“Vakbonden kloppen koopkrachtverlies op”

1. De sociaaleconomische barometer staat op slecht weer. Verwacht u een hete herfst met vakbondsacties?

KAREL VAN EETVELT (GEDELEGEERD BESTUURDER UNIZO). “De omstandigheden zijn inderdaad niet zo goed. Maar ik hoop dat iedereen zijn verstand gebruikt. Niemand wint erbij als we in de herfst sociale onrust krijgen. Het is de keuze tussen opportunisme en de korte termijn of realisme en de lange termijn.”

2. De roep om compensatie voor het verlies aan koopkracht klinkt luid.

VAN EETVELT. (prompt) “Op jaarbasis is de koopkracht met 0,1 tot 0,3 % gedaald. De vakbonden zouden er goed aan doen nog eens aan hun achterban uit te leggen waarvoor het indexsysteem bestaat en waartoe het dient. In plaats van te staan roepen dat het leven zo duur is geworden dat er geen brood meer op de plank komt.

“Let wel, er zijn mensen die in de problemen geraken door de stijgende levensduurte. Dat zijn vooral uitkeringstrekkers en voor hen moeten we iets doen. De werkgevers hebben belang bij een stabiel klimaat dat economische groei meebrengt en als het kan meer sociale evenwichten. Veel van mijn leden leven van de binnenlandse markt.

“Hoe dan ook, dat koopkrachtverhaal is opgeklopt. De concurrentiekracht van de ondernemingen is sterk gedaald door de automatische loonindexering. En het wordt tijd dat de politici eens maatregelen nemen voor de kleine en middelgrote ondernemingen. Die grijpen al bijna tien jaar naast lastenverlagingen.”

“De automatische loonindexering moet niet overboord worden gegooid. Dat systeem helpt mee de sociale rust in stand te houden. Laten we het in de huidige omstandigheden behouden, maar er moet ook voor de ondernemingen een compensatie komen voor de stijging van de kosten. Er is geen marge voor een brutoloonverhoging. De lonen boven de indexverhogingen doen stijgen op de korte termijn, zal nadien echt koopkrachtverlies veroorzaken. Want dat zal jobs kosten.

“Overigens, aan de onderhandelingstafel heb ik de vakbonden nog niet gehoord over de koopkracht. Dat zal later wel komen. Ik hecht minder belang aan hun verklaringen. Anders zal het zijn als ze tot acties oproepen. Ze mogen de mensen niet ophitsen, want dan krijgen ze de geest niet meer in de fles. Niet alleen hoop ik dat ze geen acties organiseren, maar dat ze evenmin spontane stakingen erkennen. In elk geval kunnen acties organiseren en onderhandelen niet samen.”

3. De federale regering blaakt allerminst van daadkracht. Dat voorspelt evenmin veel goeds voor het interprofessioneel akkoord.

VAN EETVELT. “Ik doe niet mee aan het spelletje: ‘Er is geen regering’. Ze is er en zal volgens mij de nodige beslissingen nemen. Laat ons hopen dat ze voor de langere termijn kiest. Lasten verminderen om de koopkracht te verhogen, doet haar op korte termijn geld verliezen. Ze kan dat opvangen door een staatshervorming en een vermageringskuur. Maar ik zie daar heel weinig vooruitgang.”

4. Wat moet er voor u nog in het akkoord?

VAN EETVELT. “De flexibilisering van de arbeidsmarkt. De regionalisering ervan past in dat plaatje. De arbeidsregels zijn niet meer gemaakt voor de huidige economie. We moeten ze dus aanpassen en bijvoorbeeld de arbeidstijd op jaarbasis kunnen berekenen. Of de toegelaten activiteit voor gepensioneerden uitbreiden.

“Laat me tot slot mijn irritatie verwoorden over de blijvende aanvallen op de notionele-intrestaftrek. Er is geen bewijs dat die maatregel geen werk oplevert. Het aantal werklozen in Vlaanderen daalt en de aftrek maakt kleinere bedrijven weerbaarder voor economisch moeilijkere periodes zoals we die nu kennen. Door die weerbaarheid behouden ze werk.”

5. Het worden hoe dan ook bijzonder moeilijke onderhandelingen.

VAN EETVELT. “Sommigen zeggen ‘de moeilijkste’ (Rudi Thomaes van het VBO, nvdr). Ik heb geen glazen bol, maar de omstandigheden zijn allerminst rooskleurig.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content