Déminor predikt transparantie voor bedrijven, maar eigen cijfers zijn taboe. “Zo blijven we geloofwaardig en sympathiek,” heet het.
We treffen Déminor-stichter Eric Coppieters de Gibson als hij het nieuws binnenkrijgt over de beslissing van de handelsrechtbank van Ieper om Lernout & Hauspie geen gerechtelijk akkoord toe te staan. “Het belooft nog een lange procedure te worden,” klinkt het. “Wat wij er financieel bij winnen? Dat zeg ik liever niet. Meer dan waarschijnlijk boeken we verlies op deze operatie.”
Openheid is aan Coppieters niet besteed als we omzetcijfers van zijn eigen bedrijf vragen. Want: “Als zakenbankier zijn we misschien te klein voor sommige potentiële klanten om geloofwaardig te zijn. Als adviseur inzake corporate governance zijn we dan weer te groot om sympathiek te blijven. Dus zwijgen we voorlopig over onze cijfers.”
Coppieters wil enkel kwijt dat de omzet dit jaar verdriedubbeld is tegenover twee jaar geleden. Dat Déminor met een (niet geconsolideerd) balanstotaal van 28,4 miljoen (1999) een financiële dwerg is, klopt alvast. Met een eigen vermogen van 18,8 miljoen (waarvan 8 miljoen overgedragen winsten) staat het er financieel sterk voor.
De 32 Déminor-medewerkers spelen zakenbankier voor minderheidsaandeelhouders en adviseur inzake corporate governance voor institutionele aandeelhouders.
De eerste activiteit vertegenwoordigt zo’n 70% van de omzet. Advies aan minderheidsaandeelhouders van beursgenoteerde bedrijven is het publieke gezicht van Déminor. Meestal werkt het bedrijf volgens het principe no cure, no pay, maar in de zaak rond Lernout & Hauspie ligt dat anders. “De zaak is te omvangrijk, zodat we het risico liever delen,” zegt partner Erik Bomans.
Zo’n 2000 aandeelhouders hadden vorige week vrijdag al positief gereageerd op de vraag om een juridische actie op poten te zetten. Dat kost hen zo’n 1000 tot 4000 frank, plus 10% van de eventueel gerecupereerde gelden. Coppieters: “Is er sprake van fraude, dan gaan we achter het persoonlijke vermogen van de fraudeurs aan.” Bij een eventuele fout – financieel gezien een beter scenario – zal Déminor de aansprakelijkheid van de bestuurders, adviseurs, advocaten, accountants en bankiers tegen het licht houden, hopend dat ze een goede verzekering hebben afgesloten.
De corporate-governancetak van Déminor bestaat uit het leveren van proxy votes (het uitoefenen van stemrecht voor institutionele beleggers op de algemene vergadering van zo’n tachtig ondernemingen) en het leveren van ratings. Die waarderen het ‘behoorlijk bestuur’ van 300 ondernemingen op een schaal tussen één en vijf. Zo’n twintig institutionelen en zakenbanken waren bereid 800.000 frank neer te tellen voor deze service.
Coppieters laat zich ontvallen dat deze activiteit goed is voor twee derde van de corporate-governancetak. Daarom ramen we de gehele Déminor-omzet voor dit jaar heel voorzichtig op 80 miljoen frank. Dat cijfer houdt geen rekening met schommelingen in de verhouding tussen de twee activiteiten.
hans brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier