Van hun voetstuk

Vallen managementgoeroes als Tom Peters, Peter Drucker en Charles Handy van hun voetstuk ? Enkele experts wogen hun theorieën en vellen (zeer) kritische conclusies.

Tijdens de lunchpauze van een workshop met Tom Peters moet een Engelse bierbrouwer even nadenken als hij gevraagd wordt naar het concrete belang van het ideeëngoed van de managementgoeroe par excellence. Uiteindelijk prevelt hij : “We staan op het punt onze vrachtrijders meer verantwoordelijkheid te geven, we laten ze onderhandelen met de cafés waaraan ze leveren. Dat idee hebben we opgedaan in een cursus van Peters van drie jaar geleden.” Drie jaar lijkt een eeuwigheid in een tijd waarin de omzetsnelheid in nanoseconden wordt gemeten. De wereld beweegt zich dus wel in de richting die Peters heeft aangegeven, maar lang niet zo snel als hij zelf wel zou willen. Peters is dan ook veeleer een provocateur dan een profeet.

Het besluit over Peters stamt van de twee Economist-redacteurs John Micklethwait en Adrian Wooldrigde. In De toverdokters gaan ze na wat managementgoeroes beweren, wat daarvan best te onthouden valt en wat liefst zo snel mogelijk wordt vergeten. Hun analyse mondt uit in een ontluistering van vele managementtheorieën en hun bedenkers, die worden ontmaskerd als niet noodzakelijk door kennis gehinderde toverdokters. Op enkele schaarse uitzonderingen na, blijken ze ver af te staan van ernstige wetenschappers of experts.

60.000 DOLLAR.

Niet toevallig staan Micklethwait en Wooldridge lang stil bij het fenomeen Tom Peters. Mag de door hen bewonderde Peter Drucker dan als de oervader van de managementgoeroes beschouwd worden, Peters staat aan de bron van de moderne managementindustrie. In 1982 zette hij de toon met het samen met Robert Waterman geschreven In Search of Excellence. Momenteel zijn er meer dan vijf miljoen exemplaren in omloop (Peters raamt zelf dat er niet veel meer dan 100.000 mensen het boek helemaal hebben gelezen). Voor een dagseminarie strijkt hij 60.000 dollar op.

Twee derde van de bedrijven die Peters in 1982 selecteerde als excellent, zijn inmiddels uit de gratie gevallen. Dat wrijven de twee auteurs hem echter minder aan dan zijn resolute voorkeur voor chaos en antirationalisme. Peters is immers blind voor saaie deugden als stabiliteit en continuïteit. In zijn chaotische wereld is geen plaats voor zorgvuldige schema’s en zelfs niet eens voor een middenkader.

Merken de Economist-redacteurs op : “Peters onderschat schromelijk hoezeer zelfs de gekste organisaties (zoals die van de beste jazzmusici) een zekere structuur nodig hebben om goed te functioneren.” Ook het door Peters zo hartstochtelijk bewonderde Silicon Valley heeft het geluk twee eilanden van stabiliteit te kennen : de Stanford University en Hewlett-Packard. De waterval van starters en stoppers in Silicon Valley zetten juist in de verf dat anarchie best een vruchtbare, provocerende gedachte kan zijn, maar daarom nog geen bedrijfsstrategie vormt voor een blijver.

DENKEN WEER TOEGESTAAN.

Het gevaarlijke antirationalisme van Peters en vele andere (post)moderne managementmagiërs wordt ook zwaar op de korrel genomen door Frederick Hilmer en Lex Donaldson. In Management een herwaardering komen de directeur van en hoogleraar aan de Australian Graduate School of Management tot grosso modo dezelfde besluiten als het Economist-duo. De turf van Micklethwait en Wooldrigde is spectaculairder, transparanter en leuker om lezen, maar de finale conclusies worden dan weer scherper omcirkeld door het Australische auteurspaar. Bovendien kraken ze niet alleen de vele misleidende denkbeelden, ze ontwikkelen ook een alternatieve kijk op de managementpraktijk en -theorie. Deze beoogt op de eerste plaats een eerherstel voor het geduldige rationele uitzetten van strategische bakens en daar de juiste organisatie voor te vinden.

Ook het beroep of het vak management moet worden opgewaardeerd, geprofessionaliseerd, zo pleiten Hilmer en Donaldson. De grilligheid van Peters en het tabula rasa van re-engineering vervangen ze door het leren uit de traditie en een weloverwogen aanpassing aan de noden van de steeds veranderende maatschappij. Verandering moet, maar dan niet op het roestempo van de achtbaan.

Ondertussen lijkt het laten spitsroeden lopen van managementgoeroes zelf uitgegroeid tot een lucratieve rage. Vorige maand verscheen ook al Fad Surfing in the Boardroom, waarin Helen Shapiro een nieuw (en vaak vernietigend) licht werpt op trends als Totale Kwaliteitszorg, re-engineering en de platte organisatie. Eén oproep hebben de drie boeken zeker gemeen : een ode aan het gezonde boerenverstand.

LUC DE DECKER

John Micklethwait & Adrian Wooldrigde, De toverdokters. Contact, 384 blz., 1700 fr. Helen Shapiro, Fad Surfing in the Boardroom. Capstone Publishing, 222 blz., ong. 990 fr. Frederick Hilmer & Lex Donaldson, Management een herwaardering. Contact, 240 blz., 1400 fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content