Touche pas à mon argent
Guido Muelenaer
Volgens cijfers van de Vlaamse Gemeenschap bedragen de sociale transfers vanuit Vlaanderen 3,7 miljard euro: 2,1 miljard euro vloeit naar Wallonië, 1,6 miljard euro naar Brussel.
Of hecht u meer geloof aan een Franstalig cijfer? Volgens de ULB-professor Henri Capron gaat het om 2,3 miljard euro sociale transfers uit Vlaanderen: 2,1 miljard naar Wallonië en 0,2 miljard naar Brussel.
Kijken we naar alle financiële transfers dan gaat het volgens drie economen van de Universitaire Faculteiten Notre Dame de la Paix in Namen om 5,6 miljard euro transfers vanuit Vlaanderen. Vlaanderen staat 3,3 % van zijn bruto regionaal product (brp) af aan Wallonië. Wallonië haalt 9,0 % van zijn brp uit transfers.
Het is goed om deze cijfers even voor de geest te halen als we zien dat in de huidige communautaire discussie de Franstaligen, vooral de christendemocratische CDH, eisen dat de interpersoonlijke solidariteit niet in vraag wordt gesteld. Het is een van de vier knelpunten die dinsdagochtend bij het schrijven van deze lijnen overblijven. De N-VA is deze cijfers niet vergeten. Ze stuurde dan ook maandagavond Yves Leterme terug naar af. De garanties waren onvoldoende.
Sterjournalist Bob Woodward van de Washington Post – de man die, samen met Carl Bernstein, het Watergateschandaal uitbracht – antwoordde ooit op de vraag hoe je de waarheid achterhaalde: “Follow the money”. Het is niet anders in de communautaire discussie. En het geld loopt in één richting: van Vlaanderen naar Franstalig België.
We moeten recent wel één correctie maken: de pensioenen. Sinds kort telt Vlaanderen procentueel meer gepensioneerden (17 %) dan Wallonië (16 %). De vergrijzing slaat sneller toe in het noorden van het land. Vlaanderen betaalt per hoofd van de bevolking 174 euro per maand aan pensioen, in Wallonië is dat 161 euro.
Dat betekent een (voorlopig) kleine correctie aan de transfers. Wallonië blijft echter meer sociale uitkeringen trekken. Dat heeft vooral te maken met het hoger aantal werklozen. De keerzijde van deze medaille – het minder aantal werkenden (65 % tegen 55 %) – is verantwoordelijk voor de grootste sociale transfer: de Vlamingen betalen veel meer bijdragen en belastingen (406 euro per hoofd) dan de Walen (322 euro).
2,1 miljard euro transfers naar Wallonië is een hoop geld. Maar interpersoonlijke solidariteit is een hoeksteen van een federale staatsstructuur. In alle Europese landen steunen rijke regio’s de arme regio’s. Niets abnormaal. We moeten ons bij die solidariteit twee vragen stellen. Zijn die transfers gerechtvaardigd? Zijn er impulsen die bijdragen tot de wegwerking van die transfers?
Zijn de transfers gerechtvaardigd? Een mathematisch antwoord is moeilijk te geven. Hogere werkloosheid en lagere werkgelegenheid leiden tot onvermijdelijke en in principe gerechtvaardigde transfers (wat de ontvangers niet ontslaat om er iets aan te doen). Maar hoe zit het met het oneigenlijke gebruik van de sociale uitkeringen? Erg gevoelig en betrouwbaar studiemateriaal ontbreekt vaak. In de ziekteverzekering is er zeker een groot verschil in medische consumptie. Een ander frappant voorbeeld bleek eerder dit jaar: bij De Post was in Henegouwen een werknemer in 2006 gemiddeld 43,29 dagen ziek. Na Henegouwen volgen Luik (35,39), Namen (34,71), Luxemburg (34,1) en Waals-Brabant (36,24). In Antwerpen was de postwerknemer gemiddeld 24,46 dagen ziek en in West-Vlaanderen slechts 23,65 dagen.
Zijn er impulsen die bijdragen tot de wegwerking van die transfers? Dat is een nog veel essentiëlere vraag. Recent hielden zeven academici (Filip Abraham, Bea Cantillon, Etienne de Callataÿ, Robert Deschamps, Erik Schokkaert, Bruno Van der Linden en Paul Van Rompuy) een pleidooi om de sociale zekerheid niet te splitsen, maar wel de financiële verantwoordelijkheid van de regio’s aan te scherpen. De regio’s responsabiliseren, volstaat echter niet. Want nu zijn de prikkels verkeerd. De financieringswet zorgt ervoor dat wanneer Wallonië en Brussel een succesvol economisch beleid voeren, ze afgestraft worden met minder in plaats van meer budgettaire middelen.
Wordt er hierover gepraat aan de onderhandelingstafel van Yves Leterme. Neen, want Wallonië weet dat elke verandering van de financieringswet en elke verdere responsabilisering betekent dat het zal moeten snijden in voorrechten. Het zal moeten snoeien in zijn overheidsstructuur, het zal baronieën moeten afbouwen, syndicaten voor het hoofd stoten, cliëntelisme afbouwen. Touche pas à mon argent, is de conclusie.
En dus houden MR en CDH het been stijf. En dus zal de PS niets anders doen in de Conventie die het communautaire programma van Leterme I moet waarmaken. Zullen Vlaanderen en het Vlaamse bedrijfsleven of de Vlaamse burgers beter worden van Leterme I? Nauwelijks, valt te vrezen. En ondertussen trotseert Sarkozy in Frankrijk het straatprotest om zijn sociale zekerheid te moderniseren. En ondertussen groeit Duitsland weer door naar een bloeiende exporterende economie.
Als Leterme I er toch komt, dan denken velen dat die regering maximaal eind 2008 haalt. In juni 2009 kunnen dan de Vlaamse en federale verkiezingen samen worden gehouden. Misschien is het maar beter zo.
de auteur is hoofdredacteur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier