UCB is te duur om overnameprooi te zijn
Met een koersstijging van meer dan 220 procent in vier jaar en een beurskapitalisatie van 14 miljard euro is UCB een van de toppers van Euronext Brussel. De speculatie over een overname geeft de biofarmaceutische groep geen enkele ruimte meer om fouten te maken.
Het succesverhaal van UCB begon tien jaar geleden onder leiding van Georges Jacobs en vooral Roch Doliveux, die in januari 2015 terugtreedt als CEO. Na de verkoop van zijn historische activiteiten in de chemiesector nam UCB de bedrijven Schwarz Pharma en Celltech over voor bijna 7 miljard euro. De twee bedrijven hadden veelbelovende programma’s ontwikkeld die uiteindelijk leidden tot de geneesmiddelen Cimzia (reumatoïde polyartritis), Vimpat (epilepsie) en Neupro (ziekte van Parkinson en het rustelozebenensyndroom). De drie nieuwe behandelingen realiseerden een omzetstijging van 25 procent tot 672 miljoen euro in de eerste zes maanden van dit jaar. Dat is nog ver verwijderd van hun volle potentieel, dat UCB raamt op 3,1 miljard euro op jaarbasis.
Nieuwe mogelijkheden
De drie geneesmiddelen garanderen de slagkracht aan UCB. Het bedrijf heeft geleden onder het aflopen van het patent op zijn allergiemiddel Zyrtec, dat aan de wieg stond van het succes van de groep in de jaren 90. Het zag bovendien de verkoop van het epilepsiemiddel Keppra terugvallen door de generische concurrentie in Europa en de Verenigde Staten.
De biofarmaceutische groep is niet van plan om zich opnieuw aan die steen te stoten. Ze bereidt zich nu al voor op de toekomst, ook al vervallen de patenten van Cimzia, Vimpat en Neupro pas over een tiental jaar.
UCB focust op aandoeningen van het immuunsysteem (reumatoïde polyartritis, ziekte van Crohn…) en het centraal zenuwstelsel (epilepsie, parkinson…). Het werkt aan het epilepsiemedicijn brivaracetam, waarvoor volgend jaar wellicht een commercialiseringsaanvraag wordt ingediend. Voor epratuzumab, een behandeling van lupus, worden de resultaten van de laatste klinische studiefase verwacht in 2015. Volgens de analisten van JP Morgan bedraagt het jaarlijkse omzetpotentieel van dat laatste middel op lange termijn 1,7 miljard euro.
Het sclerostine-antilichaam (romosozumab of CDP7851), het eerste onderzoeksprogramma van UCB over botmassa nadat het menselijk genoom in kaart werd gebracht, is ook veelbelovend voor de behandeling van osteoporose. Dat potentiële geneesmiddel wordt ontwikkeld in samenwerking met de Amerikaanse farmareus Amgen. De resultaten van de langdurige studiefase III (het laatste stadium) worden verwacht in 2016, waardoor het geneesmiddel ten vroegste eind 2017 – begin 2018 op de markt kan komen.
Tot slot wezen de analisten van Citi onlangs op UCB5857, een vernieuwende experimentele behandeling van immuunziekten die de eerste kan worden van een nieuwe klasse van geneesmiddelen met een geschat omzetpotentieel van 30 miljard dollar. Dit programma, dat wordt ontwikkeld in samenwerking met het Franse Sanofi, bevat nog grote risico’s op mislukking.
Jaarlijkse winststijging van 25 procent
UCB biedt uitstekende vooruitzichten dankzij het succes van de geneesmiddelen die het de afgelopen jaren op de markt heeft gebracht en de veelbelovende programma’s. Beleggers willen echter vooral weten of die uitstekende vooruitzichten al in de koers verrekend zijn. Volgens Jan De Kerpel, analist bij KBC Securities, is dat het geval. Hij ziet ook geen reden om zijn koersdoel van 65 euro op te trekken.
De specialisten van JP Morgan Chase zijn iets optimistischer met een koersdoel van 72 euro, dat ondertussen ook al werd overschreden. De Amerikaanse analisten geloven dat de winst van UCB tot 2017 met gemiddeld 25 procent per jaar zal groeien, veel meer dan de 8 procent voor de sector. Dat zal leiden tot een koers-winstverhouding van 19 in 2017. Een grote groep als Sanofi noteert tegen slechts 15 keer de verwachte winst voor dit jaar.
Aantrekkelijk
De recente koersstijging van UCB moet worden gezien tegen de achtergrond van een farmaceutische sector in volle consolidatie. Amerikaanse groepen volgen aandachtig de Europese bedrijven vanwege de fiscale voordelen die ze kunnen opleveren. Volgens Richard Parkes, analist van Deutsche Bank, behoorde UCB afgelopen voorjaar nog “tot de meest aantrekkelijke bedrijven van Europa” voor een kandidaat-overnemer.
Belangrijk is dat de familie Janssen nog altijd 34 procent van de groep in handen heeft via de holding Financière de Tubize, die ook beursgenoteerd is, en dat ze al meermaals heeft aangegeven niet van plan te zijn haar belang in UCB te verkopen.
Het is verleidelijk om te speculeren op een ‘onmogelijk te weigeren bod’, maar een hoge premie bieden bovenop de huidige koers zou zeer duur uitvallen. Een premie van 30 procent doet de prijs van zo’n operatie oplopen tot ruim 18 miljard, meer dan 5 keer de verwachte omzet voor dit jaar.
Geen foutmarge
Ook al kunnen we dit scenario niet uitsluiten, toch blijft een overname van UCB zuiver hypothetisch. De korting van meer dan 40 procent van Financière de Tubize wijst er overigens op dat de markten nauwelijks geloof hechten aan zo’n scenario. In het geval van een overname van UCB zou de holding profiteren van de premie, maar ook haar korting zou verdwijnen door de uitkering van de ontvangen cash en/of aandelen aan haar aandeelhouders.
Beleggers mogen hun beleggingsbeslissing niet alleen baseren op de eigen langetermijnvooruitzichten van de biofarmaceutische groep. Gezien de hoge waardering heeft UCB immers geen enkele foutmarge om de verwachtingen in te lossen, en dat terwijl teleurstellingen schering en inslag zijn in de farmaceutische sector. We raden u aan te wachten op een correctie alvorens een positie in te nemen.
CÉDRIC BOITTE
UCB bereidt zich al voor op de toekomst, ook al vervallen de patenten van Cimzia, Vimpat en Neupro pas over een tiental jaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier