Vallen en weer opstaan

JORN VANYSACKER "Ik kan iedereen recht in de ogen kijken." © THOMAS SWEERTVAEGHER

Drie jaar plooiden Jorn Vanysacker en zijn Griekse vennoot George Christoforakis zich dubbel om met hun Londense start-up een nieuwe datingapp in de markt te zetten. Terug in België getuigt de ondernemer over het blauwtje dat hij liep.

Toen de productontwikkelaar Jorn Vanysacker nog een jaar extra ging studeren in Birmingham, leerde hij de Griek George Christoforakis kennen, met wie hij in 2013 in Londen het bedrijf Rendeevoo begon. “De datingsector is een verziekte sector, vonden we. Datingapps willen eigenlijk niet dat je snel een afspraakje hebt. Hoe meer tijd je doorbrengt op hun app, hoe meer geld zij verdienen”, legt Vanysacker uit. Het ondernemersduo besloot daar met Rendeevoo iets aan te doen. Het ontwikkelde een app waarmee de gebruiker iemand kon uitnodigen voor een drankje. Wanneer die persoon bevestigde, stelde de app een locatie voor. “Ons businessmodel zat zo in elkaar dat het in ons voordeel was gebruikers zo snel mogelijk met iemand in contact te brengen. We werkten samen met cocktail-, wijn- en koffiebars in Londen. De inkomsten kwamen van de 50 procent die we namen van het eerste drankje dat in de bar werd besteld.”

De app was lokaal beschikbaar in de Oost-Londense wijk Shoreditch en had na verloop van tijd duizenden gebruikers. Maar in 2016 slaagden de oprichters er niet in vers kapitaal te vinden om voort te doen. Getuigenissen van gelouterde ondernemers als Jorn Vanysacker passen in de Failing Forward-campagne die de netwerkorganisatie Startups.be dit najaar weer op gang trapt. De bedoeling is falen te zien als een leerschool voor ondernemers. Uit het verhaal van Rendeevoo zijn verschillende lessen te leren.

1. Haal geen kapitaal op in te veel kleine schijfjes

Tussen 2014 en 2016 haalde Rendeevoo ongeveer 400.000 pond (450.000 euro) op. De oprichters gingen eerst een persoonlijke lening aan, die Jorn Vanysacker nu nog aan het afbetalen is, om met Spaanse softwareontwikkelaars de eerste versie van de app te bouwen. De eerste crowdfundingcampagne mislukte omdat Rendeevoo te hard zijn best deed de taal van de grote investeerders te spreken, terwijl mensen op crowdfundingsites eerder kleine bedragen geven.

“We hebben meteen een nieuwe crowdfundingcampagne gelanceerd”, herinnert Vanysacker zich. “We haalden meer op dan we hadden gevraagd. Dat creëerde een momentum waarbij we nog externe investeerders konden aantrekken.” Rendeevoo hield zich volgens Vanysacker strikt aan de budgetten die het opstelde, maar wilde soms te snel gaan. “We wisten bijvoorbeeld dat we 200.000 euro nodig hadden, maar we stelden ons tevreden met de 70.000 euro die we op dat moment konden krijgen, omdat we anders niet meer hadden bestaan. Dat is niet altijd de juiste keuze. Anderzijds was het ook niet de goede keuze geweest dan de boeken toe te doen, omdat je te hard gelooft in wat je doet. Het is altijd een beetje schipperen.”

2. Spreek ook de emotionele kant van investeerders aan

Op een gegeven moment begon het werk van het team te lonen. Rendeevoo kreeg er maandelijks duizend nieuwe gebruikers bij. 6,5 procent betaalde voor een drankje in de app om een afspraakje te regelen. Dat is een hoog percentage. Het was tijd het werkterrein uit te breiden naar de rest van de stad en daarbuiten, maar daarvoor was nieuw kapitaal nodig. Werken via crowdfunding en businessangels zou dit keer niet volstaan. Er was een groter bedrag nodig, dat moest komen van durfkapitaalinvesteerders. Vooraleer Londense durfkapitaalinvesteerders investeren in een die zich tot particulieren richt, verwachten ze 10.000 nieuwe gebruikers per maand. “Wij zaten aan duizend”, zegt Vanysacker. “Wij hebben vier maanden keihard zitten knallen om aan dat getal te raken, maar het lukte niet. Dat was een zeer moeilijk moment.”

Toch zijn zulke rationele criteria niet het enige wat meespeelt, ontdekte de entrepreneur. Het komt er voor start-ups ook op aan investeerders het gevoel te geven dat ze een potentieel succesverhaal missen als ze niet in je bedrijf investeren. Hoe kun je die fear of missing out dan creëren? “Door verhalen te creëren en mensen het gevoel te geven dat er iets aan het gebeuren is in de markt. Dat kan door persaandacht te genereren, iets unieks te bewerkstelligen, iets controversieels te doen, of nog iets anders waarbij je mensen het gevoel geeft dat ze er deel van willen uitmaken. In elk geval iets waardoor bij de investeerder de emotionele kant naar boven komt, niet de ratio.”

3. Spreek af wanneer je de stekker eruit trekt

De zoektocht naar geld, de zoektocht naar meer gebruikers en de slinkende bankrekening begonnen vorig jaar steeds zwaarder te wegen en toen een belangrijk teamlid om persoonlijke redenen ander werk zocht, brak er iets bij Vanysacker. Hij was een burn-out nabij, maar tijd voor zelfs maar een paar dagen vakantie was er niet. De twee oprichters besloten voort te doen tot 23 september 2016. “Als je blijft gaan, ben je op den duur ook niet meer efficiënt bezig. Bovendien voel je de druk van de investeerders. Je hebt nooit rust. Onze deadline was 23 september, de verjaardag van George”, vertelt Jorn Vanysacker over de avond waarop ze ermee stopten. “Onze goede vrienden en investeerders waren in onze coworkingruimte samengekomen. Het was een mooi maar raar moment.”

Een dag later, op 24 september, verliet Jorn Vanysacker Londen om terug naar België te reizen. “Ik heb mijn kites in de auto gestopt en ben de wind gaan volgen om te gaan kitesurfen”, beschrijft Vanysacker. “Toen er opeens geen wind meer was, ben ik beginnen te schrijven over hoe ik me voelde. Tot mijn eigen verbazing was wat ik schreef allemaal constructief. Ik realiseerde me dat de laatste maanden bij Rendeevoo, net als bij een relatie die ten einde loopt, een verwerkingsproces moeten zijn geweest. Ik voelde me aan het einde echt gevangen. Dat het gedaan was met het bedrijf, kwam als een opluchting. Ik brak niet, zoals ik had verwacht. Ik heb altijd geprobeerd ethisch te werken. Een van de redenen waarom ik er nu wel mee om kan gaan en dat ik dit als een positieve ervaring beschouw, is dat ik iedereen recht in de ogen kan kijken.”

Tijdens de moeilijke maanden in Londen belde Vanysacker wekelijks met zijn vriend Tim Clauwaert, de medeoprichter van Intuo, een Gentse start-up die bedrijven helpt de talenten en de wensen van hun werknemers beter te beheren. Intuo bleek net op zoek te zijn naar iemand die de marketing op zich kon nemen en bood Vanysacker een baan als marketingdirecteur aan. “Ik vroeg eerst nog wat tijd, maar ze belden dat ze me al nodig hadden voor een evenement. Tien dagen nadat ik uit Londen was vertrokken, ben ik bij Intuo begonnen.”

Benny Debruyne, fotografie Thomas Sweertvaegher

“De laatste maanden bij Rendeevoo waren een verwerkingsproces” Jorn Vanysacker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content