Touring gaat voorruit

Touring maakt van mobiliteit in de ruime zin van het woord zijn nieuwe paradepaard. Met Touring Glass lanceert het zich op de Belgische markt van de herstelling van autoruiten, het biedt een verzekering voor fietsers aan en breidt de medische bijstand uit.

Touring betreedt het jachtterrein van Carglass. Vandaag, 18 april opent de pechverhelper in Zaventem zijn eerste Touring Glass-vestiging. Het gespecialiseerde centrum voor de herstelling en vervanging van ruiten van auto’s, bestelwagens en vrachtwagens beschikt ook over mobiele eenheden die uitgerust zijn om langs de weg en op parkings kapotte voorruiten te vervangen.

Die strategische wending irriteert vooral Carglass, dat in de vervanging van voorruiten in ons land een marktaandeel van 70 procent en eigenlijk geen serieuze concurrenten heeft. Toegegeven, spelers als Auto 5 en Speedglass bieden hetzelfde soort technische diensten aan en onlangs is met Proxiglass ook een nieuwe onderneming op die markt opgedoken, maar hun slagkracht is verre van voldoende om Carglass angst aan te jagen.

Niet te gulzig

Met de opening van zijn eerste Touring Glass is de onderneming met het bekende geel-blauwe logo duidelijk van plan de kaarten duchtig dooreen te schudden. Het wil de marktleider van de autoruiten in België ernstig concurrentie aandoen, zonder evenwel te snel te gulzig te worden. “Het is onze bedoeling in de komende vijf jaar 10 procent marktaandeel te veroveren”, zegt Thierry Willemarck, de CEO van Touring. “De nieuwe activiteit moet mettertijd 20 procent van de inkomsten van de groep aandragen. Tegen het einde van het jaar moet er een klein dozijn Touring Glass-vestigingen zijn: vijf ateliers in eigen beheer in de omgeving van Brussel, Gent, Antwerpen, Luik en Charleroi en vijf of zes franchisers.” Dat is dan zonder rekening te houden met het netwerk van Axial-carrossiers, dat eveneens in het avontuur stapt en onderdak zal bieden aan een veertigtal servicepunten van Touring Glass, evenveel als grote concurrent Carglass.

Axial is een van de twee partners bij wie Touring steun zocht om de nieuwe uitdaging aan te kunnen gaan. De carrossiergroep houdt 5 procent van de aandelen van Touring Glass aan. Club Assist, een wereldwijde leverancier van diensten en oplossingen voor autoclubs, heeft net als Touring 47,5 procent in handen.

Club Assist wordt ook wel ‘het Australische Carglass’ genoemd. Het ontstond zo’n twintig jaar geleden in Melbourne en ontwikkelde zich vooral op de Noord-Amerikaanse en Zuidoost-Aziatische markt. Sinds kort probeert het ook voet aan de grond te krijgen in Europa. Op papier lijkt het partnership van Touring en Club Assist een win-winsituatie te scheppen. Door zich aan te sluiten bij Touring profiteert de Australische leverancier van de naambekendheid en de aanzienlijke sympathie die zijn Belgische partner geniet. Omgekeerd krijgt Touring de beschikking over een expertise en een logistiek voor de herstelling en vervanging van autoruiten, die het tevoren niet had.

De wegenwachters zijn weliswaar al enige jaren uitgerust met een soort gelpistool om barsten in glas een halt toe te roepen, maar de pechverhelper beschikt duidelijk niet over de armslag die een wereldleverancier als Club Assist toelaat een aanvoerketen te organiseren tegen volstrekt concurrerende prijzen. Want dat is Tourings uiteindelijke bedoeling met de nieuwe service: prijzen aanbieden die onder de tarieven van Carglass duiken. Om de agressieve machine van het nieuwe Touring Glass op gang te brengen, heeft intussen al een kleine zwerm Australische consultants zijn tenten opgeslagen in België.

Voorruit, auto, fiets

Touring surft duidelijk op een nieuw elan. De diversificatie naar de wereld van de voorruiten is overigens niet de enige nieuwigheid die de ambities van de onderneming moet schragen. De groep hield met Touring Bike onlangs ook een totaal nieuw verzekeringsproduct boven de doopvont. Concreet komt het erop neer dat fietsers en bromfietsers voor 40 euro per jaar bij een lekke band of een technisch mankement een pechverhelper kunnen oproepen, die binnen de 40 minuten hulp komt bieden. Als hij de herstelling niet ter plekke kan uitvoeren, wordt de verzekerde naar huis of naar zijn oorspronkelijke bestemming en de fiets naar een hersteller naar keuze gebracht. Die dienst voorziet bovendien in een ongevaldekking die de terugbetaling van de medische kosten na een val regelt tot een maximum van 6500 euro.

“België telt 7 miljoen fietsen op 11 miljoen inwoners”, stelt Bruno de Thibault, de nieuwe managing director van Touring, vast. “De fiets is een volwaardig alternatief voor de auto geworden. Almaar meer Belgen fietsen naar het werk of naar school. Er is dus vraag naar dat soort bijstand, vooral van de gezinnen. We willen nog voor het einde van het jaar 5000 tot 10.000 fietsers verzekeren.”

Daarom wil Touring ook een degressief tarief aanbieden — 100 euro voor een gezin van vier personen — en overweegt het zelfs om in de toekomst een gecombineerd auto-fietsproduct aan te bieden aan gezinnen die al over autobijstand beschikken. Daarvan zijn er in België 400.000.

Een evoluerende stiel

“De stiel van Touring is aan het evo-lueren en breidt zich voortaan uit tot mobiliteit in de ruimste zin van het woord”, gaat De Thibault voort. “We kampen nog altijd met het wat simplistische imago van de hulpverlener voor de Belgische wegen. Maar we zijn ook actief in reisbijstand. We verzekeren elk jaar 200.000 gezinnen die naar het buitenland trekken. Maar dat is niet alles. Het is de bedoeling Touring om te vormen tot een platform dat de mensen toegang biedt tot een rist diensten die de mobiliteit ten goede komen, niet alleen in de auto en op de weg, maar ook thuis. In diezelfde redenering willen we ook de autonomie van personen, van herstellenden, zelfs bij hen thuis verbeteren door bijvoorbeeld aangepast materiaal ter beschikking te stellen.”

Daarom is Touring nu ook aanwezig op de ontluikende markt van de medische bijstand aan huis voor senioren (zo’n 1500 ondertekende contracten). Bovendien is het ook actief als distributeur van defibrillators aan ondernemingen en andere instanties, die ook rechtstreeks verbonden zijn met de centrale van Touring.

En dan is er ook nog het eigen ‘geolocaliseerbare’ alarmsysteem van de onderneming, dat haar in staat stelt personen in nood overal in België onmiddellijk te hulp te snellen. Daarvoor werkt Touring met een soort kastjes met noodknop en met systemen die ingebouwd zitten in de auto en bij een ongeval automatisch een oproep versturen.

“Touring is van oorsprong een autoclub, maar we evolueren naar een mobiliteitsclub. Daarin blijft de auto een belangrijke rol spelen, maar de mens wordt van essentieel belang, of die nu een vervoermiddel gebruikt of niet”, besluit Willemarck. “Het is altijd onze bedrijfscultuur geweest anderen te helpen en mobiliteit te garanderen, wat er ook gebeurt. Vandaag vergroten we gewoon onze competenties.”

Die diversificatie moet ervoor zorgen dat Touring niet langer beschouwd wordt als de sint-bernard van de automobilisten, maar als een hulpverlener in de ruimste zin van het woord.

FRÉDÉRIC BRÉBANT

“Het is de bedoeling Touring om te vormen tot een platform dat de mensen toegang biedt tot een rist diensten die de mobiliteit ten goede komen” Bruno de Thibault

“We kampen nog altijd met het wat simplistische imago van de hulpverlener voor de Belgische wegen” Bruno de Thibault