Tussen kunst en iets

Studio Job, het Belgisch-Nederlandse samenwerkingsverband van Job Smeets en zijn vriendin Nynke Tynagel, is al tien jaar een luis in de pels van de design- en kunstwereld. Het eigenzinnige vormgeversduo maakt spraakmakende objecten die op het snijvlak van design en kunst balanceren. Time Magazine nam Studio Job op in The Design 100.

Overdaad schaadt, wil het gezegde, maar niet zo in de wereld van Job Smeets en de Nederlandse Nynke Tynagel. Het vanuit Antwerpen opererende koppel gebruikt bonte decoratie, barokke motieven, brons en zilver, maakt kroonluchters en ander meubilair van papier en houdt zich het liefst bezig met unieke stukken of voorwerpen in limited edition. Overdaad zie je ook in de omvang van hun ontwerpen, zoals onder meer Silver Basket voor Bisazza: een enorme mand bekleed met witgouden mozaïektegeltjes. En op de meubelbeurs in Milaan waren ze dit jaar present met de Farm-collectie, waarbij ze onder meer spade, laarzen en riek in een glanzend bronzen kleedje stopten.

Provocatie schuwen ze al evenmin, zoals bij het bronzen torengebouw uit de Robber Baroncollectie waaruit een stofwolk komt ( robber baron is de pejoratieve bijnaam die in de negentiende eeuw in de VS werd gegeven aan bankiers en industriëlen die op weinig scrupuleuze manier fortuin vergaarden). Gewaagd, als je weet dat de stukken in de Verenigde Staten tentoongesteld worden.

Domme designers

Maar Job Smeets schopt graag tegen schenen. “Iedereen weet dat designers niet zo slim zijn, anders zouden ze kunstenaars worden”, zei hij laconiek in een interview met het Britse design- en architectuurblad Icon. Af en toe kreeg Smeets de bal keihard terug: de critici in Nederland waren bijvoorbeeld niet zo mals over zijn werk. “De designers vonden dat we slecht design maakten omdat het niet te reproduceren was, niet functioneel was en niet in groten getale verkocht werd. En de kunstenaars vonden dat we slechte kunst maakten”, zucht Smeets. “Voor ons was het ook ingewikkeld, omdat de niche tussen kunst en design nog niet was ingevuld. Pas na een paar jaar begonnen mensen te begrijpen waarover ons werk ging. Toen begonnen galeries ons te ontdekken en begonnen musea interesse te tonen. Nu maakt iedereen unieke stukken en maken fabrikanten beperkte oplagen. We hebben pionierswerk geleverd, maar we hebben er ook voor geleden. Ik vond het hard om die kritiek te moeten slikken. We wisten dat we goed bezig waren.”

“Kies een ander vak”

Maar voelt hij zich nu een kunstenaar of een vormgever? Smeets haalt de schouders op. Hij is terughoudend om een label te kleven op wat Studio Job doet. Het is niet nodig om duidelijk te zijn, vindt hij: het leven zelf is ook niet duidelijk. Maar voor wie dan toch enige duidelijkheid wil: Nynke Tynagel en hij volgden een opleiding aan de Design Academy Eindhoven, zij het niet gelijktijdig. De zeven jaar oudere Smeets startte Studio Job al in 1998, Tynagel kwam er twee jaar later bij.

“Ik was niet speciaal in design geïnteresseerd toen ik jong was”, zegt Smeets. “Maar als je zeventien bent, moet je iets kiezen. Ik wou geen kunst doen, want dat leek me te abstract. En advocaat worden leek me te concreet. Gaandeweg bleek de opleiding in Eindhoven wel interessant te zijn. Al loop ik niet zo hoog op met designers. Ik vind niet dat vormgeving in creatieve vakken het hoogste is wat je kan doen. Vormgeving is veel meer praktisch gericht, functioneel, daar hou ik niet van. Designers beelden iets uit in materiaal en dan nog het liefst 10.000 keer hetzelfde. Dat is toch verschrikkelijk? Er zijn vandaag belangrijkere dingen te doen, vind ik. Maar onze tragiek is dat we vormgevers zijn, we zijn nu eenmaal zo opgeleid. Dan blijf je in onze samenleving in dat hokje zitten. We zijn vormgevers, terwijl we kunstenaars zouden willen zijn. Ik heb zelf een tijdje les gegeven aan de Design Academy Eindhoven, maar ik ben ermee gestopt. Het beste advies dat ik kon geven aan de studenten was: kies een ander vak. Als leraar werkt dat niet zo goed.”

Perfectionisme met een glimlach

Er volgt een lachje. Iets wat ook wel meermaals voorvalt als je naar de ontwerpen van Smeets en Tynagel kijkt. Zoals de keramiek borden die ze maakten voor Koninklijke Tichelaar Makkum, met skeletten, spermacellen, sumoworstelaars en poedels erop. Of de tinnen borden met muizen en olifanten.

“Ja, humor is natuurlijk belangrijk. We steken verschillende lagen in ons werk. Maar we zijn heel serieus met ons werk bezig. Wat ik bijvoorbeeld het liefst zou hebben, is dat we maar één stuk per jaar moeten maken, zodat we daar heel veel energie in kunnen steken. Zo weinig mogelijk maken, dat is onze wens. Niet uit luiheid, maar omdat we het zo expressief en gedetailleerd mogelijk willen maken. We zijn extreme perfectionisten. De uitvoering moet zijn zoals je ze in je hoofd hebt. Als je kijkt naar grote kunstenaars, dan zie je dat de uitvoering altijd perfect is.”

Hollywood calling

Smeets beseft dat het niet evident is om succes te hebben terwijl ze eigenlijk hoofdzakelijk doen waar ze zin in hebben. Verzamelaars en musea kopen hun werk voor grof geld. Net als wereldberoemde filmsterren, maar daar wil Smeets liever niet op ingaan. “Als ik nu zeg dat Brad Pitt onze werken koopt, dan blijft bij de meeste mensen die naam hangen, terwijl ik het veel belangrijker vind dat musea onze werken hebben, goed conserveren en aan het publiek tonen.” Ze maken niet alleen vrij werk, maar ook opdrachten voor bedrijven als Swarovski, Koninklijke Tichelaar Makkum, Bulgari, Moooi, Venini en Bisazza.

“Klopt, maar ons hart ligt bij het vrije werk. Bij unieke stukken is de vrijheid enorm. Je kan maken wat je in je hoofd hebt, zonder beperkingen van producenten of materiaal. Sommigen voelen zich heel vrij als ze binnen een bepaalde opdracht moeten werken, maar wij voelen ons vrij als we carte blanche hebben. In dat opzicht zijn we wel kunstenaar. We houden niet graag rekening met lage prijzen, productieprocessen en van die dingen. Hoe goedkoper je producten moet maken, hoe minder het je toelaat om er creativiteit in te steken. De enige beperking waar we rekening mee willen houden, is de beperking in ons hoofd.”

(T)

Door Dominique Soenens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content