Van keuterboer tot industrietycoon

De West-Vlaamse ondernemer is een koppige wroeter die geen pottenkijkers duldt. Jan Puype bevestigt dat cliché in een boek waarin hij doordringt tot het geheim van het West-Vlaamse succes.

Het trekpaard sleurt niet langer de mestkar met de vloekende West-Vlaamse boer voort, maar hobbelt opgetut voor de calèche met de industriemagnaat, die zich op zondagochtend ontspant met het mennen van duur gefokte volbloeden. Wat is het geheim van die metamorfose? “De middelen waarmee West-Vlaamse ondernemers hun American Dream realiseerden, zijn hallucinant eenvoudig. Ze zijn verknocht aan streek en familie, grondgebied en stam. Als middeleeuwse ridders verdelen de West-Vlaamse ondernemers het grondgebied onder elkaar, veroveren ze buitenlandse markten, huwen ze met elkaars zusters, maken ze ruzie met hun vaders, zonen en broers.”

Dat groepsportret stamt van freelance journalist Jan Puype. De voorbije zomers fietste hij door de kustprovincie, sprak met ondernemers, politici en ander volk, op zoek naar de ware aard van de provincie. Zijn bevindingen vinden we in De ridders van de West-Vlaamse tafel, een volumineuze economische atlas, niet alleen getekend met cijfers, namen en data, maar vooral met pittige levensverhalen.

De kruidige anekdotes vinden we vooral in het lijvige middenluik, De ridders, waar Puype de geschiedenis vertelt van families als De Clerck, De Poortere, Vlerick, Vanden Avenne, Bekaert, Vande Vyvere, Van Marcke en vele anderen. Maar ook casinokoningVerdonck, dancingpaus Van Wonterghem en musicalwonder Allaert ontbreken niet. Zulke amusementsridders tonen aan dat West-Vlamingen niet alleen het harde labeur huldigen. Of hebben ze ook de ontspanning omgebogen tot vlijt en rentabiliteit? Zoals achter de paardenhoogmis Waregem Koerse een grootse business schuilgaat?

Merlijn de Tovenaar. Puype beschrijft de opkomst van de West-Vlaamse industriëlen met stijgende verbazing, hier en daar monkelend, maar ook koel en correct. Met frappante onthullingen komt hij niet op de proppen, hij verzamelt en verklaart. Dat bezorgde advocaten hem aanklampten, zegt veel meer over de geslotenheid van de West-Vlamingen dan over het boek. Niet dat Puype geen sappige affaires uiteenvouwt, maar ze waren al gekend. Ook de familievetes met kronkels en gekonkel waar geen soap tegenop kan, zijn niet nieuw. Sommige ruzies deden bedrijven ontkiemen, andere brachten een imperium ten onder. Denk maar aan textielreus Louis De Poortere. In menige West-Vlaamse villa zal dezer dagen met een zucht van verlichting vastgesteld worden dat het boek al bij al braaf blijft.

Wellicht werden de advocaten uitgestuurd om na te trekken of Puype niet te veel nadruk legde op dat andere legendarische aspect: fiscale fraude. Twintig jaar geleden zei oud-gouverneur Olivier Vanneste tijdens zijn colleges aan de Kortrijkse universiteit nog botweg: “Neem het zwartwerk in West-Vlaanderen weg en de economie ligt op zijn gat.”

Over de huidige rol van de fiscale fraude lopen de meningen uiteen, al ligt de klemtoon op de kentering. Puype personifieert de ommezwaai: “De man die een rist West-Vlaamse ondernemers de sprong liet maken van gesloten agrarische familiezaak naar moderne en open bedrijfsvoering is topadvocaat Louis Verbeke. In het West-Vlaamse ridderverhaal was de rol van Merlijn de Tovenaar hem op het lijf geschreven.” Met zwartwerk riskeren ondernemers niet alleen zware boetes en zelfs celstraf, maar ze blokkeren ook de groei: “10 miljoen frank winst die je wegsteekt, kost je aan waardering 150 miljoen frank. Je vermindert je belastingfactuur met 4 miljoen frank, maar je verliest 150 miljoen frank aan waarde bij verkoop of beursgang.”

Streuvels versus Gezelle. Met het zwarte gefluister hebben we het middenluik over de ridders verlaten en vertoeven we in het derde paneel van de triptiek. Onder de titel De ronde tafel licht Puype de mentaliteit van de ondernemers, de ingrediënten van het succes en de nieuwe netwerken toe. Daarbij hoort ook de opkomst van het West-Vlaamse durfkapitaal. Bij de De Benedetti-raid op de Generale in 1988 vroeg Etienne Davignon hulp aan Jean Van Marcke: ” L’argent flamand, il est où, monsieur Van Marcke?” Vandaag zijn de structuren zichtbaar in vehikels als Lessius, Creafund en TrustCapital Partners. Het boerke speelt nu mee in de haute finance.

Uiteraard is West-Vlaanderen niet homogeen. Dat schetst Puype in het eerste luik, De graafschappen. Het contrast tussen Brugge en Zuidwest-Vlaanderen valt zelfs in de literatuur op. Bruggeling Guido Gezelle bracht romantische poëzie, terwijl diens neef en Zuidwest-Vlaming Stijn Streuvels romans schreef met boerse, stuurse, noeste personages. In Brugge vinden we toerisme en buitenlandse multinationals, terwijl de streek rond Kortrijk familiebedrijven kent, niet zelden pas enkele decennia geleden gesticht door boeren.

Luc De Decker [{ssquf}]

Jan Puype, De ridders van de West-Vlaamse tafel. Van Halewyck, 445 blz., 27,50 euro.

Op www.trends.be vindt u een hoofdstuk uit het boek.

“Neem het zwartwerk in West-Vlaanderen weg en de economie ligt op zijn gat.” (Olivier Vanneste, ruim twintig jaar geleden)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content