Van de koelkast naar de kleerkast. Mode uit afval
Jaarlijks recycleert Wellman 2,65 miljard PET-flessen tot polyester-vezels voor de textielindustrie.
De Amerikaanse groep wacht op de gescheiden inzameling in Europa om ook hier van start te gaan met de produktie van EcoSpun.
Locatie : Spijk (Nederland).
“De aanvaardingsplicht is een goudmijn voor ons, ” zegt Jim Armstrong, direkteur-generaal van Wellman Recycling in Nederland. Conform de Europese verpakkingsrichtlijn moeten alle producenten vanaf 1 januari ’96 in België hun afgedankte konsumptiegoederen terugnemen en recycleren.
Armstrong : “Dit systeem waarborgt een konstante aanvoer van gebruikte frisdrankflessen. Tot nu toe bleef dit aanbod beperkt wegens het ontbreken van selektieve inzameling van huisvuil. Daar komt nu dus met Fost Plus (zie Trends van 7 september 1995) verandering in. Op dit ogenblik bespreken wij met Bepet die het Groen Punt in België beheert op welke wijze we een rendabele afzetmarkt voor gerecycleerde PET-produkten kunnen realizeren. “
Of dit voldoende zal zijn om ook in ons land een recyclagefabriek te vestigen, blijft zeer de vraag. Armstrong : “Alles hangt af van de politieke beslissingen en het aanbod. Bovendien is Nederland niet zo ver en zijn onze lijnen nog niet allemaal opgevuld, zodat we voorlopig de kat uit de boom kijken. “
Op een voormalige site van de T&A-steenbakkerij in Spijk (Gelderland) langs de Rijn aan de grens met Duitsland ontdoet Wellman Recycling (omzet van 350 miljoen frank met 25 personeelsleden) oude PET-flessen van hun doppen, losse bodems, etiketten en lijm. Vervolgens worden de drankverpakkingen gereinigd en vermalen tot granulaten, de basisgrondstof voor Wellman International in Ierland, die er polyestervezels van maken. “Jaarlijks produceren wij zo’n 15.000 ton gerecycleerde korrels. Samen met onze Amerikaanse zusters in Johnsonville en Bridgeport goed voor 120.000 ton per jaar zijn wij het grootste recyclagebedrijf van PET-flessen ter wereld, ” zegt Armstrong.
EKOTREND.
Recyclage is in de mode. In november opent de Amerikaanse textielgigant Malden Mills zijn eerste vestiging in Europa. Deze nieuwe fabriek bij Görlitz, een stad in de voormalige DDR, zal kleding uit 100 % gerecycleerd polyester op basis van EcoSpun maken.
EcoSpun is een gecertificeerde techniek van Wellman (Verenigde Staten). Sinds ’79 verwerkt deze beursgenoteerde groep afgedankte frisdrankflessen tot polyestervezels. De vezels vinden afzet in de tapijtindustrie, maar worden ook als vulsel voor slaapzakken, skivesten en meubelen gebruikt. Op vraag van Patagonia, specialist in buitensportkleding (zie kader), slaagt Wellman in ’93 erin een vezel te ontwikkelen, geschikt voor de kledingindustrie : EcoSpun. Deze technologie bezorgde het bedrijf in ’94 enkele prestigieuze milieuprijzen zoals de Fashion Industry Award for Environmental Excellence van de Verenigde Naties en de Edison Award van de American Marketing Association en, nog leuker, een omzetstijging van 11,2 % tot zo’n 30 miljard frank (zie cijfertabel).
Wellman heeft grootse plannen. Juni jongstleden maakte Thomas Duff, voorzitter van de groep, zijn investeringsprogramma (budget van 1,2 miljard frank) bekend om de huidige kapaciteit van 500 miljoen kg polyestervezels en PET-korrels tegen de eeuwwisseling te verdubbelen. Enerzijds zal het concern een nieuwe fabriek in Noord-Amerika bouwen, die in ’98 in produktie moet gaan. Anderzijds heeft de groep deze zomer de PET-afdeling van Akzo Nobel in Nederland overgenomen, waardoor haar Europese produktie in dit segment zal oplopen tot zo’n 200 miljoen kg in 2000.
Op dit ogenblik kampt de textielindustrie, die 80 % van de totale polyesterproduktie voor haar rekening neemt, met een tekort aan vezels. Als gevolg van een aantal mislukte katoenoogsten zijn de prijzen sterk gestegen en neemt de vraag naar syntetische vezels toe. Maar het aanbod aan polyester is schaars, vermits PET wereldwijd het glas steeds meer als verpakkingsmateriaal voor frisdranken verdringt. Het zal zeker nog tot ’97 duren vooraleer de petrochemische industrie over voldoende produktiekapaciteit beschikt om aan de stijgende vraag te voldoen.
KLEDING.
Judath Langan, woordvoerder van Wellman : “Door de bestaande PET-flessen te recycleren, biedt EcoSpun een oplossing voor dit probleem. In de Verenigde Staten loopt de zogenaamde soda bottle fashion (mode uit afval) zeer goed, dankzij het groen imago van ons produkt. Zo hebben wij volgens een onafhankelijke milieustudie op twee jaar tijd 1,3 miljoen barrels ruwe olie, 750.000 ton broeikasgassen en 240.000 ton stortvolume bespaard. Intussen verdubbelde onze kapaciteit en recycleren wij in onze fabriek in Johnsonville (South Carolina) zo’n 2,65 miljard PET-flessen per jaar, waarvan zo’n 1,3 miljoen kg EcoSpun gemaakt wordt (nvdr niet alle gerecycleerde vezels worden voor EcoSpun gebruikt). “
Ondanks de grote produktie kan Wellman de vraag naar EcoSpun amper bijhouden. Al meer dan 100 textielfabrikanten maken kleding uit dit eko-materiaal. In het totaal zijn al meer dan zes miljoen labels verspreid met de tekst “For the first time, the products you buy can help preserve the earth”. Deze boodschap slaat aan in de Verenigde Staten. Europa reageert alsnog terughoudend. Peter Walsh, commercieel direkteur van Wellman International : “Maar de vraag naar gerecycleerde vezels groeit op het kontinent. Daarom plannen we volgend jaar de installatie van een EcoSpun-lijn in Mullagh (Ierland). De vooropgestelde datum van januari ’96 is echter omwille van technische redenen niet meer haalbaar. “
STATIEGELD.
In tegenstelling tot de VS, waar het huisvuil al meer dan tien jaar op grote schaal selektief opgehaald wordt, storten of verbranden de Europese steden en gemeenten nog altijd het grootste deel van dit afval.
Armstrong : “Onder druk van de milieubeweging schakelen de lidstaten nu over op preventie en hergebruik. Dat betekent dat hier ook een recyclagemarkt ontstaat. Tot nu konden wij niet beschikken over een konstante aanvoer van afgedankte friskdrankflessen om nieuwe vezels te vervaardigen. Zelf een inzamelsysteem opzetten, was voor ons ekonomisch niet haalbaar. “
Met het oog op expansie in West-Europa kocht Wellman International samen met Constar in ’88 de Nederlandse producent van PET-flessen Desmacon in Zevenaar (Gelderland). Tegelijkertijd besloot de groep te diversifiëren naar de milieusektor : als producent van syntetische vezels heeft zij alle belang bij het gebruik van secundaire grondstoffen. Daarom startte Wellman in april ’90 een recyclagebedrijf in Spijk, vlak bij Desmacon, om de zusteronderneming met gerecycleerde PET-korrels te bevoorraden. Armstrong : “De lokatie lag voor de hand. Enerzijds was Nederland de eerste EU-lidstaat, die voor plastic flessen een statiegeld invoerde. Dat systeem verzekerde ons een overzichtelijk en voldoende aanbod van grondstoffen. Na 20- tot 25-maal hergebruik moeten de drankenvullers hun oude flessen toch ergens kwijt. Anderzijds grensde Spijk aan Duitsland, dat met de invoering van haar Groen Punt plots met een massale voorraad van oude wegwerpflessen kwam te zitten, waar ze geen blijf mee wist. “
Hoewel het merendeel van de EU-lidstaten voor de gescheiden ophaling kiest, geeft Armstrong toch de voorkeur aan statiegeld : “Ervaring in Skandinavië, Nederland en Duitsland leert dat de recyclagegraad van dit systeem 50 tot 90 % bedraagt, terwijl in de Verenigde Staten maximum de helft gerekupereerd wordt. ” Maar klagen doet hij niet, want recyclage zit in de lift.
ERIC POMPEN
JIM ARMSTRONG, DIREKTEUR-GENERAAL VAN WELLMAN RECYCLING (NEDERLAND) Gescheiden ophaling van verpakkingsafval maakt recyclage van PET-flessen rendabel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier