Van hetzelfde laken een pak

De familiale kledinggroothandel Duror is onherkenbaar getransformeerd. CEO Dirk Perquy hoort tot de derde generatie en laat het bedrijf tegenwoordig groeien met consumentenmerk Terre Bleue. Daarbij krijgt hij sinds een jaar de hulp van zijn zoon Peter, een ambitieus baasje.

“Ik weet dat mijn zoon Peter graag CEO van dit bedrijf wil worden”, geeft Dirk Perquy (54), CEO van kledingmerk Terre Bleue, mee. Het gesprek is nog maar net begonnen. Geen geheime agenda’s hier, geen verborgen verlangens, geen broederstrijd die onder het oppervlak woedt. Peter Perquy (27) is even duidelijk: “Al vanaf de middelbare school kies ik mijn studierichtingen zo dat de kans om mijn vader op te volgen zo groot mogelijk blijft.”

Soms blijkt een samenloop van omstandigheden een minstens even grote rol te spelen. Sinds de oprichting van een herenlijn van Terre Bleue in 2009, bleek vader Perquy zijn aandacht onvoldoende te kunnen verdelen over de hele onderneming. Die overkoepelde tenslotte al een dames- en kindercollectie, die onder dezelfde merknaam wordt verkocht in multimerkenwinkels en in eigen filialen.

“Toen er tijdens de raad van bestuur werd geopperd iemand nieuws aan boord te nemen, stak ik subtiel mijn hand op”, lacht Peter Perquy. Hij had net een traineeship afgerond bij BNP Paribas Fortis. “Boeiend, maar het stond te ver van de echte zakenwereld om er relevante ervaring op te doen”, reageert Peter Perquy.

Zijn functie als business development manager van de herencollectie heeft hij grotendeels te danken aan de externe bestuurders van Terre Bleue. Onder andere Philippe Naert, decaan van de University of Antwerp Management School, en Dirk Goeminne, ex-topman van Vroom & Dreesmann, overtuigden zijn vader. Die was vorig jaar nog niet overtuigd dat de tijd al rijp was voor Peters komst naar Terre Bleue.

“Ik ben dadelijk na mijn studies in het familiebedrijf terechtgekomen en dat was een slechte zaak”, vindt Dirk Perquy. “Ik heb te weinig andere manieren van werken of andere visies leren kennen. Dat gemis wilde ik bij Peter misschien overcompenseren. Nu besef ik dat het leiden van de herencollectie een ideaal project is om alle facetten van ons bedrijf te leren kennen.”

Peter Perquy vult aan: “Omdat ik met een jong team werk, kom ik ook niet in de positie waarin het tot een aanvaring met de vaste waarden in ons bedrijf kan komen. Wel eng was het toen mijn vrienden me erop wezen dat ik nu voor de rest van mijn leven aan Terre Bleue vasthang ( lacht.) Ondertussen hoop ik dat het voor de rest van mijn leven is.”

Broederstrijd en vadermoord

Dat is helemaal nog niet zeker. Perquys broer die geneeskunde studeert, heeft misschien geen interesse in de operationele leiding van Terre Bleue. Zijn andere broer sluit niet uit dat hij binnen enkele jaren met dezelfde ambitie voor de deur staat. En een schip kan maar één kapitein hebben, vindt Dirk Perquy. Hij hoorde bij de generatie die voor het eerst als enige aan het roer stond van het kledingbedrijf, een keuze die hij heel bewust maakte. Al relativeert Peter Perquy: “Terre Bleue groeit sindsdien voldoende om bijvoorbeeld elk een deel te leiden.”

Zover is het nog lang niet. Ook Perquy senior heeft nog ambities. “Ik overweeg pas om het bedrijf over te laten aan de volgende generatie als ik ervan overtuigd ben dat er voldoende toekomst is voor hen. Anders kun je beter beslissen om de zaak op tijd te verkopen en je kinderen de kans te geven een plaats te zoeken in een andere sector.”

De weg die Perquy aflegde nadat hij – toen nog de kledinggroothandel Duror – had overgenomen van zijn vader en zijn oom, zit daar voor meer dan een beetje tussen. “Met alle respect voor de tweede generatie, maar zij was er niet in geslaagd om een gezond bedrijf over te laten. Terwijl de bedrijfsleiding besefte dat de groothandelsactiviteit op termijn zou verdwijnen. Ze had zelfs de juiste strategische visie om te starten met eigen collecties. Alleen slaagde ze er niet in om haar doelstellingen te bereiken.”

Perquy lanceerde daarom bij Duror – dat in 1938 startte als groothandel in mutsen, sjaals en ondergoed – het kledingmerk Porcini voor vrouwen en CF Company voor kinderen. Het merk Terre Bleue kwam er in 2002 en staat sindsdien bekend als kledij die schommelt tussen sportief en gekleed. Het verdrong de andere twee merken in 2007 en 2008. “De verkoop van Porcini stelde niet langer voldoende voor. De visie achter Terre Bleue was sterker, dus we kozen ervoor om daarmee op volle kracht vooruit te gaan. De kindercollectie werd in Terre Bleue geïntegreerd”, legt Perquy uit.

Net nog ging hij samenwerkingsverbanden aan voor de start van Terre Bleues schoenencollectie. Er kwam ook een zusterbedrijf voor de retailpoot van Terre Bleue. De negen eigen winkels en vijf franchisevestigingen tekenen vandaag voor dertig procent van de vijftien miljoen euro omzet. Dat hun aandeel nog zo klein is, heeft er alles mee te maken dat Perquy tot 2004 weigerde nog maar na te denken over het openen van eigen winkels. Zijn grootvader had hem namelijk op het hart gedrukt dat een schoenmaker bij zijn leest moet blijven. Perquy: “De raad van bestuur deed me beseffen dat eigen vestigingen toch nodig zijn om je merk te ondersteunen.”

Het eigen retailnetwerk kan nog aan belang winnen, nu multimerkenwinkels steeds minder bereid zijn om nieuwe merken in hun assortiment op te nemen. Wat vooral knap lastig is om de nog jonge herenlijn van Terre Bleue verder op rails te krijgen. “Het is moeilijk om de herenmarkt te betreden nu consumenten sneller kiezen voor vaste waarden. Ze besparen op extraatjes en net daarin hadden wij in andere omstandigheden kunnen differentiëren. Maar we zijn zeker niet ontevreden over waar de herencollectie nu staat”, vertelt Peter Perquy.

“De herenlijn is rendabel, al blijft de damescollectie de melkkoe”, vervolledigt zijn vader. De daling in de nettowinst van Duror, dat de heren- en kindercollectie overkoepelt, deert hem dan ook niet. “Wij kijken altijd naar het totale plaatje. Daar zagen we vorig jaar een stagnatie door de crisis, maar het staat vast dat we dit jaar opnieuw groeien.”

Appeltje of oorlogskas

Welke uitdagingen blijven er dan nog over voor de volgende generatie? De internationale expansie? De productie gebeurt al lang grotendeels in Portugal, maar ook in bijvoorbeeld India en de streek rond Hongkong. Grootvader beval namelijk ook dat er nooit een schouw op het bedrijf mocht staan. Interpreteer: uitbesteden, die productie.

“Ook verkopen op buitenlandse markten heeft veel valkuilen. Dat sluit niet uit dat export in de toekomst nodig wordt om voldoende kritische massa te genereren om te overleven”, beseft Perquy junior. Zijn vader is hem toch weer voor. “We zullen de buitenlandpiste pas bewandelen als de huidige strategie geen groeimogelijkheden biedt. Ik heb wel al een paar ideeën over hoe dat dan kan. Ik steek ook niet weg dat ik de internationalisering nog graag als CEO wil realiseren.”

Aan centen voor zo’n project is er geen gebrek. Terre Bleue beschikte vorig jaar al over een eigen vermogen van ongeveer 2,5 miljoen euro. “Noem het een appeltje voor de dorst. De vorige generaties hebben ons geleerd dat er na goede tijden zwakke komen”, aldus Dirk Perquy.

Je kunt het ook een oorlogskas noemen, die de noodzaak aan extern kapitaal elimineert. “Ik kies er bewust voor om het kapitaal niet open te stellen voor derden bij de familiale overdracht”, bevestigt Dirk Perquy. “Peter zal daar door zijn vorming misschien minder rigide over zijn. Als hij denkt dat er na de overdracht durfkapitaal nodig is in het belang van het bedrijf, zal ik mijn visie daarover misschien veranderen.” Peter Perquy denkt er vooral praktisch over. “Als mijn broers beslissen dat ze niets meer met het bedrijf te maken willen hebben, weet ik niet hoe ik dat moet financieren. Ook dan biedt extern kapitaal mogelijkheden.”

Door Sjoukje Smedts, fotografie thomas legrève

“Het was even eng dat ik voor de rest van mijn leven aan Terre Bleue vasthang”

Peter Perquy

“Ik steek niet weg dat ik de internationalisering graag nog als CEO wil realiseren”

Dirk Perquy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content