Uitkleden Stabiliteitspact duwt ECB in de rol van boeman

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer. Reacties: visienoels@trends.be

k krijg niet elke dag een persoonlijke brief van André Flahaut, onze minister van Defensie. Opgesteld op 13 april 2004 bereikte het geschrift me vorige week met de snelheid van een verdwaalde postduif. Het was geen uitnodiging voor de opendeurdag in het defensiehuis van Waver, maar een officiële mededeling dat mijn militaire carrière als reservist beëindigd was. Tot mijn grote opluchting mocht ik wel mijn graad van ser- geant behouden.

U moet weten dat ik één van de laatste Belgen ben die nog hun legerdienst hebben moeten vervullen. Het is geen toeval dat die verplichte diensttijd het niet heeft volgehouden tot in het derde millennium. We leven immers in een tijd waar discipline nog maar moeilijk wordt aanvaard. Het opblazen van het Stabiliteitspact is tekenend voor het huidige tijdperk. Politici willen blijkbaar evenmin in een keurslijf zitten.

Wie is een goede leerling? Het zou overdreven zijn om de versoepeling van het pact een verrassing te noemen. Al jarenlang roepen heel wat economen dat dit een Stupiditeitspact is en dat bijvoorbeeld de 3 %-norm arbitrair is. Uit Angelsaksische hoek kwam dan weer geregeld de kritiek dat het pact groei- en dus jobvernietigend zou zijn.

Toch was er bij hen geen gejuich te ontwaren toen het pact werd aangepast. De critici van destijds vinden nu immers dat de landen van de eurozone hun principes verloochenen en dat dit het begin van het einde van de euro kan zijn.

De landen die het hardst hebben gepleit voor een versoepeling – Frankrijk en Duitsland – zullen zich dit nog beklagen. Zelf hebben ze immers nog steeds de intentie om ooit opnieuw een begrotingsevenwicht te bereiken. Maar nu verliezen ze wel de geloofwaardigheid om in de toekomst andere landen (Oost-Europese…) de budgettaire les te spellen.

Tegelijk wijst een aantal landen al te nadrukkelijk met de vinger naar Duitsland, als zogenaamd slechtste leerling van de klas. Duitsland heeft inderdaad voor het derde opeenvolgende jaar de 3 %-deficitnorm overschreden. Maar onze oosterburen doen het, in vergelijking met andere eurolanden, zeker niet het slechtst.

Kijk bijvoorbeeld naar de achteruitgang van de overheidsbalans exclusief de rentelasten. Dat zogenaamde primaire surplus is een betere maatstaf voor de evolutie van de overheidsfinanciën. Welnu, Duitsland heeft daar, op Spanje en Ierland na, sinds 2001 de geringste achteruitgang laten optekenen (zie grafiek). Ons land en Nederland scoren veel slechter. Deze parameter bevestigt opnieuw dat België vooral de rentebonus opsoupeert die nota bene volledig te danken is aan de komst van de euro.

Frans referendum verhoogt spanning. Op de achtergrond speelt ook het belangrijke referendum mee dat op 29 mei in Frankrijk over de Europese grondwet wordt gehouden. Tot voor enkele maanden was een comfortabele 70 % van de Fransen nog vóór de Europese grondwet, maar dat cijfer is vandaag omgebogen tot 51 % tegen.

Twee zaken hebben die bocht veroorzaakt: de onderhandelingen over de toetreding van Turkije enerzijds en de Bolkestein-richtlijn over de vrijmaking van de dienstensector anderzijds. De rechterzijde is tegen Turkije, de linkerzijde tegen Frolkenstein.

Tegen iets stemmen, is altijd makkelijker dan voor iets stemmen. Eigenaardig is wel dat de Fransen het opnieuw tot een referendum hebben laten komen, na hun ervaring met de volksraadpleging over Maastricht in 1992. Hier werd het fameuze petit oui behaald, met 51 % van de stemmen.

Dat alles kan belangrijke gevolgen hebben voor de institutionele stabiliteit van Europa, maar ook voor de financiële markten. Het effect van het verwateren van het Stabiliteitspact was de voorbije week al voelbaar: de euro verzwakte van 1,34 tot 1,29 tegenover de dollar. Als de markten vanaf nu tot 29 mei gefocust blijven op de Franse uitkomst, kan de neerwaartse druk op de euro tijdelijk nog verder oplopen. Als die uitslag uiteindelijk geen ja oplevert, zouden er vanuit bepaalde hoeken zelfs weer vragen kunnen rijzen over de verdere politieke integratie van Europa en de (verre) toekomst van de eenheidsmunt.

Mij lijkt dit evenwel een al te pessimistisch scenario. De euro heeft op zeer korte termijn te veel voordelen voor euroland geboden om de eenheidsmunt zomaar op te geven. Zonder de euro zou de budgettaire situatie in de meeste landen er vandaag nog veel slechter uitzien. Het Stabiliteitspact is belangrijk, maar heeft nooit voor dezelfde discipline in de eurolanden kunnen zorgen als de druk van de toetreding.

De rol van stok achter de deur zal nu worden overgenomen door twee andere instituten. Ratingbureaus zoals Standard & Poor’s hebben al aangekondigd dat ze landen die aanstalten maken om hun begrotingsdieet te laten varen, sneller zullen downgraden. Tegelijk wordt de Europese Centrale Bank in de rol van boeman geduwd. Zolang de ECB in Frankfurt ligt, zullen er echter geen euro’s worden bijgedrukt om de economische problemen op te lossen. De bank zou uiteindelijk haar ongenoegen over de woordbreuk van de politici wel eens kunnen laten blijken door de rente te verhogen.

Maar net zoals het versoepelen van het Stabiliteitspact zou ook dat overeenkomen met het schieten in de eigen voeten. En zoiets werd ons destijds, in het leger, absoluut afgeraden.

Geert Noels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content