VAN KABINET NAAR DENKTANK
Na jaren als cabinettard bij Jean-Luc Dehaene dook Christine Vanderveeren (35j.) op als directeur-generaal van de Stichting van de Onderneming, ontstaan in ’95 uit het vroegere Instituut van de Onderneming en Stichting Industrie-Universiteit. De Stichting van de Onderneming huist in de gebouwen van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen). “Daar betalen wij huurgeld voor,” aldus Vanderveeren. “De Stichting is geen belangengroep van het patronaat. In samenwerking met de academische wereld willen wij maatschappelijke problemen bestuderen die ondernemers aanbelangen, deelnemen aan het publieke debat en samenwerken met mensen uit andere maatschappelijke groepen.” Voorzitter is André Leysen, en verder zitten in de raad van beheer toplui van Vlaamse en Franstalige ondernemingen, universiteiten en patroonsorganisaties.
Toen deze juriste en economiste er al enkele jaren als assistente aan de KU-Leuven en adviseur bij Cepess (de studiedienst van de CVP) had op zitten, begon ze in ’88 als adjunct-kabinetschef van Dehaene, toen nog vice-premier en minister van institutionele hervormingen. In ’92 werd ze kabinetschef algemeen beleid van Dehaene, intussen premier geworden. Ze was amper 32 jaar oud, en een vrouw. “Sommigen dachten : Die zal niet zwaar wegen, maar problemen had ik nooit”, zegt Vanderveeren. “Ik denk trouwens dat het voor een vrouw veel moeilijker is om door te stoten in de bedrijfswereld.” Vanderveeren is ongehuwd, en dat maakt het gemakkelijker om overvolle agenda’s te doorworstelen. “Anders gaat nochtans ook,” zegt ze. “Kijk naar Vlaams minister Wivina Demeester : zij is gehuwd en heeft kinderen.”
Jarenlang met Dehaene werken, hoe valt dat mee ? “Tegenover een vrouw zal hij soms al eens iets galanter zijn,” antwoordt Vanderveeren. “Als je je job goed doet, laat hij dat niet zo vaak merken. Als hij echter je werk niet apprecieert, krijg je het meteen te horen. Dat kan hard aankomen, maar je weet waar je aan toe bent. Hij zet zich nooit op een voetstuk. Als wij brainstormden rond een probleem, deed hij gewoon mee.”
Als kabinetschef hield Vanderveeren zich vooral bezig met institutionele hervorming : de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap, en de voorbereiding en toepassing van het Sint-Michielsakkoord. Eind ’94 kwam daar het dossier José Happart bij, wiens mogelijke benoeming als burgemeester van Voeren opnieuw voor een crisissfeer zorgde. “Al dat werk moet op kabinetten gebeuren, want daarvoor zijn er geen ambtenaren,” zegt Vanderveeren. “Er is bijvoorbeeld geen ministerie van Institutionele Hervormingen. Dat beseffen mensen vaak niet als ze beweren dat de kabinetten veel te groot zijn.”
Vorig jaar stapte Vanderveeren over naar de Stichting van de Onderneming, eigenlijk een initiatief van Georges Jacobs, voorzitter van het VBO. Ze hielp met het opstellen van de statuten, die eind november ’95 in het Staatsblad verschenen. Eerste groot wapenfeit van de Stichting is een studie en een colloquium over de kennismaatschappij in juni ’96. Daarmee zit ze veraf van de dagelijkse politieke beslommeringen, maar ook van het machtscentrum. Maar van heimwee heeft ze zichtbaar geen last.
CHRISTINE VANDERVEEREN (STICHTING VAN DE ONDERNEMING) Tegenover een vrouw zal Jean-Luc Dehaene al eens galanter zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier