Vakbonden willen strategisch comité kelderen

De spoorvakbonden hebben hun verzet tegen hervormingsplannen van federaal verkeersminister Isabelle Durant nog niet opgegeven. Eén klacht werd al afgeketst, maar er staan er nog twee op stapel.

De algemene vergadering van de NMBS zal op 21 juni de herziene cijfers van de NMBS goedkeuren. Door de terugname van een herstructureringsprovisie van 175 miljoen euro ongedaan te maken, wordt de geconsolideerde Ebit-winst ( earnings before interest and taxes) van 38 miljoen euro omgezet in 137 miljoen euro verlies. “Niet meer dan een maquillageoefening, om volgend jaar te kunnen bewijzen dat de spoorhervorming werkt”, menen de twee traditionele spoorbonden ACOD en ACV.

De christelijke vakbond stapte intussen naar de Raad van State, omdat hij (net als de andere bonden) uit de raad van bestuur van de NMBS was gezet. De klacht werd echter afgewezen. Maar ACV-Transcom heeft bij de Raad van State inmiddels een nieuwe procedure ingezet, ditmaal omdat minister van Mobiliteit Isabelle Durant ( Ecolo) de ledencijfers van de bonden heeft bekendgemaakt. Dat mag niet volgens het syndicaal statuut van de spoorwegmaatschappij. Durant noemde de cijfers in een brief van 23 mei 2002 over de zetelverdeling in het strategisch comité. Van de 40.716 statutaire werknemers is 82,77% aangesloten bij één van de twee grote bonden, te weten 13.344 bij het CGSP, 8685 bij ACOD-Spoor, 8001 bij ACV-Transcom en 3672 bij CSC-Transcom. Niet onbelangrijk, want elke aangesloten werknemer krijgt van de NMBS een syndicale premie van zowat 75 euro. De 17,23% niet-aangeslotenen krijgen die premie niet. Hun deel, goed voor zo’n 372.000 euro, wordt door de twee vakbonden verdeeld en gebruikt voor vorming aan militanten.

Daarnaast trekt de ACOD bij het Arbitragehof de nieuwe spoorwet van 22 maart 2002 zelf in twijfel. Die bepaalt onder andere dat de minister aan de koning voorstelt wie in het strategisch comité zetelt. De bonden willen dat voor hun afgevaardigden zélf doen. Bovendien omzeilt de nieuwe wet het syndicaal statuut van de spoorwegen, omdat ze de VSOA in het strategisch comité katapulteert op grond van zijn aanwezigheid in de NAR (Nationale Arbeidsraad) en niet op basis van de representativiteitsnorm (10% van het personeel).

Een derde bezwaarpunt bij het Arbitragehof is dat minister Durant in haar brief van 23 mei 2002 ook liet weten dat twee van de drie zitjes voor de socialistische bond naar Franstaligen moeten gaan, “aangezien de liberale bond al een Nederlandstalige ( nvdr – Roland Vermeulen) afvaardigt.” Waardoor de kleinste bond dus mee bepaalt wie zal zetelen namens de grootste bond.

José Damilot (CGSP) en Roger Van Hove (ACOD-Spoor) storen zich voorts aan de bevoegdheidsoverlapping tussen het strategisch comité en de nationale paritaire commissie ( NPC), die beide personeelskwesties behandelen. Van Hove: “Kijk bijvoorbeeld naar de CAO. De nieuwe raad van bestuur van de NMBS wil eerst nog het strategisch comité raadplegen, terwijl wij vinden dat de CAO in de NPC moet worden goedgekeurd.” Dat de VSOA wel in het strategisch comité zetelt, en niet in de NPC, zal wellicht ook meespelen.

Bovendien vindt de socialistische vakbondstop het lidmaatschap van het strategisch comité weinig zinvol, gezien de volgens hen onevenwichtige samenstelling. Naast de zes vertegenwoordigers van de bonden zetelen daarin ook de tien leden van de raad van bestuur. Die kunnen ook zonder de bonden legaal vergaderen én beslissen. De bonden zijn er dus eigenlijk overbodig.

L.H. [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content