TOEKOMST. Dit onderwijs is een rotstreek
Terwijl in Vlaanderen over onderwijs elektorale nummertjes worden opgevoerd, (ja Argo, neen Argo), gaat de Britse schoolinspektie in de aanval. Om de kwaliteit van het onderwijs op te voeren, wil zij terug naar het traditionele onderwijs.
Locatie : Londen.
Vlakbij Bush House, het hoofdkwartier van de BBC, huist Ofsted, het Office for Standards in Education, de Britse onderwijsinspektie. Ofsted-direkteur Chris Woodhead draagt de ronkende officiële titel van Her Majesty’s Chief Inspector of Schools en supervizeert 24.000 door de overheid gesubsidieerde scholen.
De 48-jarige Woodhead, die zijn carrière begon als leraar, daarna docent werd in de lerarenopleiding en vervolgens op het ministerie van Onderwijs terechtkwam, bekleedt zijn huidige topfunktie sinds september vorig jaar. Hij werd als een soort krisismanager naar Ofsted gehaald met als opdracht de slinkende kwaliteit van het Britse onderwijs op te trekken. Sindsdien gaan de “progressieve onderwijsdogma’s” voor de bijl. “De enige manier om de kwaliteit van het onderwijs weer te doen stijgen, is de progressieve dogma’s overboord gooien, ” stelt Woodhead. De in de omgang zeer vriendelijke en toegankelijke Woodhead zelfs de portier spreekt hem aan met de voornaam provoceert bewust. “De onderwijspers beschuldigt me ervan de fragiele onderwijsconsensus te verstoren. Ik ben hier niet aangesteld om een fragiele consensus in stand te houden, maar om de kwaliteit van het Britse onderwijs te verbeteren. “
RELATIVISME.
Sinds de jaren zestig is het onderwijsniveau gestaag achteruitgegaan, aldus Woodhead. Dat blijkt uit de resultaten van de schooleksamens. De eisen die vandaag aan leerlingen gesteld worden, liggen noodgedwongen lager dan een paar decennia geleden en geen enkele universiteitsprofessor kijkt er nog van op als zijn studenten niet in staat blijken foutloos te schrijven. Volgens Woodhead is dit geen typisch Brits verschijnsel, maar doet het zich overal in de westerse wereld voor. “De toestand in het onderwijs weerspiegelt slechts de algemene kulturele toestand van onze samenleving waar relativisme de hoofdtoon voert, ” zegt hij.
De Chief Inspector hekelt twee gevolgen van deze relativistische mentaliteit die nefast bleken voor het onderwijs. “Men meent dat een absoluut oordeel over welk tema dan ook onmogelijk is en dat een leerkracht zich niet moet gedragen als een autoriteit die kennis overdraagt op anderen, maar als een facilitator die leerlingen helpt hun eigen vaardigheden te ontwikkelen. ” Ook in Vlaanderen beïnvloedt deze mentaliteit thans het onderwijsbeleid, zoals blijkt uit de eindtermen voor het lager onderwijs die zopas door de Vlaamse Raad werden goedgekeurd. Kinderen moeten zelf vaardigheden ontdekken in plaats van kennis opgelepeld te worden, zo heet het. Ze moeten, aldus het jargon, worden voorbereid op participerend weten en handelen.
INITIATIE.
Woodhead waarschuwt : “Vooral in het lager onderwijs leidt een pedagogie die ervan uitgaat dat het voor een kind zelfs beter is om niets te ontdekken dan om iets verteld te worden, tot een ramp. Men kan niet tot een kind zeggen ontdek uw eigen waarden, tenzij men ervan uitgaat dat alle waarden en opinies even waardevol zijn. Sommigen denken dat inderdaad, maar we moeten af van deze progressieve onderwijsortodoxie. “
Onderwijs, zegt Woodhead, is er niet uitsluitend op gericht om kinderen te leren hun eigen vaardigheden te ontwikkelen, maar dient ook een basiskennis over te dragen die het beste bevat van het westerse kulturele en wetenschappelijke erfgoed én het moet de jeugd eveneens doordringen van een moreel gedragspatroon. Hij verwijst in dit verband naar de konservatieve Engelse filozoof Michael Oakeshott die stelde dat onderwijs een initiatie in een bepaalde traditie is : “Onderwijs is een transaktie tussen generaties waarbij de nieuwkomers geïnitieerd worden in de wereld waarin zij zullen leven. Dit is een wereld van begrippen, beelden, betekenissen, morele en religieuze overtuigingen, relaties en praktijken. Men kan in deze zaken slechts binnentreden als men ze begrijpt, maar ze begrijpen kan men slechts wanneer men ze heeft aangeleerd. In deze wereld geïnitieerd worden, staat gelijk aan het mens worden. Mens zijn, is dus veeleer een historische en kulturele konditie dan een biologische. “
SLINGER.
Woodhead kant zich fel tegen het eenzijdig afstemmen van lager en middelbaar onderwijs op de noden van ekonomie en industrie. “De Confederation of British Industry (CBI) heeft ooit laten verstaan dat onderwijs meer gericht moest zijn op vaardigheden dan op kennis. Dat is niet alleen een valse tegenstelling zonder kennis komt men niet tot vaardigheden maar bovendien acht ik de evolutie waarbij onderwijs steeds meer socializatie wordt in plaats van educatie uiterst gevaarlijk. Met de term socializatie bedoel ik de systematische opleiding tot het vervullen van maatschappelijke, industriële of commerciële funkties en taken. Deze opleiding is geen doel op zich, maar behoeft een doelstelling die buiten het onderwijs zelf ligt, zoals bijvoorbeeld social engineering of manpower planning. Educatie daarentegen is de studie van het beste deel van ons menselijk erfgoed, maar hoeft op zich geen enkel ander doel te hebben dan gewoon het willen delen in het menselijk erfgoed. “
Volgens Woodhead is de slinger veel te ver doorgeslagen in de richting van socializatie/vaardigheden en moet daarom de nadruk thans veel meer op educatie/kennis worden gelegd : “Ik vind het aanleren van vaardigheden belangrijk, maar provoceer doelbewust ten voordele van kennis omdat ik de slinger terug de andere kant op wil krijgen. Het is immers een misvatting dat onderwijs relevant moet zijn voor de onmiddellijke noden en interesses van kinderen ; dat overdracht van kennis minder belangrijk is dan het aanleren van de vaardigheden en attitudes ; dat het adjektief didaktisch noodzakelijkerwijs een pejoratieve bijklank heeft. “
BIJVAL.
Brengen Woodheads uitgesproken standpunten hem niet in moeilijkheden ? Als straks Labour de verkiezingen wint, zal men hem aan het hoofd van Ofsted dan niet vervangen door een “progressieve” Chief Inspector of Schools ? Woodhead lacht de vraag weg. “Ik ben niet de woordvoerder van één politieke partij, ” zegt hij. Toen hij eind januari zijn provocerende aanbevelingen publiceerde, reageerden, met uitzondering van de vakpers die hem verweet de consensus te verstoren, de media overwegend positief. Met inbegrip, zo beklemtoont Woodhead, van de (progressieve) krant The Guardian die zijn opvattingen niet deelt, maar hem toch de verdienste toeschreef een belangrijk debat te openen. David Blankett, de Labour-woordvoerder voor onderwijs, viel Woodheads aanbevelingen zelfs grotendeels bij.
Hoe wil Woodhead zijn doelstellingen bereiken om de kwaliteit van het Brits onderwijs op te krikken ? “De overheid is al jaren bekommerd om de achteruitgang van het onderwijsniveau en heeft onderwijshervorming na onderwijshervorming uitgevoerd, maar het haalt allemaal niets uit, ” zegt hij. Ook van het uittrekken van steeds meer middelen voor onderwijs verwacht hij weinig. “De progressieve onderwijsdogmatici geven toe dat het onderwijsniveau al drie decennia daalt, maar in plaats van te erkennen dat hun eigen teorieën hiervoor aansprakelijk zijn, leggen ze de schuld bij de overheid die te weinig geld voor onderwijs zou uittrekken, ” zegt hij schamper.
TEVREDEN.
Volgens Woodhead was de oorzaak van het onderwijsverval kultureel en kan het herstel bijgevolg ook alleen kultureel zijn. Het is de relativistische mentaliteit van de huidige generatie van onderwijzers die de zaak heeft verpest, stelt hij. De kwaliteit van het onderwijs wordt op de eerste plaats bepaald door de kwaliteit van de leraars. “De teloorgang was het werk van een hele generatie die opgevoed werd in een relativistische mentaliteit. Het herstel zal een hele generatie vergen. We moeten immers opnieuw beginnen waar de oorzaak ligt. Als de jonge leraren blijven twijfelen aan de traditie waarin wij leven zodat zij het niet echt de moeite vinden deze over te dragen op de volgende generatie, dan staat de overheid machteloos. “
Niettemin is hij hoopvol, want er is zeker in de Angelsaksische wereld een kulturele kentering op komst. Woodhead kreeg na zijn kritiek op de leerkrachten honderden brieven van onderwijzers. “Sommigen hebben kritiek, maar de meerderheid der briefschrijvers geeft me gelijk, ” zegt hij. Woodhead is tevreden. Hij is zes maanden in funktie, heeft bewust geprovoceerd en het debat gaat de goede richting uit.
PAUL BELIEN
CHRISTOPHER WOODHEAD De inspekteur van Hare Majesteit is tevreden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier