Uit zijn voegen

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Na een diversificatie in het begin van de jaren negentig is het Desselse bouwbedrijf Drooghmans & Zonen nu ook op de Poolse markt actief. Polen bouwt aan zijn toekomst ook letterlijk en de vraag naar bureaucontainers is er nagenoeg niet bij te houden.

Kraków, Opatkowice.

Elke maandagochtend om 7.50 uur vertrekt op Zaventem een Boeing 737 van de Poolse luchtvaartmaatschappij Lot richting Warschau. Het vliegtuig zit afgeladen vol met Belgische ondernemers die op prospectie gaan in Polen, de belangrijkste EU-handelspartner in Oost-Europa.

‘s Vrijdags keren de bedrijfsleiders naar huis terug. Niet zo echter Staf Drooghmans, de gedelegeerd bestuurder van het Desselse bouwbedrijf J. Drooghmans & Zonen. Omdat hij het nuttige aan het aangename wil koppelen, blijft Staf Drooghmans tijdens de weekends in Kraków, het prachtige universiteitsstadje aan de bovenloop van de Wisla. Hier is het hoofdkwartier van zijn Poolse dochter Hepamos gevestigd. En als verwoed jager trekt hij tijdens het weekend naar het nabijgelegen Propradski Park (18.000 hectaren groot), op zoek naar vossen, herten en ander groot wild. Drooghmans heeft er een goede verstandhouding opgebouwd met de boswachter, broederschappen gesmeed en business voorbereid.

DIVERSIFICATIE.

In ’58 richt Jos Drooghmans, ploegbaas bij een lokale aannemer, zijn eigen bouwbedrijf in Dessel op. Hij start in de klassieke woningbouw, maar schakelt later over op de openbare sector en de industrie. De onderneming levert vooral aan de milieusector. De eerste waterzuiveringsinstallatie dateert al uit ’78. Opdrachtgever : de trappistenbrouwerij in Westmalle.

Onder leiding van oudste zoon Staf diversifieert het familiebedrijf begin jaren negentig naar aanverwante bouwactiviteiten. Samen met Frank Doornaert, de voormalige productiechef bij Weyns uit Aarschot en nu voorzitter van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden (VKW) afdeling Kempen, stampt Droogmans in ’91 AdeskoAlgemene Desselse Constructies (omzet in ’95 : 45 miljoen frank met 15 werknemers) uit de grond. Het bedrijf vervaardigt niet-gestandaardiseerde metalen geraamten die aan strenge veiligheidsnormen moeten voldoen en die bijvoorbeeld worden aangewend voor persen en kermisattracties. Twee jaar later neemt hij een participatie van 33 % in Sidec, de producent van steentapijten en industrievloeren uit Balen (omzet in ’95 : 18 miljoen frank met drie werknemers).

Momenteel vindt de buitenlandse expansie plaats. In eerste instantie richt Drooghmans zijn blik op Oost-Europa : “Mijn eerste contact dateert uit ’91. Tijdens de VKW-actie Go and Do ( nvdr Drooghmans was zes jaar lang ondervoorzitter van VKW, afdeling Kempen) liep Pawel Fiszer, een Pools ingenieur bij het toenmalige staatsbedrijf Mostostal, enkele maanden stage op ons bouwbedrijf. Het klikte meteen. Aangezien ik al langer met buitenlandse plannen rondliep de Belgische bouwmarkt is verzadigd en biedt weinig toekomst door onmogelijke uitvoeringstermijnen tegen dumpingprijzen zochten we samen naar mogelijkheden om in Polen een eigen zaak te starten. In maart ’93 namen we een lokale aannemer, Hepamos, over. Na een moeilijke start vonden we het gat in de markt : bureaucontainers.”

Aandeelhouders van Hepamos zijn Drooghmans (52 %), Mostostal (28 %), Pawel Fiszer (10 %) en zijn collega Hendrik Wisniowsky (10 %). Het Poolse constructiebedrijf haalt een omzet van 50 miljoen frank met 25 werknemers. De productie in ’96 zal naar schatting oplopen tot 230 à 240 eenheden. Belangrijkste klanten zijn : Strabag Polska, Bilfinger und Berger Polska en Mostostal Kraków. Drooghmans : “De vraag is groter dan het aanbod. We werken zelfs op zaterdag en zondag. We kunnen de bestellingen niet bijhouden. Deze zomer nog moesten we noodgedwongen een offerte van de Verenigde Naties voor duizend containers, die als tijdelijke woonplaats zullen dienen voor de Bosnische repatrianten, weigeren.”

UITBREIDING.

Voorlopig is Hepamos gevestigd aan de ring rond Kraków. Begin volgend jaar verhuist de onderneming naar een grotere site op zo’n dertig kilometer ten noorden van dit Poolse Brugge. Drooghmans : “In Opatkowice kochten we 3,5 hectaren industriegrond, een voormalige herstelplaats voor landbouwvoertuigen. Door het plaatsgebrek en het tekort aan arbeidskrachten de werkloosheid in Poolse steden is nagenoeg nihil rijzen de vastgoedprijzen in de geürbaniseerde gebieden de pan uit. Op nog geen twee jaar tijd zijn de bedragen verdrievoudigd (tot 1000 à 1200 frank per m2 in Kraków). Op het platteland valt de situatie nog mee. Bovendien worden we gesteund door de plaatselijke burgemeester, die voor de nodige vergunningen zorgt geen evidentie in dat land en zelfs met subsidies over de brug komt om de werkgelegenheid in zijn gemeente te bevorderen. Dankzij de vloed van bestellingen dagelijks lopen aanvragen voor offertes binnen, zoals recentelijk nog 150 exemplaren voor het pas opgestarte Poolse mobilofoonbedrijf Centertel hopen we in ’97 ons personeelsbestand op te drijven tot zo’n 35 medewerkers.”

Drooghmans ziet de toekomst in Oost-Europa vol vertrouwen tegemoet. De Poolse economie doet het zeer goed. Van elke 100 frank die de Europse Unie naar Centraal- en Oost-Europa uitvoert, gaan er 31,6 naar Polen. Dankzij een stabiele politiek (onder leiding van de neocommunistische president Aleksander Kwasniewski), een sterke economische groei (7 % in ’95), een krimpende inflatie (van 27,8 % in ’95 naar 13 % in ’96), een vrijemarkteconomie (de privé-sector realiseerde vorig jaar al 60 % van het BNP) en een hinterland van 38 miljoen inwoners heeft deze regio Tsjechië verdrongen als nummer één op het verlanglijstje van expansieve bedrijven. Drooghmans : “Alles verandert zienderogen in Polen. Vorige maand maand heb ik er de eerste twee Ferrari’s gezien. Over tien jaar zal het land het West-Europees welvaartspeil hebben bereikt. Nu zijn de lonen nog goedkoop ( nvdr gemiddeld 8000 frank per maand), maar ook dat blijft niet duren. Voor een manager betaal je nu al makkelijk meer dan 100.000 frank. De vooruitzichten, zeker voor de bouwsector, zijn dan ook veelbelovend. Gelukkig is ons bedrijf net op tijd op de kar gesprongen. Nu groeien we uit onze voegen. Begin ’97 hopen we naar de nieuwe vestigingsplaats te kunnen verhuizen.”

Bovendien staat een aantal nieuwe projecten op stapel. Zo plant Drooghmans de diversificatie naar de constructie van industriële afsluitingen. Zo is Hepamos nu al de Poolse verdeler van Zweedse Crawford-deuren. Volgend jaar wil het bedrijf ze zelf assembleren.

OOG OP ZUID-AFRIKA.

Ondertussen heeft het Desselse bouwbedrijf ook een minderheidsparticipatie van 10 % genomen in Metal Engineering Polska, de Belgische marktleider in industriële dakbekleding uit Turnhout en betrokken in het proces rond Raoul Stuyck.

Ook hoopt Drooghmans nu definitief te kunnen doorbreken in de utiliteitsbouw : “Vooral op milieuvlak traditioneel één van onze sterke punten in België ( nvdrAquafin is een goede klant van de Desselse aannemer) valt nog veel werk te doen. Waterzuivering is in handen van de gemeenten. Zij schrijven openbare aanbestedingen uit voor de bouw én exploitatie, maar vragen 50 % eigen financiering. Aangezien het kleinschalige projecten betreft, kunnen Vlaamse kmo’s deze opdracht zonder probleem aan. Daar liggen dus kansen voor Hepamos.”

Maar Drooghmans kijkt nog verder dan Oost-Europa alleen. Op dit ogenblik onderhandelt Staf met een aantal mensen om volgend jaar met een afdeling van Sidec in Zuid-Afrika van start te gaan : “Na 25 jaar in de Belgische bouwsector was ik aan een nieuwe uitdaging toe. Dit pionierswerk in Polen ligt me wel. Hier ligt de toekomst. Bovendien lossen mijn twee broers Johan en Ivo alle problemen op de thuisbasis op.”

ERIC POMPEN

STAF DROOGHMANS (J. DROOGHMANS & ZONEN) Deze zomer nog moesten we noodgedwongen een offerte van de Verenigde Naties voor duizend containers weigeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content