Trumpisme ontmoet communisme

Marc De Vos
Marc De Vos Columnist

Donald Trump is bijna honderd dagen president van de Verenigde Staten. So far, so bad. Onheilsgeruchten over collusie met Russische verkiezingssabotage houden aan. Immigratiestop tweemaal mislukt. Gezondheidszorg terug naar af. Belastinghervorming tussen droom en budgettaire werkelijkheid. Geen spade staat klaar voor nieuwe infrastructuur. Geen steen ligt klaar voor de muur met Mexico. Over het klimaat alleen maar afbraak.

En dan is er China. Kandidaat Trump zou die valsspelende Chinezen wel eens mores leren: liefst 45 procent invoertaks op Chinese producten die in de VS worden verkocht. Een paar maanden van diplomatieke contacten en één topontmoeting met de Chinese president Xi Jinping verder, komt daar niets van in huis en beklemtonen beide kampen hoe goed hun verstandhouding wel is. Nou moe.

Een bombardement in Syrië was voor Trump een welgekomen afleiding om de grandioze mislukking van zijn verkiezingsbeloftes te kunnen verbergen achter een regen van represaillebommen. Meteen kreeg China ook de boodschap dat de VS niet blijven toestaan dat de schurkenstaat Noord-Korea op weg is het Amerikaanse grondgebied met raketten te kunnen bedreigen.

De militaire relaties tussen de VS en China worden dus belangrijker dan hun handelsrelaties. Dat is handig. Als het over handel gaat, zat kandidaat Trump immers in de verkeerde verkiezingen. Zijn kritiek dat China door lage lonen en een lage munt in de VS industriejobs steelt, is vooral een zaak van tien jaar geleden. De Chinese lonen stijgen pijlsnel en de jongste jaren ondersteunt de regering in Peking vooral de waarde van haar munt.

President Trump kan geen handelsoorlog uitvechten die al grotendeels beslecht is. De echte uitdagingen in de economische relaties met China zijn al een paar globaliseringsstadia verder. Het gaat over de toegang tot de groeiende Chinese markt voor buitenlandse bedrijven. De Chinezen exporteren erop los, maar importeren in het land is aartsmoeilijk en vergt vaak joint ventures die winst en kennis met de Chinezen moeten delen. Dat is ondraaglijk nu het rijkere China de grootste consumptiemarkt ter wereld wordt.

Het gaat om de planmatige internationale expansie door Chinese conglomeraten. Het gaat om de overname van buitenlandse bedrijven door Chinees geld. Het gaat om de grootse Chinese industriële strategie voor mondiaal leiderschap in hoogtechnologische sectoren, inclusief de digitale economie. Het gaat om de profilering van China als alternatief voor internationale instellingen en wereldhandel, zoals de Aziatische Infrastructuurinvesteringsbank en het One Belt, One Road-project voor een Chinese handelsinfrastructuur die meer dan zestig landen zou moeten bestrijken en betrekken.

Al die grote ontwikkelingen hebben twee zaken gemeen: ze steunen op een agressieve Chinese industriële politiek en ze vervangen de internationale handelsorde door bilaterale deals. Ze zijn alleen aan te pakken door tegenover politisering de regels van de markt te plaatsen en door China meer in de wereldwijde handelsorganisatie te betrekken. Maar dat is precies het omgekeerde van wat Trump wil. Hij wil ook een agressief overheidsbeleid voor economische expansie, en hij wil ook deals maken.

En dat brengt mij terug tot die verrassend milde ontmoeting tussen Trump en Xi in Florida. Die is veel minder verrassend als je beseft hoe hun politieke wereldbeeld gelijkloopt. En dat is het ergste van al.

De auteur is directeur van de denktank Itinera en doceert aan de UGent. @devosmarc

MARC DE VOS

KORT GESTELD : De militaire relaties tussen de Verenigde Staten en China worden even belangrijk als de handelsrelaties. Van de voorspelde handelsoorlog met China komt niets in huis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content