Valken vliegen hoog

De Duitse sokkenfabrikant Falke is ook in België een gekende en vooral veel gedragen naam. Het merk, dat met zijn voeten stevig op de grond staat, had behoefte aan een nieuw elan. Dus werden de vleugels versterkt en de aanpak verjongd. Vandaag zijn de sokken goed voor een omzet van meer dan 400 miljoen Duitse mark.

Op het dak van de fabriek Franz Falke-Rohen in Schmallenberg, op een dik uur van Keulen en aan de oevers van de Rijn, wappert de Europese vlag lustig in het typische Sauerlandse landschap. In de ontvangstkamer staan moderne stoelen van Le Corbusier, aan de muren prijken verscheidene hedendaagse kunstwerken, overal zie je verwijzingen naar de Formule 1-autosport.

Het is in de ateliers van Schmallenberg dat het hart van de sokkenfabrikant klopt, en dat 1200 van de 3300 werknemers van de groep tewerkgesteld zijn. Gebreide sokken vormen de hoofdbrok. Falke verkoopt jaarlijks tussen de 25 à 30 miljoen paar sokken (in 3000 verschillende kleuren, motieven en maten).

Wol

is de voornaamste grondstof, naast katoen. En ook al loopt de leiding van het bedrijf niet graag te koop met bekende namen die bij het sokkenmerk zweren, sommigen steken hun voorliefde voor Falke niet onder stoelen of banken. Onder hen bijvoorbeeld de Britse koninklijke familie, een aantal oliesjeiks, Bill Cosby, en ook bepaalde Formule 1-piloten. Dat laatste is niet echt verwonderlijk: Falke sponsort sinds vorig jaar het team Williams Renault, dat tijdens de wereldkampioenschappen van vorig jaar erg veel succes behaalde met Jacques Villeneuve. Dit jaar verliep de start wat minder goed, maar Falke verliest het vertrouwen niet in het Formule 1-team. Paul-Georg Falke en Franz-Peter Falke, beiden aan het hoofd van het bedrijf, zijn ervan overtuigd dat de race nog alle kanten uit kan en dat het team zich flink zal herpakken.

Begin van de jaren negentig was voor veel modemerken een keerpunt. Modemerken die tot dan toe succesrijk geweest waren, zagen in dat die voorspoed alleen maar kon blijven duren als het bedrijf zin had voor verjonging, op allerlei vlak. Ook sokkenfabrikant Falke zag dat in. Zowel de collectie, als de communicatieaanpak en de marketingstrategie werden grondig herzien. Het jaarlijks reclamebudget bedroeg tien jaar geleden 5% van de omzet; vandaag de dag is dat welgeteld het dubbele.

Dat Falke zich met de Formule 1-wedstrijden associeert, betekent dat het merk aan zijn prestige werkt. Falke is niet zomaar een prêt-à-porter merk, het is de betere confectie. Sokken van Falke betekenen kwaliteit aan je voeten. Een ander zichtbaar voorbeeld van verjonging was de reclamecampagne. Daarvoor nam Falke de erg bekende New Yorkse modefotograaf Albert Watson onder de arm. Zijn zwart-wit reclamecampagne is in geen geval onopgemerkt voorbijgegaan. Kousen en sokken kunnen sexy zijn.

De verjonging

valt ook op andere fronten op. Neem nu het logo. De valk – een ontwerp van Klaus Gerwin uit 1950 – werd veel kleiner en is in zijn moderne typografie haast niet meer herkenbaar. Falke verouderde niet, liet zich leiden door passie en gevoel, door smaak en een neus voor zaken. Dat op internationaal gebied de interesse niet kon uitblijven, spreekt vanzelf. Falke is een hoogvlieger. En voor wie een bezoek aan Schmallenberg brengt, lijkt dat een hele prestatie. Dit kleine plaatsje – dat dan wel in een prachtig landschap ligt – mag men met een gerust hart een ‘vergeten gat’ noemen. Een uithoek waar niets te beleven valt en waar elke link met de actualiteit, laat staan met de mode, haast onbestaand is.

Maar het bedrijf staat stevig op zijn poten, en heeft vat op de mode, al honderd jaar lang. Het kapitaal is volledig in de handen van de familie Falke en in Duitsland is het sokkenmerk Falke een gevestigde waarde. Tot voor kort richtte Falke zich trouwens niet eens naar het buitenland, alle bedrijvigheid was op de grote Duitse markt gefocust.

Tot er een Belg op het toneel verscheen, met name Peter Van Eupen. Van Eupen had zijn sporen al verdiend bij La Gaviota, en toen hij verliefd werd op Gisela en met haar trouwde, werd hij familie van de Falkes. General manager Van Eupen spitste zijn oren, voelde aan wat de buitenlandse markt wilde, en beantwoordde aan de vraag. Als de export 10 jaar geleden zo’n 5% van de omzet bedroeg, dan is dat nu meer van 20%. Maal vier dus.

Falke

heeft 11.000 verkooppunten in 50 landen ter wereld. Van die verkooppunten bevinden zich er 500 in België waarmee ons land meteen een van de belangrijkste exportlanden voor de sokkenfabrikant is. België staat samen met Zwitserland op de tweede plaats. Nederland is koploper. In diverse steden, bijvoorbeeld Berlijn en Keulen, werden knappe boetieks geopend. Binnenkort is ook Moskou aan de beurt.

“Qualität schaft uns Vorsprung”, staat op de muren van de ateliers waar de sokken gebreid worden. En het is hier, op de prachtige, antieke parketvloeren, dat de oude Engelse weefgetouwen het moeten opnemen tegen de allermodernste breitechnieken (200 naalden per machine) uit Italië en Japan. De sokken worden aan de lopende band gebreid, de ene sok na de andere, meer dan honderd tegelijk. En om wat verandering in de zaak te brengen, heeft Falke, in samenwerking met de Sportuniversiteit van Keulen, een reeks sokken gelanceerd die speciaal ontworpen zijn voor bepaalde sportdisciplines. Het zijn ergonomische sokken die, al naargelang van de sportdiscipline, op een andere manier gebreid worden. Al deze sportsokken hebben bovendien een rechter- en linkersok. Waarmee Falke het allereerste merk is dat met deze eigenschap op de markt komt. En het moet gezegd: je voelt heel duidelijk een verschil.

De sokken van Falke zijn aan strenge kwaliteitsnormen onderworpen, de controle verloopt systematisch. En volstrekt volgens de Duitse Gründlichkeit.

Aan de distributie

kon misschien nog het een en ander veranderd en gemoderniseerd worden. Op het gebied van productietechnologie zat de fabrikant aan zijn plafond. “We kunnen niet nog meer vooruitgaan. Wij hebben alles, de allerlaatste, allerbeste technieken en technologieën”, klinkt het. Maar het bedrijf is bijzonder trots op het nieuwe distributiesysteem. Het opslaan verloopt volledig geautomatiseerd, en wie langs de machines in de stockruimte wandelt, waant zich James Bond. Fantasie en werkelijkheid liggen erg dicht bij elkaar. Meer dan 9000 paletten met 15 grote kartonnen dozen – hetzij 135.000 dozen – bewegen op zichzelf. In de stockruimte liggen zo’n 6 miljoen paar sokken opgeborgen.

Dat Falke een gevestigde waarde is die kwaliteit levert, wordt niet alleen bewezen door de verkoopcijfers maar ook door de vraag van derden. Met andere woorden, merken als Boss, Kenzo, Esprit, Camel… laten hun sokken en kousen bij Falke maken. Binnenkort misschien ook Jill Sander, want die onderhandelingen zijn net bezig.

Naast kousen en sokken voor dames, heren en kinderen maakt Falke ook kousenbroeken, panty’s en body’s voor dames; is er een erg exclusieve modelijn voor heren, tricot voor heren, en sportkledij voor dames. Bovendien levert het bedrijf ook garen aan de mode- en tapijtindustrie.

Zoals zoveel mannen uit Schmallenberg werkte Franz Falke, oorspronkelijk dakbewerker, in de wintermaanden als seizoenarbeider in de textielsector. Breien was een welkome bijverdienste, om niet te zeggen onmisbaar. In 1895 sticht hij zijn eigen breiatelier, dat in 1902 door zijn zoon Franz Junior overgenomen zal worden. Die heeft wel zin in de zaak, koopt een spinnerij en even later, in 1938, ook nog een atelier. Het gaat de familie Falke voor de wind. In 1952, na het overlijden van hun vader, nemen zonen Paul en Franz Otto de zaak over. Ze kopen de kousenbroekenfabriek Uhli die in 1948 gesticht werd en waar de allereerste panty’s voor Europa gemaakt werden. Falke opent een aantal nieuwe fabrieken, in Zuid-Afrika, Portugal en Oostenrijk.

Gedurende een tiental jaar laat Giorgio Armani zijn truien breien bij Falke. En Boss, Kenzo en Joop kloppen in de jaren tachtig aan. In 1990 nemen Paul Falke en zijn neef Franz-Peter de leiding van het bedrijf over. Ze zijn de vierde generatie. En nog altijd staan ze met de voeten stevig in de sokkenmarkt.

SERGE VANMAERCKE