Van onderhandelaars, verlos ons, Heer
Het verliezen. Donald Trump, begenadigd taalkundige en ethisch bevlogen redenaar, heeft er zelfs een boek over geschreven: The Art of the Deal.
Veronderstel: u zit met z’n vieren opgesloten in een ingestorte mijn. U overlegt hoe u levend uit die ellende kunt raken. Dan neemt u een problem solving mindset aan, een houding van: hoe vinden we een oplossing die goed is voor ons allemaal? Iedere piepjonge trainer, iedere psycholoog die nog groen achter de oren ziet, zal je vertellen hoe zo’n groepsoverleg moet verlopen. “Ja, maar ik maak mijn mooie nagels niet graag vuil.” “Ja, maar mijn maatpak kan scheuren.” “Ja, maar ik maak me niet graag belachelijk door op handen en voeten door een smalle tunnel te kruipen.” Belachelijk. Luister naar elkaar, breng alle informatie boven tafel en vooral: focus op het gemeenschappelijke doel.
Geen haar op het hoofd van de oppositie zal eraan denken om constructief mee te werken in naam van de bevolking.
Veronderstel: na een halve dag legt u contact met reddingsploegen. Er is haast bij. U zal één na één worden gered, maar de redders melden dat de eerste een veel grotere kans heeft om het te overleven dan de laatste. Daarop begint een potje onderhandelen. Vrouwen eerst? De minister eerst? Het kind eerst? De zwakste eerst? De claustrofoob eerst? De diepgelovige laatst, want die gaat toch naar de hemel? Er wordt keihard en emotioneel onderhandeld, want mijn winst is de ander zijn verlies.
We denken zelfs dat zo’n potje onderhandelen nu eenmaal bij de politiek hoort. We zaten honderden dagen zonder krachtig bestuur. Wat deden de politici al die tijd? Rustig maar vastberaden zoeken naar de beste oplossing voor iedereen? Toch niet voor de eigen partij trofeeën zoeken – “joepie, mijn pak is niet gescheurd” – maar in permanente dialoog met de bevolking oplossingen exploreren voor iedereen? Nee, ze lezen liever het slechtste boekje onderhandelen – “frame de onderhandeling zo snel mogelijk als winst-verlies” – en ze starten dan maar de belachelijke oefening op dat als de andere kant wint, het land verliest. Maandenlang. En nog eens maandenlang.
Het algemeen belang is niet het belangrijkste, maar scoren! Je kunt het Harvard-model en al die andere wijsheden uit de goede boekjes samenvatten in één zin: stop in godsnaam met je gemeenschappelijke problemen te framen als een win-verliesonderhandeling. Definieer die als een speurtocht naar een oplossing voor gemeenschappelijke problemen. Win-winonderhandelen is gewoon een ander woord voor respectvolle problem solving. Ik weet het ook wel, zelfs al doe je dat, dan blijven er nog wel verschillen in belangen, prioriteiten en gevoeligheden. Die blijven het best netjes op de achtergrond, maar politici duwen ze liever op de voorgrond. Dan kun je een koehandel opstarten. Ruilen, een beetje theater opvoeren, misschien zelfs eens met de ogen rollen. Samenlevingsproblemen definiëren als een sport van loven, bieden en afdingen, de onderhandelingstafel dreigen te verlaten, vertrekken van belachelijke eisen om veel toegevingen van de tegenstander los te krijgen en andere irritante rituelen. Als je samenlevingsproblemen zo aanpakt, houd je de bevolking honderden dagen gegijzeld. Niet voor herhaling vatbaar.
We hebben een nieuwe regering. De oppositie zal haar win-verliesspel moeten spelen. Geen haar op haar hoofd zal eraan denken om constructief mee te werken in naam van de bevolking, hoezeer die ook kreunt onder de crisis. De vraag zal vooral zijn: zal deze regering intern kiezen voor een problem solving model, of voor een trumpiaanse art of the deal? In het eerste geval is er een grote kans dat onze democratie weer werkt. In het tweede geval: bereid u al maar voor op trumpiaanse toestanden, mét corona.
De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School. Volg mij op www.marcbuelens.com.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier