Van recessie naar stagflatie?

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Na ‘recessie’ wordt in de financiële wereld van de VS nu ook het woord ‘stagflatie’ gefluisterd. Gaan we een nieuwe jaren zeventig tegemoet?

Stagflatie is de vermaledijde combinatie van slabakkende groei – stagnatie – en een algemene stijging van het prijspeil – inflatie. Op de financiële markten trekt dit fenomeen doorgaans een spoor van vernieling. Inflatie holt immers de waarde uit van toekomstige geldstromen waar obligaties en aandelen recht op geven, met alle gevolgen van dien voor hun koersen. Op de koop toe kan een centrale bank in een inflatoir klimaat de rente niet verlagen om de groei weer op de rails te krijgen. De jaren zeventig werden geteisterd door stagflatie. Is nu eenzelfde storm op komst, eerst en vooral in de VS?

In januari steeg de inflatie in de VS onverwacht fel boven de trend van het voorbije jaar uit. Maar cijfers van één maand geven zelden een trendrichting aan, dus wordt het uitkijken naar de inflatiecijfers van de maand februari. Nogal wat waarnemers verwachten dan opnieuw een afkoeling van het prijzenniveau.

Maar er zijn ook factoren die het prijspeil de andere richting kunnen uitsturen: de werkloosheid is in de VS nog altijd bijzonder laag, zodat druk op de lonen aanwezig blijft. De looninflatie bedraagt er momenteel 4% op jaarbasis. Bovendien vertraagt de productiviteitsgroei, wat gebruikelijk is bij een afkoelende economie. Voorlopig vreet deze stijging van de kosten meer aan de winsten van de ondernemingen dan dat ze een bron van inflatie is. Stevige concurrentie belet de bedrijven immers om de kostenstijging door te rekenen aan de klant. Geen inflatie dus.

En wat met een stilvallende groei, de tweede rode draad doorheen het stagflatieverhaal? Voor sommigen, onder wie bijvoorbeeld Morgan Stanley Dean Witter, is een recessie in de VS al aan de gang. Voor anderen, waartoe bijvoorbeeld Merrill Lynch behoort, maakt de VS-economie slechts een groeidipje mee en zeker geen recessie.

Een recessie zou in elk geval een deflatoir effect hebben of dus het gemiddelde prijspeil verlagen. De bron van de groeivertraging is immers een vraag die achterblijft op het aanbod. Prijsdalingen zijn daar het gevolg van. Stagflatie daarentegen ontstaat meestal als het aanbod afneemt. In de jaren zeventig zorgde de stijging van de olieprijzen voor een aanbodschok met stagflatie als resultaat. De gevreesde term is vandaag daarom nog niet meer dan een fluisterwoord.

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content