Van rusthuizen tot augurken

Palmyra Brands is een nobele onbekende. De Antwerpse investeringsmaatschappij wordt geleid door vier broers Van den Brande die hun sporen dik hebben verdiend in de rusthuissector en schuilgaan achter de seniorenzorggroep Armonea.

Palmyra Brands is een vreemde eend in de bijt van de investeringswereld. Jong als bedrijf maar met een lange voorgeschiedenis. Die werd in het midden van de jaren zeventig ongewild ingeluid door moeder Gilberte Van den Brande. De psychiatrisch verpleegkundige bood ooit onderdak aan de moeder van een patiënte die zich na een val niet meer kon verplaatsen. “Zo is het begonnen, en stoemelings“, zegt Lode Van den Brande, de CEO van Palmyra Brands. “Toen ik een jaar later mijn plechtige communie deed, zaten er al twee bejaarden mee aan tafel.” (lacht)

In 1979 nam moeder Van den Brande samen met zoon Dirk een klein rusthuis over in Balen. De vader des huizes was toen al invalide. “Wij moesten in onze vrije tijd en in de weekends allemaal in dat rusthuis meewerken”, herinnert Lode Van den Brande zich. Moeder Van den Brande werd invalide na enkele ongelukkige valpartijen, waarop Dirk en broers Jan en Lode het roer overnamen. In 1983 bouwden ze voor het eerst zelf een rusthuis in Beerse. “Toen was niemand daarin gespecialiseerd. We moesten telkens opnieuw uitleggen wat we wilden. Dan konden we het net zo goed zelf doen”, blikt Lode Van den Brande terug. Datzelfde jaar startte het gezin ook de diversificatie, al was het eerst in aanverwante activiteiten zoals een bedrijf gespecialiseerd in de bouw van rusthuizen. Later volgde onder meer een producent van hoogwaardige mortels en betontoepassingen, Cemart. Daarin is een andere broer, Peter, nog steeds operationeel actief. Hij vervolledigde het kwartet broers dat nu het familiebedrijf stuurt. Alleen oudste zoon Lieven is er nooit ingestapt. Hij heeft onder meer voor het financiëledienstenbedrijf Capco gewerkt in Azië en is nu chief information en operations officer van de Hong Kong Mercantile Exchange. Dochter Hilde stapte in de voetsporen van haar moeder en werd verpleegster.

De geboorte van Armonea

In 2008 sloeg de rusthuisgroep Van den Brande de handen in elkaar met Restel Résidences, onderdeel van de holding Verlinvest, en was Armonea geboren (zie kader). Een jaar later richtten de broers Lode (nu 48), Jan (50), Dirk (53), en Peter (56) de holdingmaatschappij Palminvest op. “We hadden nog wat reservecash staan. We lieten dat eerst beleggen door portefeuillebeheerders, maar vonden eigenlijk als ondernemer dat we dat niet door anderen moesten laten doen en hebben dan beslist het zelf te investeren”, verklaart Lode Van den Brande de lancering van Palminvest. Die naam was geïnspireerd op de derde voornaam van hun moeder, Palmir, maar bleek een wat ongelukkige keuze, omdat het in het buitenland vaak werd verward met het beruchte Nederlandse beleggingsfonds Palm Invest. Dat investeerde in palmeilanden in Dubai maar ging ten onder aan beschuldigingen van oplichting en fraude. Daarom werd Palminvest herdoopt in Palmyra Brands.

Drie jaar na de lancering telt Palmyra Brands negen participaties, waarbij de rusthuissector en aanverwante bedrijven nog altijd 85 procent van de investeringen vertegenwoordigen. “Maar de diversificatie is toch behoorlijk snel gegaan”, stelt Lode Van den Brande, die net als zijn broer Dirk tot eind vorig jaar nog operationeel actief bleef bij Armonea. “We zitten onder meer in haute couture met kleinere volumes maar grotere marges, maar even goed in augurken, in de voedingssector met zijn lage marges.”

“Een rode draad door de investeringen? De rode draad is dat er geen is. Dat het zo divers is, is een doelbewuste strategie. Aan rusthuizen verbonden zaken zijn voor Armonea. Dat zijn we met onze partner Verlinvest overeengekomen. Alles wat we met de rusthuissector doen, doen we gezamenlijk. Alle andere activiteiten moeten dus ook totaal anders zijn.” Daarom ook dat Lode Van den Brande geen rolmodel ziet voor Palmyra. Het bedrijf vaart resoluut een eigen koers. “We gebruiken ons buikgevoel en gezond verstand”, klinkt het.

De broers vertrouwen in eerste instantie op hun netwerk om interessante dossiers op het spoor te komen. Zo werd het augurkenbedrijf Sourz aangebracht door een adviseur en het modebedrijf Les Hommes door een bankier. En in Tsjechië ging Palmyra Brands aan de slag met het verpakkingsbedrijf Mediap, omdat broer Peter is gehuwd met een Tsjechische.

Een vuistregel voor de omvang van de investeringen is er niet, maar tot nu toe werd meestal 5 tot 6 miljoen gepompt in de dochterbedrijven. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Les Hommes en bij Sourz, dat zijn productie in India heeft. Het Tsjechische Mediap en Cemart kregen een injectie van zowat 2 miljoen euro.

Nog nooit gestemd

Palmyra Brands, dat via het vloervernieuwingsbedrijf Balt Floor ook actief is in Litouwen, totaliseerde vorig jaar 205 miljoen euro aan bedrijfsinkomsten. De maatschappij heeft een eigen vermogen van ruim 85 miljoen euro en houdt ook zowat 30 miljoen aan obligatieleningen achter de hand. In elk bedrijf waarin het investeert, heeft het de meerderheid van de aandelen. Met uitzondering van Armonea waar het 50 procent heeft. “We vinden het nochtans niet belangrijk om een meerderheid dan wel een minderheid te hebben”, aldus Lode Van den Brande. “We investeren vooral in mensen. Ze moeten een verhaal kunnen vertellen waarin wij geloven, en ze moeten in het proces meegaan. Dat is niet altijd eenvoudig. De meeste mensen vinden dat hun bedrijf niet zonder hen kan. Dat is natuurlijk niet altijd waar. Sommigen zijn soms een belemmering voor hun eigen bedrijf om verder te groeien.”

“Het moet ook op persoonlijk vlak klikken. Er moet een match zijn. Dat was ook zo met Armonea en Verlinvest. Het matchte tussen ons op menselijk vlak, en de strategie zat op dezelfde lijn”, zegt Lode Van den Brande, die ook al zowat twee decennia voorzitter is van de Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg (FOS).

De vier broers hebben ieder ongeveer een kwart van de aandelen in Palmyra Brands. Opmerkelijk is dat Lode als jongste CEO is. “Ik ben lang niet getrouwd geweest, zodat ik net iets gemakkelijker kon focussen op het bedrijf”, geeft hij als verklaring. Het staat de goede relaties tussen de broers ook niet in de weg. Die familieband maakt het trouwens gemakkelijker om snel te schakelen, vindt de CEO. “Als broers kunnen we gemakkelijk een open gesprek hebben. We zeggen waarop het staat en discussiëren veel. Wij hebben geen verborgen agenda voor elkaar en zijn ook erg toegankelijk voor elkaar. We passen gemakkelijk onze agenda voor elkaar aan. Een beslissing wordt ook altijd collegiaal genomen. We hebben nog nooit gestemd, ook in Armonea niet. Je probeert naar argumenten te luisteren die je moeten overtuigen.”

Milaan moet

Over de verre toekomst van Palmyra liggen geen plannen op tafel. Voorlopig wordt gewerkt met het eigen familievermogen. Het vreemd vermogen op de balans bedraagt ongeveer 10 miljoen euro. Lode Van den Brande sluit in ieder geval niet uit dat het kapitaal naar aanleiding van een grote operatie wordt opengesteld. “Het zou een beetje contradictorisch zijn dat we aan andere mensen vragen of we in hun kapitaal kunnen stappen, en we dat voor onszelf niet zouden toelaten”, zegt de CEO. Maar de familie wil hoe dan ook de meerderheid in Palmyra Brands behouden, klinkt het.

Intussen is er voldoende werk aan de winkel met het huidige pallet aan investeringen. Zo draait Les Hommes nu een omzet van 3 miljoen euro. Dat zou de volgende drie à vier jaar moeten evolueren naar 15 miljoen euro. “Dan moet je daar wel in investeren en mee bezig blijven”, zegt Lode Van den Brande. 75 procent van de productie van Les Hommes is gericht op Azië en dan vooral China en Japan. “Die vragen vanwaar de kledij komt. Antwerpen zegt hen dan niet veel. Zij eisen gewoon dat die van Milaan komt, dus moesten wij naar Milaan trekken. Nu pas begint het bedrijf wat op adem te komen.”

Voor Sourz, het bedrijf voor augurken en zilveruitjes, wordt gespeurd naar andere mogelijke productieplaatsen, omdat India 15 procent taks aanrekent op voedingsproducten die naar Europa worden geëxporteerd. “Maar terwijl we toch in India zijn, kijken we daar naar de gezondheidszorg en bejaardenzorg om te zien wat nog mogelijk is. Waarmee ik niet wil gezegd hebben dat we hier volgend jaar Indiase verpleegkundigen hebben werken”, zegt Lode Van den Brande.

De aanpak van de vier broers legt hen alvast geen windeieren. Vorig jaar werd een nettowinst van ruim 1 miljoen euro gerealiseerd. Dit jaar wordt gerekend op een winst van 3,5 miljoen euro. De dochterbedrijven hebben trouwens als op-dracht meegekregen dat ze na drie jaar cash moeten genereren, zegt Lode Van den Brande, die maar van een ding spijt heeft. “Moeder is in 1992 overleden aan de gevolgen van de neurologische ziekte ALS. “Zij heeft helaas haar verhaal niet kunnen zien groeien.”

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

“Een rode draad door de investeringen? De rode draad is dat er geen is”

“We investeren vooral in mensen. Ze moeten een verhaal kunnen vertellen waarin wij geloven, en ze moeten in het proces meegaan”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content