VAN KROATIE NAAR MOESKROEN

NIEUWE UITVALSBASIS.

De afdeling Sioen Fabrics sluit in Kroatië en krijgt in oktober onderdak in een gloednieuw gebouw in Moeskroen, net over de taalgrens. Sioen Fabrics wordt een O&O-labo met een tiental onderzoekers voor de hele Sioen-groep. De afdeling werd in 1988 opgericht als innovatiemaatschappij om zich toe te leggen op coagulatie (een nieuwe kapitaalintensieve coatingtechniek). Na de brand van ’91 werd echter beslist daar niet mee door te gaan omdat de Italianen inmiddels fors in dit marktsegment oprukten. “Na de aankoop van nieuwe machines, vonden we het interessanter om alle krachten te concentreren op onze erg specifieke marktniche van gecoate pvc-weefsels en daarin marktleider te worden,” verklaart Jean-Jacques

Sioen. “Uitwijking naar

Kroatië was na de brand een noodoplossing, maar we willen deze onderzoeksafdeling nu dichter bij de productie.” De Antwerpse investeringsgroep Gevepar (familie Van Eessel), Euroventures Benelux Team bv en Lessius die als risicokapitaalfondsen in de innovatiemaatschappij waren gestapt, trokken zich terug na het terugvallen op de basisactiviteit.

Sioen beklemtoont dat het klassieke coatinggebeuren voortdurend onderhevig is aan vernieuwing. Het bedrijf ontwikkelde eigen producten met geregistreerde merknaam : flexothane, siopor, texoflex, sionyl en chemtex. Moeskroen zal zich ook voor de confectie-afdeling toespitsen op nieuwe ontwikkelingen op het gebied van polyurethaancoatings voor de medische sector, de bagage en reiskofferindustrie en zetelfabricatie. De groep besteedt jaarlijks zo’n 50 miljoen frank aan O&O. Er wordt samengewerkt met grote chemische leveranciers en klanten, universitaire onderzoekscentra en Centexbel. Moeskroen komt in aanmerking voor betoelaging door de Europese Unie.

Zegt Sioen : “Over drie jaar zullen er in Moeskroen een honderdtal nieuwe arbeidsplaatsen bijgekomen zijn, met nieuwe activiteiten die in Ardooie geen kans maken wegens de gekende hinderpalen bij uitbreidingsplannen in deze regio : klachten van buren, gebrek aan ruimte, slepende procedures. Dit dossier werd op 1 januari ’96 ingediend bij de Waalse overheid en in juli stond het gebouw van 6000 m² overeind. We beschikken er over zeven hectaren grond. Dit wordt onze nieuwe uitvalbasis.”