Van het altaar tot het bed
Al vier generaties lang is de familie Slabbinck actief als producent van liturgische gewaden. Door de crisis in de kerk en de economie moest het bedrijf op zoek naar diversificatie. Dat vond het in het segment van het huis- en bedlinnen.
Zondag vindt in Dublin de slothappening plaats van het vijftigste Internationaal Eucharistisch Congres. In het Croke Park Stadium zullen 80.000 mensen de slotviering van dit vierjaarlijkse congres bijwonen. De ceremonie heeft ook een Belgisch tintje. Slabbinck uit Brugge mocht meer dan 2000 stola’s, kazuifels en mijters leveren.
“De bestelling heeft een waarde van zowat 140.000 euro”, zegt CEO Mathias Slabbinck. “Maar veel belangrijker zijn de toegenomen naamsbekendheid en prestige. Gekoppeld aan het congres is er bijvoorbeeld een beurs waar priesters van overal ter wereld een kijkje komen nemen. Slechts enkelen zullen daar echt iets kopen, maar we hopen vooral dat ze zich bij een volgende gelegenheid nog onze naam zullen herinneren.”
Het is niet de eerste keer dat Slabbinck leverancier van het Internationaal Eucharistisch Congres is. “Dat was onder andere ook al het geval in 2008 in Québec. Dat jaar leverden we enkel de gewaden van de hoofdcelebranten”, zegt Mathias Slabbinck. “De bestelling voor dit jaar hebben we niet in de schoot geworpen kregen. We zijn als winnaar uit een aanbestedingsprocedure gekomen, waarin de kostprijs gelukkig maar een van de factoren was.”
Modetrends
In tegenstelling tot wat velen denken, zijn ook de liturgische gewaden aan modetrends onderhevig. Priesters en andere religieuzen komen graag persoonlijk naar de toonzaal in Industriezone Waggelwater om hun keuze te maken. In principe krijgen ze van de kerkfabriek een budget om nieuwe gewaden te kopen. De klant kan specifieke eisen stellen voor bijvoorbeeld accessoires en afmetingen. Het gros van de productie is puur maatwerk.
De omzet van het Brugse familiebedrijf schommelt rond 6,5 miljoen euro. Slabbinck is voortdurend op zoek naar nieuwe afzetgebieden. Zo heeft het bedrijf in het verleden nog gewaden geproduceerd voor klanten uit verschillende religies zoals anglicanen, presbyterianen en vooral rooms-katholieken. “We hebben ook al enkele zaken gemaakt voor orthodoxen, maar dat is niet zo gemakkelijk. We kennen de symboliek niet”, geeft Slabbinck toe.
De Belgische thuismarkt is nog goed voor 15 procent van de omzet, maar dat percentage zakt elk jaar. Ook in de meeste andere Europese landen is de markt verzadigd, waardoor Slabbinck zijn blik dus op steeds verdere horizonten moet richten. Het bedrijf is actief in veertig landen, waardoor het zowat het meest internationale bedrijf in de sector is. De concurrentie komt telkens van enkele lokale spelers.
Niet alleen de concurrenten, ook de overheid maakt het niet altijd even eenvoudig om zaken te doen. “Vijftien jaar geleden was Argentinië een heel interessante markt, maar intussen is die markt zogoed als afgesloten”, zegt Mathias Slabbinck. “We moeten dus telkens op zoek naar nieuwe markten. Sinds het Europese handelsverdrag met Mexico en Chili zijn we daar bijvoorbeeld goed bezig. We doen ook veel inspanningen om in Brazilië iets op te bouwen. Binnenkort openen we samen met onze Argentijnse partner een winkel in São Paulo.”
Ook Afrika is een veelbelovende groeimarkt, maar daar is het probleem eerder van logistieke aard. De leveringstermijnen zijn kort en het is niet zo eenvoudig een bestelling tijdig ter plekke te krijgen.
De Verenigde Staten zijn de belangrijkste afzetmarkt van Slabbinck. Zowat de helft van de productie gaat naar daar. Dat maakt het bedrijf gevoelig voor wisselkoersschommelingen. “Nog niet zo lang geleden stond de euro-dollarkoers op 1,50. Dat was moordend voor ons. Nu gaat het gelukkig de andere kant op. Ik begrijp niet waarom sommigen hardnekkig willen vasthouden aan een sterke munt. We hebben vooral een stabiele munt nodig. We nemen hoe dan ook geen risico’s. Een groot deel van onze dollaromzet dekken we in met termijncontracten op 18 maanden”, aldus Slabbinck.
Vierde generatie
Gezien het beperkte groeipotentieel in de liturgische gewaden, begon Slabbinck enkele jaren geleden zijn aanbod te diversifiëren. De altaarkleden bleken mogelijkheden te bieden. “Eigenlijk is een altaar niet meer dan een tafel met speciale maten, dus richtten we ons op het segment van het huis- en bedlinnen. We hebben leergeld betaald. Het is niet omdat je een product kunt maken, dat je het ook kunt verkopen”, verklaart Slabbinck.
Aanvankelijk probeerde het bedrijf zijn producten te slijten in de betere decoratiewinkels. Sinds kort ligt de klemtoon op projectwerk in samenwerking met decorateurs en binnenhuisarchitecten. “We hebben een heel specifiek nichesegment gezocht, waar de prijs minder doorslaggevend is”, legt Slabbinck uit. “Zo hebben we al projecten gedaan in residentiële huizen, in jachten en zelfs in vliegtuigen. De nieuwe activiteit groeit heel snel: ze tekent al voor bijna 20 procent van de omzet. In het najaar nemen we voor het eerst deel aan de Biënnale Interieur in Kortrijk.”
Thuisbasis Brugge
De collectie huis- en bedlinnen draagt letterlijk de handtekening van Mirabel Slabbinck, de zus van Mathias. Zij is bij Slabbinck verantwoordelijk voor de productie. Mathias neemt de sales en het dealernetwerk voor zijn rekening. De derde familiale aandeelhouder is hun neef Viktor. Hij is het aanspreekpunt voor alles wat met marketing, aankoop en financiën te maken heeft. Met zijn drieën vertegenwoordigen ze de vierde generatie in het bedrijf, dat in 1903 werd opgericht door hun overgrootvader Hendrik Slabbinck. Aan verhuizen denken ze niet. Brugge was, is en blijft de thuisbasis. “Ik ontken niet dat de loonkosten hier hoog zijn, maar met een aangepaste strategie en de inzet van een topteam is het mogelijk te overleven”, vindt Mathias Slabbinck. “Wie mikt op massaproductie, kan het hier vergeten. Wij onderscheiden ons door onze hoge productiviteit en onze flexibiliteit.”
Een bezoek aan het atelier bewijst dat. De medewerkers maken zowel liturgische gewaden als huislinnen. Ondanks het maatwerk slaagt het bedrijf erin heel korte leveringstermijnen te respecteren. Trots toont Mathias een fiche met barcode die het product tijdens het volledige productieproces volgt. “Op 28 mei heeft de klant een mijter besteld. Tegen 12 juni ligt het afgewerkte product bij de klant in Canada.”
DIRK VAN THUYNE, FOTOGRAFIE SOFIE VAN HOOF
“Ik begrijp niet waarom sommigen hardnekkig willen vasthouden aan een sterke munt. We hebben vooral een stabiele munt nodig”
Mathias Slabbinck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier