Tot op het bot
Ondoorzichtig, ondemocratisch, zonder enige vorm van controle. Deze beschuldigingen kreeg het Permanent Veterinair Comité naar het hoofd geslingerd door Nelly Maes en Bart Staes, europarlementsleden voor VU&ID. Ook de landbouw- en voedingssector zijn niet mals voor het Comité. Maar een doorlichting nuanceert dat negatieve beeld: openheid en structurele oplossingen zijn voor het Comité belangrijk, zelfs al moet het gaan tot op het bot.
De voorzitter van het Permanent Veterinair Comité ( PVC) is de Belg Bernard Van Goethem. Zijn openheid is ontwapenend: “Het PVC heeft niets te verbergen, integendeel. Al onze beslissingen en notules zijn te lezen op de site van de Europese Commissie op Internet.” En dat zijn er nogal wat. In 1998 namen de vijftien vertegenwoordigers van de lidstaten zo’n 275 beslissingen. “Gemiddeld hebben we vijf vergaderdagen per maand, maar dat kan oplopen tijdens een crisis,” zegt Van Goethem.
In een persverklaring zeiden Nelly Maes en Bart Staes ( VU&ID) verleden maand dat “de besluitvorming plaatsvindt achter gesloten deuren, zonder controle van het Europees Parlement.” Van Goethem repliceert: “Alle leden van het Europees Parlement mogen de vergaderingen bijwonen. Zij kunnen de agenda van elke vergadering via de geijkte kanalen raadplegen voor ze plaatsvindt. Ik heb er nog geen enkel europarlementslid mogen verwelkomen,” legt hij uit. Hij grijpt naar zijn telefoon en vraagt de aanwezigheidsregisters van de andere regelgevende comités te controleren die onder het departement Landbouw vallen. Geen enkele naam van een Europees parlementslid op de lijsten.
In 1997 besloot
de Commissie om bijna alle veterinaire aangelegenheden niet langer te huisvesten bij het departement Landbouw (het zogenaamde DG VI), maar bij Consumentenbelangen en de Bescherming van de Gezondheid van de Consument ( DG XXIV). Tot voor de BSE-crisis vielen veterinaire aangelegenheden volledig onder DG VI. De overheveling overstijgt symbolische en praktische belangen. De Commissie en de lidstaten willen op deze wijze pogen te vermijden dat de landbouwlobby, die de belangen van de sector uitstekend weet te verdedigen in Brussel en Straatsburg, invloed op de besluitvorming zou kunnen uitoefenen en stellen voortaan de eindverbruiker centraal.
Vriend en vijand van het PVC zijn het erover eens dat de besprekingen zuiver veterinair van aard zijn. “Tijdens de debatten komen economisch-protectionistische elementen niet aan bod,” zegt een ambtenaar die het PVC door en door kent. “Maar wanneer er uiteindelijk gestemd wordt, is het onmogelijk om precies te kunnen vaststellen wat er in het hoofd van de vertegenwoordigers leeft. Uiteindelijk is het onvermijdelijk dat strategisch-economische motieven een rol spelen. De vertegenwoordigers zijn allen ambtenaren, die moeten luisteren naar hun administratie en regering,” voegt hij eraan toe. Toch meent hij dat veterinaire overwegingen het zwaarst doorwegen bij de stemmingen.
Van Goethem beklemtoont dat de Europese commissarissen bij het opstellen van adviezen en ontwerpteksten weinig of geen invloed uitoefenen. Hij is ervan overtuigd dat de vijftien leden van het PVC zich eerlijk opstellen en dat ze niet toegeven aan protectionistische reflexen.
De veterinair-technische opstelling van het PVC wordt ook bevestigd door Alex Thiermann, die namens het Amerikaanse ministerie van Landbouw veterinaire aangelegenheden aankaart bij de EU. De Amerikaanse ambtenaar heeft bijzonder veel contacten met het PVC, onder meer vanwege het dispuut tussen de Verenigde Staten en de EU over het toedienen van groeihormonen aan runderen. Thiermann is ook voorzitter van twee aan de Wereldhandelsorganisatie verbonden technische comités, waar hij nauw met ambtenaren van het PVC samenwerkt. “De vijftien vertegenwoordigers waren het soms niet eens met hun politieke meesters, bijvoorbeeld wanneer het debat over het veterinair aspect van voedselveiligheid gevoerd werd. Dit is echter niet uniek voor de EU: ook in de VS nemen veterinaire ambtenaren soms standpunten in die helemaal niet overeenkomen met wat politici voorstellen.” Thiermann heeft bijzonder veel respect voor de wetenschappelijke expertise van het PVC. “Binnen de Commissie is er een tendens om vertegenwoordigers van het PVC te weren uit internationale forums en ze te vervangen door niet-experts. Dit zou bijzonder jammer zijn, omdat met de vijftien experts een pak ervaring en inzicht zou verdwijnen. Het is duidelijk dat het PVC zich niet laat voorschrijven door de commissarissen,” bevestigt hij het pro domo-pleidooi van Van Goethem.
Kentering
Sedert het begin van de dioxinecrisis is het PVC in België zowat uitgegroeid als de openbare vijand bij uitstek, die zich onrealistisch kritisch opstelt. Men vergeet gemakkelijkheidshalve dat de vorige regering de Europese Unie slechts een viertal maanden na de PCB-besmetting inlichtte. Intussen waren al grote hoeveelheden besmet vlees uitgevoerd en geconsumeerd. De gebrekkige of nagenoeg onbestaande controle van de Belgische veevoederketen heeft geleid tot een vertrouwensbreuk bij experts van de andere lidstaten, die slechts langzaam kan worden geheeld. Van Goethem denkt dat de Belgische presentatie tijdens de jongste vergadering van het PVC wel eens de kentering kan zijn.
De vergadering
van vorige week was het product van een strategische planning van vele weken. België had een lijvig dossier voorbereid, waarin het enerzijds een volledig overzicht gaf van de huidige toestand en anderzijds open kaart speelde over de nog door te voeren structurele maatregelen die een herhaling van de besmetting moeten voorkomen. De Belgische vertegenwoordiger lichtte toe hoe België de Europese beschikkingen naleeft en bekwam daarop het fiat van de veertien anderen voor de Belgische analysemethode. In de uiteenzetting over het opkoopregelingsvoorstel kregen de buitenlandse PVC-leden duidelijk te horen hoe zij door deze maatregelen worden getroffen. Vragen en misverstanden werden vakkundig opgelost, zodat ook hier het Belgische voorstel werd goedgekeurd. Wat de structurele voorstellen betreft, vroeg en verkreeg België de toezegging dat een definitief debat over de controle op de rundvleessector eerstdaags wordt gehouden wanneer België hiervoor klaar is. In afwachting vroeg België drie uitzonderingsmaatregelen, maar dit voorstel werd nipt afgewezen, vooral door Zuid-Europese vertegenwoordigers.
Het Belgisch dossier was vooraf goed voorbereid in samenwerking met het PVC. Dat deze openheid vruchten afwerpt, bleek snel. Van Goethem, die de zittingen over België niet leidt, hoorde in de wandelgangen positieve indrukken. De Belgische presentatie, die ruim twee uur duurde, heeft een uitstekende indruk nagelaten. Het onder de lidstaten verspreide lijvige dossier heeft een aantal brokken gelijmd.
Op korte termijn
moet van het PVC geen versoepeling verwacht worden. Maar België kan het PCB-testcorset gebruiken als een wapen om de verloren exportmarkten later terug te winnen. Net zoals de Britten momenteel hun troefkaart uitspelen dat hun rundvlees na het uitmesten van de BSE-Augiasstal het veiligste van Europa is. Dat is echter geen antwoord op de verzuchting van de uitvoerders, die lijdzaam moeten toezien hoe hun marktaandeel steeds moeilijker opnieuw in te palmen wordt.
STIJN DE PRETER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier