Tweespalt dreigt tussen minderheidsaandeelhouders Picanol

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

Gisteren, 16 maart 2005, vond een algemene aandeelhouders-vergadering plaats bij weefgetouwenproducent Picanol. Er werd reikhalzend uitgekeken naar de confrontatie tussen het management en de minderheidsaandeel-houders – waar de eerste tekenen van scheuren in de frontvorming zichtbaar worden.

De jongste weken kon de goegemeente zich verkneukelen in de zoveelste aflevering van de Picanol- soap. De afronding van de CEO-exitreview die PricewaterhouseCoopers (PwC) hield in opdracht van het interim-bestuur, ontsluierde enkele pikante details over de graaicultuur die de eigenaarsfamilie Steverlynck tentoonspreidde. Het oogt alvast sappig dat Patrick Steverlynck als uitvoerend voorzitter jaarlijks 620.000 euro opstreek. Michel en Yves Steverlynck moesten genoegen nemen met respectievelijk 322.000 euro en 174.000 euro. Voorts sprongen de gemaakte onkosten in het oog, waarbij – alweer – Patrick Steverlynck met 410.000 euro in drieënhalf jaar de kroon spande. Picanol droeg voorts de kosten voor schoonmaak en verwarming van de privé-woonst van de bestuurders. Terwijl jaarlijks 150.000 euro werd besteed aan de Ieperse residentie van erevoorzitter Emmanuel Steverlynck, die in Zwitserland woont. Het rapport merkt bij herhaling op dat het bedrijf geen duidelijk onkostenbeleid had. “Tegelijk was het bedrijf extreem krenterig op het personeelsvlak,” commentarieert een vakbondsman.

Claim van enkele minderheidsaandeelhouders

Terwijl iedereen focuste op de riante bedragen die de familie uit het bedrijf zoog, werd enigszins voorbijgegaan aan de claim die enkele minderheidsaandeelhouders hadden ingediend tegen de vennootschap en haar bestuurders. Gedagvaard zijn voormalig CEO Jan Coene, Patrick en Yves Steverlynck, voorzitter en CEO ad interim Luc Van Nevel en bestuurder Luc De Bruyckere, die geviseerd wordt als hoofd van het remuneratiecomité. De dagvaarding ging uit van de niet-familiale minderheidsaandeelhouders rond de Brusselse zakenman Olivier Van Der Rest.

De belangenvermenging tussen de familiale bestuurders en de vennootschap, alsook de vermeende valse facturen en andere onfrisse details rond voormalig CEO Jan Coene vormen de rode draad van de dagvaarding. De gedagvaarde toplui lopen in extremis het risico dat ze hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de verliezen die de vennootschap heeft geleden. Over de grond van de zaak moet er nog uitspraak worden gedaan, maar op alvast één punt haalden de misnoegde minderheidsaandeelhouders hun gram: het PwC-rapport lag ter inzage voor alle aandeelhouders ter voorbereiding van de algemene vergadering van woensdag 16 maart 2005.

‘Invloedrijke vrienden’

Terwijl de minderheidsaandeelhouders tot dusver één front vormden in hun streven om de vennootschap Picanol ‘uit te zuiveren’, valt het op dat de dagvaarding er nu komt door het niet-familiale kamp. Dreigt er een schisma tussen de familiale (rond Paul Vandekerckhove) en niet-familiale minderheidsaandeelhouders?

“De minderheidsaandeelhouders hebben hetzelfde objectief,” garandeert Erik Bomans van Deminor, het kantoor dat in de affaire-Picanol optreedt voor alle minderheidsaandeelhouders. “Alleen de middelen die worden gebruikt, zijn verschillend. De familiale aandeelhouders hebben meer geduld en zijn uiteraard emotioneel meer betrokken. De anderen reageren meer als pure investeerders. Maar de claim kan wegvallen in het kader van een algemeen akkoord dat bevredigend is voor iedereen. De dagvaarding geeft ons alvast een stevige stok achter de deur.”

Olivier Van Der Rest heeft persoonlijk en via zijn vennootschap Catalpa 0,43 % in Picanol. Van Der Rest stond destijds mee aan de wieg van het Brusselse financiehuis Capital & Finance (C&F). Die vermogensbeheerder is kind aan huis bij een rist adellijke families en notabelen. Klinkende namen als de families de Spoelberch en de Mévius (Interbrew), Ulens de Schoo-ten (ex-Tiense Suiker) en de Monceau de Bergendal (ex-GIB) zijn slechts enkelen die een beroep doen of deden op de diensten van C&F.

De familie Van Der Rest is een van de referentieaandeelhouders van Etex, het vroegere Eternit. Olivier Van Der Rest is vandaag bestuurder bij Aliaxis, de afgesplitste plasticdivisie van bouwgroep Etex. Er is tevens een link tussen de familie Van Der Rest en de eerste naoorlogse Generale-gouverneur Blaise. Ook de familie Velge (Bekaert) is nauw gelieerd. Verliet Olivier Van Der Rest in 1992 al het kapitaal van C&F, dan is de verwantschap vandaag nog levendig. De vennootschap Friends Investments die 0,26 % heeft in Picanol, bulkt van de C&F-vennoten. “Zij voeren samen mee de huidige forcing in het Picanol-dossier,” meent een insider. Olivier Van Der Rest was niet bereikbaar voor commentaar, terwijl bij C&F “geen commentaar geleverd wordt over Picanol.”

‘Schitterende kans gemist’

Dat de drie onafhankelijke bestuurders, Luc De Bruyckere, Aloïs Michielsen en Sune Carlsson, een aanbeveling opstellen aan de hand van het PwC-rapport omtrent de terugvordering van het geld dat uit het bedrijf naar de familie vloeide, vindt in de ogen van Erik Bomans (Deminor) geen genade. “Waarom doet men dat nu?” vraagt hij. “Die mensen zullen hun werk allicht goed doen. Maar men kan niet voorbij het feit dat ze destijds ook als onafhankelijke bestuurders zetelden bij Picanol. Hoe kunnen zij vandaag oordelen over iets wat ze toen hadden moeten voorkomen? Hier mist Picanol andermaal een schitterende kans om te breken met het verleden.”

Lieven Desmet

“De familiale aandeelhouders hebben meer geduld en zijn uiteraard emotioneel meer betrokken. De anderen reageren meer als pure investeerders.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content