U krijgt er een tweelingbroertje bij
De geboorte van het gekloonde schaap Dolly zorgde voor opschudding. Intussen staan genetici al zo ver dat ze menselijke cellen voor medisch gebruik kunnen kopiëren. Hoe lang houdt de ethische muur tegen de kloning van mensen nog stand?
Na de Europese storm over genetisch gemodificeerd voedsel, zou men kunnen verwachten dat de kloon-techniek een koele ontvangst zal krijgen, wanneer hij in 2001 schoorvoetend de stap van het laboratorium naar het openbare leven zet. Opgepepte sojabonen zijn al genoeg om de Britse kranten hysterisch te maken. Dan zullen ‘onnatuurlijke’ schepsels als Dolly, het eerste gekloonde schaap ter wereld, en haar zoo van opvolgers toch wel op een golf van publieke vijandigheid kunnen rekenen?
Blijkbaar niet, of toch nóg niet. Drie jaar na de geboorte van Dolly is het reproductieve klonen van hoevedieren, zoals runderen en varkens, niet langer een academische curiositeit maar een leefbare economische activiteit. Bij het klonen brengt men de kern van een volwassen cel over in een eicel, zodat men de normale stap van de bevruchting van de eicel door sperma kan overslaan: de eicel ontvangt al het genetische materiaal dat hij nodig heeft om zich tot een volledig wezen te ontwikkelen. Klonen is dus een nieuwe methode om genetisch gemodificeerde dieren te verwekken, en een snellere, potentieel meer betrouwbare manier om ze op grote schaal te vermenigvuldigen.
Hoe het publiek op die technologie zal reageren, hangt grotendeels af van de toepassingen. Het gebruik van klonen in de landbouw, voor de verbetering van de gezondheid van de dieren of de kwaliteit van het vlees, zou tegenwind kunnen krijgen van een publiek dat moeite heeft met de hoogtechnologische manipulatie van de voedselketen. De medische toepassingen evenwel zouden met meer enthousiasme kunnen worden ontvangen. Een handvol bedrijven in Amerika, Europa en Australië is druk bezig met het produceren van gekloond vee, met de bedoeling hun genetische gewijzigde weefsels in de kliniek te gebruiken. Pharming, een Nederlands biotechnologisch bedrijf, oogst uit de melk van gekloonde, genetisch gemodificeerde runderen een menselijk eiwit dat essentieel is voor de stolling van het bloed. Deze methode is goedkoper en potentieel veiliger dan de conventionele technieken. De firma hoopt dat de evidente voordelen van dergelijke medicijnen voor de patiënten zwaarder zullen wegen dan de bezwaren tegen het gebruik van gekloonde dieren. Het debat over het reproductieve klonen van dieren zal in 2001 hoe dan ook heftiger worden, wanneer men de eerste klinisch bruikbare producten van dit proces op mensen zal testen.
Het reproductieve klonen van mensen is voorlopig verre toekomstmuziek. De meeste landen die er de wetenschappelijke knowhow voor bezitten, hebben wettelijke barrières opgetrokken. Bovendien moet de technologie nog enorme praktische hinderpalen overwinnen. De kans is echter groot dat volgend jaar zowel in Europa als in Amerika de controverse zal oplaaien, wanneer men van start gaat met een type van menselijke kernoverdracht dat ‘therapeutisch klonen’ heet. Dankzij deze technologie zal men grote hoeveelheden menselijke weefsels voor transplantaties kunnen produceren, voor de genezing van afwijkingen zoals de ziekte van Parkinson of diabetes. Het komt erop neer dat men een celkern van de patiënt overbrengt naar een door een vrouwelijke donor afgestane menselijke eicel.
Deze nieuwe schepping zou zich – als het van de wet mag – tot een menselijk embryo en zelfs een levensvatbare baby kunnen ontwikkelen. De onderzoekers beschouwen dergelijke embryo’s echter veeleer als een bron van stamcellen. In tegenstelling met normale cellen, kunnen stamcellen zich tot in het oneindige reproduceren en kan men ze ertoe aanzetten om alle soorten vervangende weefsels te produceren. Aangezien deze weefsels genetisch verwant zijn met de patiënt, zouden ze de problemen met de afstoting van transplantaten moeten oplossen.
Momenteel werken de onderzoekers nog aan de fijnere details van het therapeutische klonen van dieren. Roslin Biomed, een Schotse firma, bestudeert gekloonde schapenembryo’s, om meer inzicht te krijgen in de biochemische processen tijdens de ontwikkeling van stamcellen. Wanneer ze dit ‘herprogrammeringsproces’ onder de knie hebben, hopen ze rechtstreeks in de menselijke cellen in te grijpen, wat de stap van het klonen overbodig zou maken.
Voorlopig is therapeutisch klonen in Groot-Brittannië verboden, maar in 2001 zal het misschien toegelaten worden. Mogelijk aanvaardt het parlement de aanbevelingen van een overheidscommissie die vindt dat het onderzoek op de lijst van goedgekeurde experimenten op embryo’s moet komen. De publieke opinie zal overal in Europa haar stem kunnen laten horen, want ook Frankrijk, Denemarken en andere landen hebben vragen bij hun eigen verbod van therapeutisch klonen.
In de Verenigde Staten is het onderzoek naar stamcellen van embryo’s tot nu toe door de privé-sector gefinancierd, door bedrijven als Geron (de eigenaar van Roslin Biomed). Er zijn immers geen federale subsidies voor beschikbaar. In 2001 zou dat moeten veranderen, na de recente beslissing om overheidsgeld te geven voor het onderzoek naar stamcellen van embryo’s (maar nog niet naar het klonen van mensen). Naarmate het klonen meer en meer een realiteit wordt, zullen de debatten toenemen.
Shireen El Saki is gezondsheidsredacteur bij The Economist.
shireen el saki
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier