Toch wel A(+) voor Ben
Tijdens de contacten met de Amerikaanse media over mijn boek Bernanke’s Test eindigt de discussie nagenoeg onveranderlijk op welke score ik Ben Bernanke, de voorzitter van de Federal Reserve Board (Fed), de Amerikaanse centrale bank, zou geven voor zijn prestaties tijdens deze crisis. Als ik dan zeg dat ik twijfel tussen een A+ of een gewone A, dan klinkt in de reacties nagenoeg altijd grote verbazing. Die reactie verbaast mij dan weer – al leert een mens natuurlijk wel snel bij… Mijn verdediging van het trackrecord van Ben Bernanke loopt als volgt.
In het begin van de jaren dertig ontaardde een recessie in een desastreuze depressie met in de VS 25 procent werkloosheid en met een economie die voor een derde opging in rook. Europa kwam er nauwelijks beter vanaf. De oorzaak voor die enorme sociaaleconomische – en finaal ook politieke – ontsporing bevond zich in essentie bij een totaal verkeerde reactie van de monetaire autoriteiten op een ineenstorting van het bankwezen. Die bancaire implosie leidde op haar beurt tot een noodlottige inkrimping van de geldhoeveelheid in het economische circuit. De rest is, zoals dat dan heet, geschiedenis.
Onder leiding van Fed-voorzitter Ben Bernanke, die zich als academicus specialiseerde in de Grote Depressie, liet men het moordende mechanisme van bankfalingen-leidend-tot-krimp-van-de-geldhoeveelheid, met daarin een centrale plaats ingenomen door deflatie (continue daling van het algemene prijsniveau), niét tot ontwikkeling komen. Met horten en stoten en met redelijk wat vallen en opstaan onderstutte Bernanke het bankwezen voldoende om niet compleet te imploderen onder de last van slechte leningen en waardeloze andere activa. Bernanke toonde zich op momenten van complete verwarring, paniek en chaos, een koele, beredeneerde crisismanager.
Tegelijk vormde Bernanke de grote inspirator voor het opzetten van diverse nieuwe mechanismen om, langs het kaduke banksysteem heen, toch nog een enigszins voldoende volume aan kredieten bij producenten, consumenten en investeerders te brengen. Bernanke inspireerde drie innovaties. Hij breidde het aantal instellingen uit dat rechtstreeks bij de Fed terecht kan voor kredieten. De waaier van activa die de Fed als onderpand ( collateral) aanvaardt voor haar kredietverschaffing, onderging ook een imposante verbreding. Tot slot engageerde de Fed zich in haar kredietverlening voor langere termijnen dan in het verleden gebruikelijk was. Vorige week trok de Fed het ultieme register tegen de deflatie open: directe monetaire financiering van diverse vormen van overheidsschuld met het oog op verlaging van de langetermijnrente.
Het resultaat van al die innoverende tussenkomsten was dat in een goed jaar de Fed haar balanstotaal ruimschoots zag verdubbelen. Ze voorkwam zo de gevreesde, en in de jaren dertig sociaaleconomisch zo vernietigende, inkrimping van de geldhoeveelheid en de daaruit rechtstreeks voortvloeiende deflatie. Het blijft vandaag allemaal moeilijk en precair, maar de eerste tekenen dat het deflatiegevaar minder acuut wordt, duiken op. Voor het overige hangt Bernanke ook af van de politiek. Hij kan het financiële en economische systeem wel rijkelijk voorzien van liquiditeiten, wat hij dus consequent gedaan heeft. Maar hij kan op zich de kapitaalstructuur van het bankwezen niet verbeteren, zoals hij ook geen protectionistische folies kan voorkomen. Daarvoor dient de politiek haar verantwoordelijkheid op te nemen. De onzekerheid die daarover heerst, zowel in de Verenigde Staten als in Europa, werkt de verdieping van de huidige crisis sterk in de hand.
Er komen voor Ben Bernanke, en trouwens ook voor de andere centrale bankiers, de komende weken en maanden zeker nog hachelijke ogenblikken. De crisis blijft ook op puur financieel vlak een mijnenveld. Misschien komt het allermoeilijkste moment voor Bernanke nog de dag dat hij moet gaan beslissen om de liquiditeitscreatie weer om te draaien. Op een bepaald moment gaan de kredietverlening en de geldmultiplicator immers terug op een normaler (en dus hoger) ritme draaien vanuit het ‘normale’ bankwezen. Als Bernanke en de Fed dan niet snel genoeg ageren om terug liquiditeiten uit het systeem te halen, stevenen we af op ofwel inflatie, ofwel nieuwe zeepbellen, of misschien wel beide onaangename fenomenen tegelijk. Schiet men echter te vroeg in actie, dan is de kans op een abortus van het allicht broze herstel van dat moment levensgroot. Het zal dus allemaal om timing draaien, met dien verstande dat de druk vanuit de politiek immens zal zijn om de monetaire stimulering toch nog wat langer vast te houden. Monetaire beperking komt voor politici nagenoeg altijd ongelegen.
Als Ben Bernanke ook aan die druk weerstaat en terugdraait wanneer het volgens de analyse van hem en zijn Fed-collega’s noodzakelijk is, dan wordt het wat mij betreft minstens A+. (T)
De auteur IS ALGEMEEN DIRECTEUR VAN DE WERKGEVERSORGANISATIE VKW.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier