Van Kafka-bestrijder naar bedrijfswereld

Alain Mouton

De cirkel is rond voor Niko Demeester. In 1999 pleitte hij als VBO-adviseur voor administratieve vereenvoudiging. Een paar jaar later timmerde hij als ambtenaar en kabinetschef aan een efficiëntere overheid. Nu staat hij als secretaris-generaal van Voka opnieuw aan de kant van het bedrijfsleven.

Vandaag, op 1 september, begint Niko Demeester als secretaris-generaal van Voka, een nieuwe functie bij de Vlaamse werkgeversorganisatie. In de nieuwe organisatie treedt hij toe tot het managementteam en wordt hij verantwoordelijk voor interne werking en strategie. In dat management zetelen ook Jo Libeer als gedelegeerd bestuurder, Erik Vermeylen (directeur van het kenniscentrum), Joost Germis (ondernemingen), Daniëlle Hertogs (financieel directeur) en Björn Crul (directeur communicatie).

Even zag het ernaar uit dat de 41-jarige Demeester vertrokken was voor een lange carrière als topambtenaar. Hij was in 2010 immers kandidaat nummer één om de federale overheidsdienst (FOD) Economie te leiden. Maar toen viel de regering in april 2010 en de benoeming van tal van topambtenaren liet op zich wachten.

Gefascineerd door statistiek

Demeester koos uiteindelijk eieren voor zijn geld en ging begin dit jaar aan de slag als associate partner bij het consultancybedrijf CSC, waar hij vooral samenwerkte met overheidsinstellingen. Maar dat was een omweg om uiteindelijk toch bij Voka terecht te komen. Demeester heeft een interessant adresboekje. De master in de Toegepaste Economische Wetenschappen annex Master of Arts in Economics (beide KU Leuven) was zowel in de academische wereld, het bedrijfsleven als de overheid actief.

Hij begon zijn loopbaan in 1993 als assistent in het Centrum voor Economische Studiën (CES). In die periode gaf Demeester als assistent twee jaar werkcollege statistiek. Zelf zegt hij “geïnteresseerd te zijn in het product statistiek”. Het zou later nog een centrale rol in zijn carrière spelen.

Van 1995 tot 2001 was Demeester adviseur bij het Verbond Van Belgische Ondernemingen (VBO). Daar bleek al snel zijn interesse voor de werking van de overheid. In 1999 publiceerde hij samen met Baudouin Velge, toen het hoofd van het Economisch departement van het VBO, een vrije tribune in de Financieel-Economische Tijd waarin hij pleitte voor een verregaande administratieve vereenvoudiging. Administratieve vereenvoudiging: het zou altijd een van zijn dada’s blijven. Demeester schuwde ook de controverse niet toen hij een kleine tien jaar geleden als VBO-adviseur in zijn pen kroop om stevige kritiek te uiten op het Zilverfonds van Johan Vande Lanotte (sp.a).

Na het VBO volgde een eerste korte passage in het bedrijfsleven toen hij twee jaar aan de slag was bij de consultant Cap Gemini. “Niko had een grote interesse voor de publieke sector en werkte toen vooral samen met de overheid”, herinnert Kris Poté, vicepresident van Cap Gemini, zich. “Ik heb hem gekend als een intelligent en loyaal man die openstond voor verandering. We wisten heel snel dat het een van die mensen was die je niet lang kunt houden. Maar het is altijd onze politiek geweest om met topconsulenten te werken.”

In 2003 werd Demeester aangetrokken als kabinetschef van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, Vincent Van Quickenborne (Open VLD). In zijn strijd om de administratieve rompslomp te beperken – het anti-Kafka-beleid – werd Niko Demeester zijn rechterhand. Vanuit zijn ervaring in het verleden wist Demeester waar de problemen zaten van de bedrijven die met kafkaiaanse situaties geconfronteerd werden. “Hij heeft een cruciale rol gespeeld in de vereenvoudiging van allerlei procedures om een bedrijf op te richten”, herinnert Vincent Van Quickenborne zich. “Dankzij het werk van Niko en de hele beleidscel is het nu veel gemakkelijker voor iemand die een onderneming wil starten.”

Geen receptieschuimer

Modernisering van de overheid was ook zijn motto toen hij van 2006 tot 2008 een tussenstop maakte als directeur-generaal bij de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (het vroegere NIS). Niet alleen was het voor de voormalige assistent statistiek de terugkeer naar een oude liefde. Als leverancier van cijfergegevens stond Demeester aan wat hij zelf “het begin van de ketting van kennis en beleid” noemt. Opvallend tijdens de periode als hoofd statistiek was dat Demeester daar ook aandacht besteedde aan het efficiënter maken van die overheidsdienst. Zo zette hij de transformatie van de dienst in van een papiergedreven administratie met veel laaggeschoolden tot een geïnformatiseerde met veel hooggeschoolden.

Van 2008 tot begin 2011 werkte hij opnieuw als kabinetschef voor de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen, Vincent Van Quickenborne. In die periode dicht bij het beleid werkte hij samen met andere topadviseurs van politici en topambtenaren als Hans D’Hondt, Frank Robben en Frank Van Massenhove (zie kader: Het netwerk van Niko Demeester). Van Quickenborne: “De goede contacten met Frank van Massenhove zijn logisch. Dat is ook een topambtenaar die efficiëntie en modernisering altijd voorop heeft geplaatst.” Zijn contacten met figuren als D’Hondt (een CD&V’er) en Van Massenhove (een sp.a-etiket) bewijzen volgens van Quickenborne dat Demeester niet bij één partij valt onder te brengen. “Hij had geen Open VLD-partijkaart. Dat is niet belangrijk voor een kabinetschef. Ik wist trouwens niet eens voor welke partij hij stemde.” Zelf heeft Demeester altijd benadrukt dat hij beleid boven politiek verkiest. Een carrière in het parlement is dus niet aan hem besteed. Ontslagnemend minister Van Quickenborne wijst ook op de discretie van zijn vroegere kabinetschef: “Hij is iemand die graag low profile blijft. Geen receptieschuimer en ook zelf geen organisator van netwerkfeesten.”

Grote economische dossiers

Tijdens zijn tweede periode bij Vincent van Quickenborne was Demeester betrokken bij belangrijke economische dossiers. Zelf noemt hij de versterking van de mededingingsautoriteiten maar vooral de liberalisering van De Post en de voorbereiding van de veiling van de vierde gsm-licentie. Veel van die dossiers werden in detail op het kabinet van Van Quickenborne behandeld. Voor Johnny Thijs was de liberalisering van de Belgische post de belangrijkste opdracht aan het hoofd van het overheidsbedrijf en toen werd er ook nauw samengewerkt met het kabinet van Van Quickenborne. Van Quickenborne: “Aparte mensen werkten aan de dossiers, Demeester patroneerde alles als people manager.”

Het ging steevast om federale dossiers. Met zijn nieuwe functie bij Voka zal Demeester vooral Vlaamse thema’s moeten bestieren, maar de essentie van zijn rol blijft dezelfde. Niko Demeester: “De overheid vervult een sleutelrol om de wendbaarheid van onze bedrijven te verhogen. Ik wil me er bij Voka-VEV dan ook voor inzetten dat de stem van de ondernemingen meer gehoor vindt bij de overheid, opdat het beleid beter inspeelt op de noden van onze bedrijven.”

Van Demeester is bekend dat wandelen, lekker eten en lezen zijn geliefkoosde vrijetijdsbestedingen zijn. Toen hij begin dit jaar bij CSC binnenstapte, hoopte hij meer vrije tijd te hebben dan vroeger. Of dat in een topfunctie bij Voka ook het geval zal zijn, is niet zeker.

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content