. En op de obligaties kunnen we niet-gerealiseerde meerwaarden laten zien. Ik koester niet de minste illusie dat het miljard euro niet-gerealiseerde verliezen dat we bij de jongste resultaten hebben bekendgemaakt, intussen nog is toegenomen. Tussen eind december 2002 en maart 2003 boerden de beurzen immers verder achteruit. Maar dat betekent niet dat iemand zich zorgen moet maken: we zullen onze verplichtingen ook in de toekomst kunnen nakomen.”
Zelfs al schat u de waarde van uw aandelenportefeuille maar op 6 miljard euro, dan nog is dat meer dan de helft van het eigen vermogen, dat 10 miljard euro bedraagt. Hebt u uw aandelenportefeuille ingedekt?
VAN ROSSUM. “Ja, precies wegens die verhouding met het eigen vermogen. Nagenoeg iedereen dekt vandaag zijn portefeuille in. Wij hebben dat gedaan op het moment dat er nog onzekerheid was over een oorlog met Irak. Wat zou er gebeuren, zo vroegen we ons af, als de Bel-20 nóg eens 30 % of 40 % zou achteruitgaan?”
Ook obligaties zijn marktgevoelig. Als de langetermijnrente stijgt – iets waarvoor er in de dollarzone serieuze indicaties zijn – dan geraakt u ook daar misschien in de problemen?
VAN ROSSUM. “De solvabiliteit van Fortis wordt bepaald door heel eenvoudige zaken. Wat er niet inzit, zijn de meer- of minwaarden op de obligatieportefeuille, de goodwill en de embeddedvalue ( nvdr – de actuele waarde van de verzekeringsportefeuille). De toezichthouder legt ons bepaalde minimumvereisten op, maar intern leggen we de lat nog een stuk hoger. We hebben een surplus van 2 miljard euro boven onze eigen minimumvereisten zonder de 5,2 miljard euro niet-gerealiseerde meerwaarden op de obligatieportefeuille in rekening te nemen of de 8 miljard euro embedded value of de goodwill. We staan dus zeer sterk. Ook tegenover andere spelers.”
Voor bankiers en verzekeraars is de externe monetaire omgeving van groot belang. Wat vindt u van het beleid van de Amerikaanse en Europese centrale banken?
VAN ROSSUM. “Banken krijgen het meestal moeilijk als de korte- en langetermijnrente in elkaars buurt komen. Een bank verdient goed als de rentecurve steil omhooggaat, terwijl verzekeraars het op dat moment wat moeilijker hebben. We maken ons vooral zorgen over de langetermijnrente. In Amerika heeft de Federal Reserve de opdracht gekregen om de economie te stimuleren, terwijl de Europese Centrale Bank alleen maar de inflatie mag bestrijden. Een enorm verschil. De ECB mag dus niets zeggen over de structurele maatregelen die in sommige deelstaten moeten worden genomen voor de economie. Dat is de verantwoordelijkheid van de respectieve ministers van Financiën. In Amerika daarentegen beslist de Fed over alles. De Fed heeft de kortetermijnrente sterk laten dalen, maar de vraag is in hoeverre die stimulering iets heeft opgeleverd. Je kan dat moeilijk berekenen, maar niets lijkt erop te wijzen dat we momenteel de grote groei te pakken hebben. Misschien komt die nog, maar dan laat die wel erg lang op zich wachten. In Europa blijft de kortetermijnrente relatief hoog in vergelijking met die in de VS. Gaat de rente nog omlaag? Ik weet het niet. U zult het aan mijnheer Duisenberg moeten vragen, maar volgens mij is er iets meer kans dat de rente daalt in plaats van stijgt. Wanneer? Daar heb ik geen flauw idee van.”
U staat blijkbaar achter het ECB-beleid?
VAN ROSSUM. “De resultaten van Fortis worden vooral bepaald door hetgeen er in Europa gebeurt, niet zozeer door wat ze in de Verenigde Staten allemaal beslissen. Wat me in Europa vooral stoort, is dat sommige landen, ondanks de economische malaise, er maar niet toe komen om structurele maatregelen te nemen. Ik heb het meer bepaald over Duitsland, Nederland en België. En dan worden telkens weer dezelfde argumenten bovengehaald om niets te doen: de arbeidsmarkt, de gezondheidszorg, de overheidsbestedingen. Vraag is of je in een economie die met 0,75 % per jaar groeit, mag toelaten dat de loonkosten jaarlijks met 5 % toenemen. Misschien moet iemand zich hierover eens bezinnen.”
Zitten we volgens u in een recessie? Enkele maanden geleden vond u nog van niet.
VAN ROSSUM. “De economie evolueert in een golfbeweging. Daar moet je niet zwaar aan tillen. En nee, we bevinden ons nog steeds niet in een recessie. Of misschien een heel klein beetje. Zo’n klein beetje dat we zelfs niet goed weten of we er echt wel in zitten. We maken in ieder geval geen groeidalingen mee van 7 % of 8 % tijdens twee opeenvolgende kwartalen. Als we nu in een neerwaartse beweging zitten, dan zal er ooit wel weer eens een opwaartse zijn.
“Ik vind het zonde dat er vandaag zo weinig wordt gekeken naar de onderliggende waarde van de bedrijven. Eigenlijk gaat het met vele bedrijven niet zo slecht; alleen doen hun aandelen het miserabel. Toen Fortis het economisch minder goed deed, haalden onze aandelen recordniveaus. Vandaag zie je het omgekeerde. De huidige economische situatie mag natuurlijk geen twee jaar meer blijven duren. Maar ik denk dat we macro-economisch in de Benelux op de goede weg zitten.”
Geldt dat voor Europa als geheel?
VAN ROSSUM. “Ik denk het wel. Hoewel ik nog meer structurele verbeteringen zou willen zien is onze basisaanpak al bij al zo slecht nog niet.”
Wat staat de euro nog in de weg om de wereldwijde ankermunt te worden?
VAN ROSSUM. “Eenheid in Europa, op alle vlakken: politiek, economisch en sociaal. Maar dat zal nog niet voor morgen zijn.”
Bij uw aanstelling vond iedereen het positief dat u geen bankier was. En ook het feit dat u een Nederbelg en buitenstaander was, werd gewaardeerd. Zijn die eigenschappen van pas gekomen?
VAN ROSSUM. “Fortis is niet alleen een bank. Dat ik geen bankier ben, is dus geen punt. Nederbelg zijn is wel aardig, maar als u daarmee insinueert – zoals vele mensen doen – dat ik weer zo’n belastingontduiker ben, dan hebt u het fout. Ik betaal netjes overal mijn belastingen. Dat ik al zo lang in België woon, maakt het misschien iets makkelijker om de culturen te begrijpen. Maar het probleem van Fortis is niet de tegenstelling tussen Nederland en België. Dat gerucht moeten we uit de wereld helpen. We zijn een multiculturele instelling met diverse nationaliteiten en diverse bedrijfsculturen. En dat is goed. En een buitenstaander? Ach, ik ben misschien niet X of Y, maar ik ben hier ook niet zonder enige bagage binnengekomen, hoor.”
Hebt u uw befaamde gele en rode kaarten nog op zak of neemt u ze alleen mee als u de loges van Anderlecht frequenteert?
VAN ROSSUM. “Ik heb ze nog wel, maar gebruik ze niet meer. Naar Anderlecht ga ik de jongste tijd veel te weinig, maar ik hoop dat dit binnenkort zal veranderen. Er wordt wel her en der geopperd dat Fortis zijn sponsorcontract zou opzeggen. Maar persoonlijk weet ik daar niets van. Ik kan alleen maar positief zijn over die sponsoring. De naamsbekendheid die je ermee opbouwt, is gigantisch.”
Tot slot. Wat dacht u op de dag dat Remi Vermeiren (ex-KBC) en Luc Onclin (ex-Dexia) hun vertrek aankondigden?
VAN ROSSUM. “Ik dacht helemaal niets. Ik bevond me toen trouwens in het buitenland. Ik heb geen tijd om daarover na te denken. Ik moet hier een beetje werken, hoor.”
“Ik ben blij met de manier waarop Suez zijn Fortis-aandelen heeft verkocht. Eindelijk is de onzekerheid weggewerkt.”
“Ik vind het veel moeilijker om van een bank een klantgerichte instelling te maken dan om een bankintegratie in goede banen te leiden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier