Uit de isolatie

De tijd dat toeleveranciers naast hun constructeur moesten wonen, lijkt definitief voorbij. De drie leveranciers van isolerend materiaal van Ford Genk kijken ook buiten de grenzen van de toeleveringszone: na Rieter Automotive start Illbruck Automotive deze week met de serieproductie van Smart-onderdelen, en HP Pelzer heeft een contract vast voor de tunnelisolatie in de Mercedes E-klasse.

Vijf jaar geleden stampten Ford Werke en het stadsbestuur van Genk in samenwerking met de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij van Limburg ( GOM) een toeleveringszone uit de grond om de assemblagelijn van de Genkse autoconstructeur te bevoorraden. Voor just-in-time– en in sequence-leveringen, een systeem dat de leverancier verplicht om de volgorde op de productieband te volgen, moest de afstand tussen de toeleveranciers en de productielijn zo klein mogelijk worden gehouden.

Vijf jaar later gaan de green field suppliers van weleer steeds nadrukkelijker bij Fords concurrenten winkelen. Drie dynamische leveranciers van isolerend materiaal zetten de trend. Ze hebben nauwelijks stock, sluizen binnen de drie dagen alle grondstoffen door hun productielijn, maar slagen erin om het aandeel van Ford in hun omzet drastisch terug te schroeven. “De Genkse toeleveringszone wordt stilaan volwassen,” zegt algemeen directeur Frank Verjans van HP Pelzer Genk, dat net een contract van 106 miljoen per jaar binnenhaalde om de tunnelisolatie van de Mercedes E-klasse te leveren. HP Pelzer Genk bedient vandaag elf klanten, slechts de helft van de productie belandt op de band bij Ford Genk. Verjans: “In de beginjaren moesten we ons reppen om aan de orders van Ford te kunnen voldoen. Drie jaar geleden kocht dat bedrijf de volledige productie op van de Genkse fabrikanten van isolatiemateriaal. In 1998 speurt al wie lichte onderdelen met een klein volume maakt ook naar andere klanten.”

Luxeproblemen

De doorgedreven diversificatie dreigt HP Pelzer, Illbruck Automotive Belgium en Rieter Automotive Belgium op termijn zelfs met luxeproblemen te confronteren. Het Mercedes-contract zal de productie in de Genkse HP Pelzer-vestiging – 170 werknemers in vijftien ploegen over vijf dagen – naar haar maximum tillen. Een nieuw contract betekent onherroepelijk bijbouwen. “Er is ruimte zat,” haalt Verjans de schouders op. “Als we grond willen kopen, is die voorhanden.” Illbruck groeit voorlopig nog niet uit zijn bedrijfsruimte, Rieter heeft nu al een grondoptie en uitbreidingsplannen. Materials manager René Achten: “Tegen 2002 moet er een nieuwe industriële hal komen, waarmee we de Genkse productie tot 40% kunnen opvoeren.” Er is een enorm potentieel voor Belgische toeleveranciers. Zegt Patrick Van Ostaijen bij de afdeling toeleveranciers van de autoconstructeursvereniging Febiac: “Buitenlandse constructeurs kunnen toeleveranciers aan zich binden. Belgische moeilijker, want de voortuin van de ene constructeur paalt aan de achterdeur van een andere. Bedrijven kunnen hier makkelijk sequentieel leveren aan verschillende assemblagelijnen.” Verjans haalt er de kaart bij en wijst op het overaanbod van constructeurs binnen een straal van 400 kilometer. “De toekomst ziet er mooi uit,” gelooft hij. “Zeker nu de constructeurs hun strategie omgegooid hebben. De afstand naar de toeleveranciers is niet langer een prioriteit, het prijskaartje van hun producten primeert. De vervoerskosten en -problemen nemen ze er desnoods wel bij.” Of de leveranciers passen hun werkwijze aan. Ze plannen op langere termijn, zoals Illbruck Automotive Belgium het bij Van Hool doet. “In sequentie leveren ligt moeilijk, maar een weekplanning heeft ons wel meer ademruimte om de productie te structureren,” vindt Günther Heinze, de nieuwe zaakvoerder van Illbruck Automotive, de benjamin onder de Genkse producenten van isolerende panelen. “Vanop afstand kunnen we niet in sequentie leveren zonder tussenstop, weet Verjans van HP Pelzer. Daarom heeft Rieter al zo’n halte ingebouwd. Achten: “We produceren in Genk voor opslagplaatsen dichtbij Volvo in Gent en Zweden. “Daar worden de onderdelen in de juiste volgorde gestapeld voor we ze bij de klant afleveren.”

Stichtend voorbeeld

Rieter Automotive keek als eerste over de grenzen van de Genkse industriezone. In 1993 leverde de Vlaamse dochter van het Zwitserse bedrijf al interieurtapijten voor de Ford Scorpio bij Ford Keulen, vanaf 1995 kwamen er contracten voor interieurtapijten van de Volvo S70 en Volvo S80 en voor de volledige interieurisolatie van de Mitsubishi Carisma en de Volvo S40, aan te leveren bij NedCar in Born, Volvo in Gent of bij het Volvo-moederbedrijf in Zweden. Vorig jaar liep er nog een interieurorder binnen voor de Mercedes Coupé– en Cabrio-modellen. Zegt René Achten: “Vorig jaar leverden we nog maar 18% van onze productie uit bij Ford Genk.”

Ook de andere Genkse toeleveranciers van isolerend materiaal proberen zich los te maken uit de invloedssfeer van hun Limburgse klant. Illbruck Automotive Belgium transporteert nog driekwart van zijn productie naar de constructeur aan de overkant van de Henry Fordlaan, al zal de Smart-activiteit ook dat aandeel terugschroeven. HP Pelzer levert nog 50% bij Ford Genk en 10% in dichtbijgelegen Ford-vestigingen. En de diversificatiedrang groeit. “Hier moeten we de koek onder Pelzer, Rieter en Illbruck verdelen. We kunnen alleen nog maar marktaandeel van elkaar inpikken,” zegt Verjans. Bovendien willen ze niet afhankelijk blijven van Ford. “Ik heb liever tien klanten van 50 miljoen dan één afnemer van een half miljard,” zegt de Limburgse Duitser Heinze. “In het begin deelde het moederbedrijf die visie niet, maar nu staan ze vierkant achter ons.”

Zijn toeleveranciers gaan naar andere klanten op zoek, maar Ford maalt niet om hun overspelige gedachten, meldde productieleider Peter Heller in een interview met de Financieel-Economische Tijd. Omdat Ford Genk er ook goed bij vaart. De toeleveranciers krijgen een bredere kijk op de evoluties in de autosector, ze kunnen de kosten voor een grondiger onderzoek en ontwikkeling (O&O) over verschillende klanten spreiden. Frank Verjans: “Je doet minder aan navelstaarderij. Je wordt ook veel minder kwetsbaar dan wanneer je maar aan één bedrijf levert en die klant je mee de dieperik in sleurt als het bij hem slecht gaat. De autosector is bovendien een sector van pieken. Om die beter te kunnen spreiden en een constante productie te kunnen handhaven, moet je verschillende klanten in het orderboek hebben.”

Uitzwermen

is dus de boodschap. Rieter bedient drie grote merken vanuit Genk, de Limburgse vestiging van HP Pelzer maakt isolatiepanelen voor motorkap en kofferruimte van de Ford Mondeo, mousses voor motorisolatie van Opel Vectra, Astra en Omega in Antwerpen, Russelsheim, Elsmereport, Luton en Bochum. Illbruck maakt nu al motorkapisolatie voor Seat en Skoda, binnenbekleding voor General Motors en bussenbouwer Van Hool. Het bedrijf heeft ook onderaannemingscontracten met toeleveranciers Linpac en Yakaza. Deze week start het de serieproductie op voor de Smart, het stadswagenproject van Mercedes en horlogemaker Swatch. Het contract is zo’n 70 miljoen frank per jaar waard.

De contracten komen zelden uit de hoofdzetel. Hun zoektocht naar klanten sturen de Limburgse vestigingen namelijk liefst zelf. De drie prediken een sterk onafhankelijke koers en willen meer zijn dan alleen maar een productie-afdeling van een grote internationale groep. Heinze: “Onderzoek en ontwikkeling besteden we aan Duitsland uit, we kopen ook samen aan, maar wij betalen voor elke dienst en nemen onze eigen beslissingen. Op geregelde tijdstippen leggen we wel onze cijfers voor op de hoofdzetel, maar onze commerciële dienst werkt volledig onafhankelijk.”

FRANK DEMETS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content