Twee meter advies voor Obama

Alain Mouton

Op 81-jarige leeftijd staat voormalig Fed-voorzitter Paul Volcker opnieuw in het middelpunt van de belangstelling. De Democratische presidentskandidaat Barack Obama wist Tall Paul (2,04 meter groot) te strikken als een van zijn belangrijkste economische adviseurs. Niet onbelangrijk nu de presidentiële campagne in de VS haar laatste dagen ingaat en nog altijd wordt gedomineerd door de financiële crisis.

Volcker, die de Amerikaanse centrale bank leidde van 1979 tot 1987, was jarenlang het voorwerp van controverse. Sommigen verwijten hem dat hij bijna dertig jaar geleden de intrestvoeten zo hoog opvoerde dat hij de VS toen in de diepste recessie sinds de Grote Depressie stortte. Anderen loven hem dan weer omdat hij erin slaagde een einde te maken aan de torenhoge inflatie van de jaren zeventig. Die daalde van 13,5 procent in 1980 tot 3,2 procent in 1982. Daarmee legde Volcker de basis voor de sterke Amerikaanse groei van de jaren tachtig en negentig.

Zoals veel ex-Fed-voorzitters groeide Volcker in de loop der jaren uit tot een éminence grise van de economie en wordt met veel aandacht naar zijn analyses geluisterd. De voorbije maanden nam dit soms mythische proporties aan. Zijn voorspellingen over de negatieve impact van financiële deregulering en het feit dat hij zeer snel pleitte voor een door de overheid gestuurde herkapitalisatie van de banksector, hebben die mythevorming nog versterkt. Zijn opvolger, Alan Greenspan, wordt door velen als hoofdschuldige van de crisis beschouwd en is ondertussen aangeschoten wild.

Volcker beleeft als adviseur van Obama een tweede jeugd. Sommigen zien hem zelfs als minister van Financiën, tenminste als de Democraat op 4 november de presidentsverkiezingen wint. Volcker werkte in de jaren zestig en zeventig immers jarenlang bij het ministerie van Financiën. De kans dat hij terugkeert naar de Treasury is echter klein. Volcker stelt zijn kennis graag ter beschikking van Barack Obama, maar tegelijk wil hij de vrijheid behouden om de wereld rond te reizen voor meetings met economen of verdwijnt hij een aantal dagen om zijn geliefkoosde hobby te beoefenen: vliegvissen.

Obama’s troefkaart

De rol van Volcker in de campagne van Obama ligt op twee niveaus. Primo: advies geven over concrete economische voorstellen. Toen Obama’s team pleitte voor extra uitgaven en meer consumptie om de VS-economie te ondersteunen, verzette Volcker zich daartegen. Hij bleef benadrukken dat de Amerikanen boven hun stand leefden en dat sparen de voorkeur verdiende boven consumeren. Volcker heeft altijd gepleit voor economische voorzichtigheid en spaarzaamheid. Hij is opgegroeid ten tijde van de Grote Depressie en wie met hem samenwerkt, merkt dat die periode een diepe indruk heeft nagelaten op de man. Zo neemt hij hij steevast de metro terug naar huis.

De tweede rol van Volcker in het Obama-campagneteam heeft te maken met het imago van de zwarte presidentskandidaat. Toen begin dit jaar de strijd om de Democratische nominatie nog volop woedde, stelde Hillary Clinton zich openlijk vragen over Obama’s ervaring in onder andere economische materies. Obama telefoneerde daarop naar Volcker met de vraag of hij zijn kandidatuur wou steunen. Die zei tot verrassing van velen ‘ja’, want tot dan had de voormalige Fed-baas zich altijd buiten de partijpolitiek gehouden, ook al staat hij bekend als Democraat. De voormalige Fed-baas voor zich winnen was ook tegenover de Republikeinen een cruciale marketingzet van Obama. Met het anti-inflatoire beleid dat hij voerde en zijn pleidooi voor een sterke dollar is Volcker ook in de partij van McCain populair.

Onder impuls van Obama’s economische topadviseur Austan Goolsbee, een Chica-go-professor van 39, werden ondertussen ook Robert Rubin en Larry Summers binnengehaald. Beide heren zijn ex-minister van Financiën. De groep van economische adviseurs waarover Obama kan beschikken, begint er bepaald indrukwekkend uit te zien.

De verhoudingen tussen Volcker en de politiek waren wel altijd zeer ambigu. Neem nu zijn aantreden als Fed-topman in 1979. Na een gesprek met president Jimmy Carter dacht Volcker dat hij zijn kansen verkwanseld had omdat hij weinig andere opties zag dan een zeer restrictief monetair beleid. Tot zijn eigen verbazing werd Volcker toch benoemd en werd Carter verantwoordelijk gesteld voor de harde tijden die de hogere rente met zich bracht. De recessie die volgde, was een van de oorzaken van Carters verkiezingsnederlaag tegen Ronald Reagan in 1980. Reagan behield het vertrouwen in Volcker, maar laatstgenoemde ergerde zich al snel aan de Republikeinse plannen om belastingen drastisch te verlagen.

Publieke sector

Toen Volcker als Fed-baas in 1987 werd vervangen door de meer expansionistische Greenspan, koos hij voor Wall Street. Volcker ging werken bij de investeringsbank Rothschild, Wolfensohn & co, richtte een adviesbureau op en werd bestuurder bij onder andere Nestlé.

Maar hij keerde snel terug naar zijn oude liefde: de publieke sector. Zo voerde hij onderzoek naar corruptie naar het olie-voor-voedselprogramma van de VN en nam hij deel aan een enquête van Zwitserse banken over rekeningen van Holocaust-slachtoffers. Bij zulke opdrachten voelt Volcker zich beter thuis dan in Wall Street. Zijn passage in de privésector was naar eigen zeggen enkel nodig “omdat zelfs een sober iemand als ik, af en toe wat geld moet verdienen”.

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content