Tot het kookpunt
In 1979 reisde VS Naipaul door Iran, Pakistan, Maleisië en Indonesië, vier niet-Arabische moslimlanden. In 1995 trok hij er opnieuw naartoe. Zijn verslag toont onbevangen, bijna terloops en onbevooroordeeld alle aspecten van een politiek-religieuze dwangbuis.
Het boek Meer dan geloof (Beyond Belief) is in alle opzichten het vervolg op Onder de gelovigen (Among the Believers) uit 1981. De fascinatie voor volkeren die zich onderwerpen aan een wel erg conservatieve, geïmporteerde religieuze orde mag niet verwonderen voor wie het oeuvre van Vidiadhar Surajprasad Naipaul enigszins volgt. Er loopt immers een merkwaardige en in deze tijden van krampachtige political correctness ook erg moedige fil rouge door zijn boeken. Naipaul heeft altijd al belangstelling gehad voor de botsing tussen progressieven en conservatieven in de Derde Wereld. Zijn voorkeur voor vooruitgang en het liberale (lees : tolerante, vrije, redelijke) gedachtegoed steekt hij niet onder stoelen of banken. Dat doet hij echter zonder de westerse zeden als alleenzaligmakend op te hemelen. Daardoor dreigt hij tussen alle ideologieën en politieke stromingen in te vallen, gewantrouwd door zowat alle cenakels. Als er nog één onvoorwaardelijke humanist in deze wereld leeft, moet het wel VS Naipaul zijn.
IN DE STRAAT.
Over Naipauls oeuvre is al aardig gebekvecht. De auteur repliceert dat hij alleen wil registreren. Zelfs in zijn (vaak autobiografisch gekleurde) romans gaat hij zo tewerk. Naipaul voert geen politiek nummertje op. Hij observeert en dan nog vooral de man en vrouw in de straat. Als hij enkel als een verbale camera opnam, zou je hem als een schrijver van reisboeken kunnen catalogiseren, maar dat etiket verwerpt Naipaul heftig. Hij schrijft geen reisverhalen, maar culturele verkenningen, zo luidt zijn credo. Hij haalt dus méér uit zijn observaties. Die meerwaarde haalt hij vooral uit de talloze levensverhalen van de mensen die hij ontmoet. In Meer dan geloof krijgt het aaneensnoeren van die persoonlijke histories nog een extra dimensie. Sommige gesprekspartners of hun verwanten heeft hij immers ook al eind jaren zeventig ontmoet.
Al in Onder de gelovigen stuitte Naipaul op de januskop van de moslimopmars. Enerzijds merk je hoe de bevolking de kluts kwijt raakte door de invasie van westerse leefpatronen. Die vloedgolf spoelde hun cultuur weg, tastte hun samenleving aan, bracht verwondering waar ze niet meteen raad mee wisten. Het gebeurde te onverhoeds. Het mag dus niet verbazen dat er een tegenstroom ontstond die terug wilde naar het authentieke. Voeg daar nog de ellende en armoede aan toe en zo’n renaissance van traditionele waarden kon niet uitblijven. Het bizarre in landen als Indonesië, Iran, Pakistan en Maleisië is evenwel dat er een conservatieve islamitische (r)evolutie opborrelde uit die gistende ondergrond van ontevredenheid. De volkeren zochten hun heil buiten de eigen cultuur en geschiedenis.
Een verklaring daarvoor kan niet zomaar eendimensionaal klinken. Naipaul zoekt de motieven in de straat en merkt al in Onder de gelovigen op hoe die landen uiteindelijk verder draaien op corruptie, zij het nu in een nieuwe, schijnheilige verpakking. Uiteraard veroordeelt Naipaul lang niet dé moslims en evenmin de islam an sich. Al voegt hij er wel aan toe dat de islam imperiale eisen stelt. Hij toont de corrumperende werking van systemen, en waarom het niet eens zo uitdrukken ? menselijke zwakheid. Aan regio’s waar vroomheid onvoorwaardelijk is, hebben handige knapen altijd wel een sappige kluif.
LEOPOLD II.
In Meer dan geloof stoot Naipaul verder op de imperiale trekken, die hij 16 jaar eerder al aanstipte. De bekeerde volkeren wijzen hun eigen geschiedenis af. Al in de proloog stelt Naipaul zelfs zwart op wit : “De bekeerling moet zich afwenden van alles wat van hemzelf is.” Het mag dus niet verwonderen dat deze landen gaandeweg herschapen worden in neurotische oorden, die gemakkelijk tot het kookpunt gebracht kunnen worden.
Naipaul ontdekt zelfs een penetrante vorm van nihilisme. De observatie is niet alleen bizar in een door godsdienst gekneed land, ze doet ook denken aan het kernthema van Naipauls oeuvre. Ook in andere derdewereldlanden ontdekte de auteur ernstige vormen van corruptie, neurose én nihilisme. Dat was ook duidelijk in A Bend in the River (1970), waar hij een vlijmscherpe analyse van het Zaïrese echec kerfde. Zonder met naam genoemd te worden, werd Mobutu er opgevoerd als erfgenaam van Leopold II. Terwijl de meeste observators zouden vervolgen met vernietigend uit te halen naar de blanke kolonisator, schuift Naipual ook een deel van de schuld in de schoenen van de derdewereldleiders, die hun volk verder corrumperen. Voor de inmiddels 65-jarige, in Trinidad geboren Indiër, die studeerde en leeft in Engeland, blijft dit een moedig besluit.
LUC DE DECKER
VS Naipaul, Meer dan geloof. Atlas, 479 blz., 1200 fr. Idem, Onder de gelovigen. Arbeiderspers/Synopsis, 547 blz.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier