Uiteraard hebben we een fortuin Maar geld is niet het belangrijkste”
Interviews met telgen van de InBev-families zijn zo zeldzaam als een klavertjevier. Trends trof echter een zeer openhartige Frédéric de Mevius. Een gesprek over familiejaloezie, de teloorgang van Lehman Brothers, de onzin van luieren op de Middellandse Zee, en de splitsing van België.
Welkom in Meviusland.” Half grappend, met een uitgestrekt handgebaar, verwelkomt baron Frédéric de Mevius ons voor een uiterst zeldzaam, maar anderhalf uur durend en zeer openhartig gesprek. Nogal wat getuigen verwijten de gewezen InBev-bestuurder en huidige gedelegeerd bestuurder van Verlinvest een gebrek aan empathie. Voor Trends verschijnt echter een gemeend vriendelijke baron. Die zelf de koffie zet. Maar Frédéric de Mevius is wellicht een harde, plichtbewuste man. Is het zijn lutheraanse, Noord-Duitse inborst (zie kader: Wie is de familie de Mevius?)? Sommige van zijn bedenkingen lijken wel letterlijk weggeplukt bij die andere plichtbewuste Noord-Duitser: Thomas Mann en zijn familieroman Buddenbrooks. “Niet geld is het belangrijkste, maar de familiale waarden. Het is heel belangrijk voor mij om ondernemer te blijven. Ik reis veel. Ik werk heel hard. Zo niet ben je die ervaring van het ondernemerschap na twee generaties kwijt.”
TRENDS. De InBev-families blijven België verbazen. Hoe kan het dat een kleine, familiale Belgische brouwer de grootste van de wereld werd?
FREDERIC DE MEVIUS. ( tekent meteen drie in elkaar kruisende cirkels op een blad) “Ik leg het vaak uit aan de hand van die drie cirkels. Bedrijf. Eigenaars. Familie. Heel belangrijk bij ons is de scheiding tussen familie en bedrijf. Zeker nu we zo groot zijn. Er zijn geen familieleden meer in de kruisende zone van familie en bedrijf. De loskoppeling van familie en management hebben we al heel vroeg beslist (dat gebeurde van 1989 tot 1991, nvdr). Dat moest zo. Want je hebt niet altijd goede managers in de families. Daarom is het belangrijk dat een raad van bestuur een goed management kan kiezen en steunen. We wilden geen familie meer in het management. Want het is altijd moeilijker uit te leggen aan familieleden dat ze niet bekwaam zijn. Dat ze weg moeten. Daarom hebben we de familie ook altijd aan dezelfde kant van de tafel kunnen houden. Daardoor hebben we ook grote beslissingen kunnen nemen. De fusie met AmBev is er een van. Nu de overname van Anheuser-Busch. Dat is gemakkelijker omdat wij als familie samen in die cirkel zitten. Aan dezelfde kant van de tafel.”
Waarom gemakkelijker?
DE MEVIUS. “Omdat er minder gelegenheid is tot spanning tussen mensen. In de familiale cirkel hebben we altijd hetzelfde belang. Waardegroei. De groei van het dividend. Het nastreven van goed burgerschap. Maar als de familie ín het bedrijf zit, begint de jaloezie. Een hoger salaris. Een grotere wagen dan broer of zus. Die spelregels hebben we dus geïnstalleerd. Maar misschien is dat in andere familiebedrijven niet noodzakelijk. Bij andere families is de situatie anders, omdat ze er niet zo groot zijn geworden (de Stichting InBev, waarin het Belgische familiale InBevbelang schuilt, telt circa 75 individuele Belgische aandeelhouders, nvdr).”
U analyseert zowat alles vanuit het familieperspectief. Waarom?
DE MEVIUS. “Samen met een tiental andere familieleden hebben we onlangs een toneelstuk opgevoerd. Over de geschiedenis van mijn familie langs moederskant (Frédéric de Mevius verloor in 1973, op vijftienjarige leeftijd, zijn moeder Monique Doret, nvdr). We wilden die geschiedenis aan de andere familieleden tonen. De geschiedenis van de familie Doret gaat terug tot de 19de eeuw. Het waren mensen uit Verviers. Ze emigreerden naar Oostenrijk-Hongarije. Ze werden er rijk. Maar verloren alles met de ineenstorting van de dubbelmonarchie, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog.”
Ze hadden alles in staatsbons geïnvesteerd?
DE MEVIUS. “Inderdaad. Die boodschap wou ik meegeven. Kijk mensen, het rad draait. Het is niet omdat je vandaag rijk bent, dat je het morgen ook nog bent. En uiteraard bezitten de InBev-families vandaag een fortuin. Maar dat kan van de ene op de andere dag vergaan. Ik heb vrienden die bij Lehman Brothers waren. Ze kregen al hun bonussen jarenlang in aandelenopties. Die hebben níets meer! Geld is dus niet het belangrijkste. Wél de overdracht van waarden. De ervaring, de geschiedenis. Uiteraard zou ik gemakkelijk drie maanden kunnen luieren op een boot in de Middellandse Zee. Maar dat heeft toch geen zín! Als je dat twee generaties doet, verlies je alle ervaring. Je verliest de wil, de nodige contacten. Het referentiekader. Daarom is het heel belangrijk voor mij, voor de waarde van mijn kinderen en mijn familie, om ondernemer te blijven.”
Beschouwt u het ‘fortuin’ bijna als een last? U moet het tot elke prijs vermeerderen? Doorgeven aan de volgende generatie?
DE MEVIUS. “Nee. Het is zeker geen last. En mijn kinderen moeten hun eigen weg gaan. Het is belangrijk dat ze een kwalitatieve keuze maken. Niets doen is dus geen keuze.”
De familie de Mevius kreeg de erfelijke titel van baron. Vergemakkelijkt die titel sommige deals?
DE MEVIUS. ( schudt resoluut het hoofd). “Nee. Ik gebruik mijn titel nooit.”
Hij staat nochtans in de jaarverslagen van Interbrew.
DE MEVIUS. “Ja, bij Interbrew. Maar dat was omdat iedereen er zijn titel had. Die titel creëert een verschil. Dat is niet nodig. Ik vind het meer een last dan een voordeel. Ik werk, ik voel me als een gewone burger. Ik heb die titel trouwens niet zelf verdiend. Hij staat enkel op mijn identiteitskaart. Baron zijn is niet belangrijk. Niet dat ik daarom antiroyalist ben.”
Zijn de Belgische InBev-families belgicisten? Hoe bekijkt u de regeringcrisis?
DE MEVIUS. “Het is een zware crisis. In de jaren zeventig kregen de gemeenschappen aparte kieslijsten. Daarmee kwam een nieuwe generatie van politici. Hun kiesbasis werd de gemeenschap. Niet langer de federale staat. Hun prioriteit ligt nu in de gemeenschap. Zo werkt nu eenmaal het kiessysteem. Ik vind dat heel jammer. Triestig.”
Zou de splitsing een weerslag hebben voor het behoud van de maatschappelijke zetel van InBev in Leuven?
DE MEVIUS. “Niet noodzakelijk. Voor ons, de aandeelhouders van InBev, is het heel belangrijk dat de fiscale omgeving niet verandert. Wat zal er gebeuren met de vennootschapsbelasting? Maar België als markt betekent nog ongeveer drie procent van onze omzet. Maar bon, België is onze oorsprong. We zijn trots op België. We zijn trots dat we een Belgisch bedrijf zijn. Maar ik vind een eventuele splitsing heel triestig. Ik denk dat een splitsing ook heel duur zal zijn voor de twee gemeenschappen.”
Bij de familieholding Verlinvest zitten wél familieleden in het management. Vanwaar dat verschil?
DE MEVIUS. “Het belangrijkste voor mij is dat ik een ondernemer ben. De belangrijkste factor in de investeringskeuze is het menselijke avontuur. Hoe kunnen we samen met het bedrijf een project uitvoeren? Als wij een meerwaarde boeken, wordt die opnieuw geïnvesteerd. Weer een ander avontuur, waar wij een project kunnen uitwerken. Ik kan uiteraard geld aanbrengen. Maar ook ervaring. Het uitzetten van de grote strategische lijnen. De financiële structurering. Maar het belangrijkste is het management. Kunnen we met het bestaande management verder gaan?”
Maar u zult via Verlinvest nooit deel uitmaken van een directiecomité?
DE MEVIUS. “We zitten in de raden van bestuur. Maar soms zijn we deep down in ondernemingen gegaan. Bij Risc Technology bijvoorbeeld, een specialist in internetbeveiliging. Het ging een tijd bar slecht met het bedrijf. Een van de dochters verloor veel geld. Een negatieve kasstroom. Alle belangrijke aandeelhouders, zoals Rothschild, AXA, BNP, verlieten het bedrijf. Maar wij zijn gebleven. We hebben een nieuwe CEO benoemd. We zijn mee in het directiecomité gestapt. Noem het maar koppigheid. Maar niet negatief bedoeld. Ik wil oplossingen vinden. Risc Technology telde 300 werknemers. Met de familieleden erbij ging het algauw om 900 mensen. We moesten een oplossing vinden. Vandaag is Risc Technology een bloeiend bedrijf. En Verlinvest heeft zijn belang met een meerwaarde verkocht (in 2005 werd op de verkoop van de aandelen een meerwaarde van 3,9 miljoen euro geboekt, nvdr). Verlinvest vertrekt dus van een duidelijk andere instelling dan een durfkapitaalfonds. Een fonds zou met zijn minderheidsbelang misschien niets doen. Of uitstappen.”
Zijn er nog meer verschillen tussen Verlinvest en durfkapitaalfondsen?
DE MEVIUS. “De beloning van ons managementteam is gebaseerd op een vast en een variabel pakket. Het management verdient dus geen percentage van de waarde van het fonds. Dat maakt onze werkingskosten veel lager. Dat is ook voor de familiale aandeelhouders een goede zaak. Wij eisen als aandeelhouders evenmin de investering op na een bepaalde periode. Nee, wij zijn ondernemers. Geen probleem als we tien of vijftien jaar in een bedrijf participeren. We sluiten altijd aandeelhoudersovereenkomsten met de partijen waarin we investeren. Sommige van die overeenkomsten gelden voor een minimale periode van twaalf jaar. Dat is veel langer dan bij vele private-equityfondsen. Daar is er meestal geen beweging de eerste twee jaar. Maar dan, tussen twee en vijf jaar, willen ze eruit. Dat is niet zo bij ons. Als wij een participatie verkopen, doen we daarna opnieuw een investering. We betalen geen dividenden.”
Blijkbaar. U boekte vorig jaar een meerwaarde van 155 miljoen euro op de verkoop van de Amerikaanse frisdrankproducent Glacéau. Maar die winst werd gewoon overgedragen, zonder dividenduitkering.
DE MEVIUS. “Inderdaad. De familie was blij dat ze het geld opnieuw kon investeren.”
Hebt u nog nooit een dividend uitgekeerd?
DE MEVIUS. “Nee. Nog nooit. Wat niet wil zeggen dat het nooit zal gebeuren. Maar wij hebben een opdracht. Wij willen bouwen aan een grote groep. Wij werken voor de lange termijn.”
Eist u altijd een zetel in de raad van bestuur?
DE MEVIUS. “Ja. We vragen ook dat de raad van bestuur een minimaal aantal keer per jaar samenkomt. Van zes tot twaalf keer per jaar. Bij kleine bedrijven vergaderen we maandelijks. Bij grotere bedrijven, die stabieler zijn, om de zes weken tot twee maanden.”
Uw belangrijkste belang in België is Armonea, een keten van rusthuizen. Vanwaar die interesse in de seniorenmarkt?
DE MEVIUS. “De vergrijzing van de bevolking creëert de behoefte aan een bepaalde dienstverlening. Maar de consolidatie van de sector moet in België nog beginnen. Tegelijk is er een groot tekort aan verplegend zorgpersoneel. Door onze consolidering bieden wij carrièrekansen aan ons personeel. Daardoor krijgen we betere mensen, die een betere dienstverlening kunnen bieden. Wij investeren veel in personeelsopleidingen. Armonea telt nu 2135 werknemers. Toen we begonnen, waren we met 275.”
De overheid controleert een derde van de rusthuizenmarkt. Bij de overheidsvakbonden heerst wrevel over het private offensief. De dienstverlening zou minder strikt zijn.
DE MEVIUS. “De menselijke factor is heel belangrijk in onze rusthuizen. Onze inwoners moeten het prettigst denkbare levenseinde krijgen. Dat heeft te maken met opleiding van het personeel. De architectuur van de rusthuizen. De voeding. De dienstverlening. Als er iets misgaat in onze rusthuizen, ben ik persoonlijk en sociaal verantwoordelijk.”
Een splitsing van België zou hier wel degelijk invloed hebben?
DE MEVIUS. “Ja, zeker. De splitsing van het Riziv is een risico voor Armonea. Er zullen wel oplossingen zijn. Maar het blijft een risico.”
Door Wolfgang Riepl – Fotografie Jelle Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier