Tijd voor de stembus

Laat maar vallen, die regering. Het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde (B-H-V) is wel degelijk een crisis waard. Het mooiste konijn dat deze regering-Verhofstadt II uit de hoed kan of kon toveren (bij afsluiten van deze rubriek was daar nog geen uitsluitsel over), is een bezoekje aan de koning, gevolgd door een vervroegde stembusgang.

Precies omdat dit scenario het beste uitzicht biedt op een tabula rasa, een gloednieuw federaal regeerakkoord dat de vier lagen in dit complexe staatsbestel – federaal, Vlaams, Brussels en niet het minst Waals – nu eindelijk en ondubbelzinnig voor hun economische verantwoordelijkheid stelt.

Al zes jaar stoomt de Vlaamse economische locomotief sneller dan de Waalse. De kloof tussen beide regio’s versmalde niet, eerder integendeel. Tussen 1995 en 2003 lag de economische groei in Vlaanderen 5,6 % hoger dan in Wallonië, terwijl Brussel gelijke tred hield. De impact op de arbeidsmarkt was navenant: bij ons werd de werkgelegenheid opgekrikt met 9 %, over de taalgrens slechts met 6,5 %.

Het wordt tijd dat Elio Di Rupo (PS) daarop wordt afgerekend. Van alle Walen op actieve leeftijd had 20 % begin dit jaar geen job. In Vlaanderen bedroeg dat aantal 8,8 %. Dat kost ons (de andere Belgen) erg veel geld. Minder inkomsten in de pot van de personenbelasting. En een federale solidariteitsbijdrage naar Wallonië die de laatste drie jaar met 15 % de hoogte in ging.

Niet de jongste vox populi of stemmenwinst van de PS zou de maatstaf moeten zijn voor de politieke verhoudingen in dit land, maar de Waalse bijdrage aan het Belgische bruto binnenlands product (dus ook de mogelijkheid van elke regio om bij te dragen tot de solidariteitspot). België heeft nood aan een stabiliteitspact sui generis, zo bepleitte dit blad onlangs nog: een regeerakkoord dat elke deelstaat (mits sancties) verplicht ten volle mee te werken aan de sanering van de overheidsfinanciën en (met bonussen) motiveert om nog beter te presteren.

Zelfs in de eigen Waalse achtertuin begint de ster van Di Rupo stilaan te tanen. Een recente opiniepeiling die ons zusterblad Trends-Tendances liet uitvoeren, wees uit dat 40 % van de Waalse werkgevers de PS verantwoordelijk acht voor de hardnekkige economische problemen van het Waals gewest (in Brussel liep dat percentage zelfs op tot 70 %).

Achter de communautaire splijtzwam die B-H-V is, gaat niet alleen een diepgaande culturele kloof schuil. Er tekent zich ook een fundamenteel verschil in economische visie af. Grofweg zou je socialisten en liberalen als volgt kunnen opdelen: rood opteert voor meer inkomsten en extra sociale uitgaven, blauw legt vooral de nadruk op lastenverlagingen. De enige pion waarover Guy Verhofstadt beschikte om die politieke tegenstelling te overbruggen, heeft hij onder druk van de PS laten schieten: Frank Vandenbroucke (SP.A).

Die laatste was, samen met zijn partijkameraad Johan Vande Lanotte, bereid om in het kader van de actieve welvaartsstaat een hervorming van de sociale zekerheid en een activering van de arbeidsmarkt te overwegen. Sinds de PS die pistes vakkundig afblokte, blijven acute dossiers zoals de vergrijzing, de eindeloopbaan en de lage tewerkstelling al maandenlang in de lade van Wetstraat 16 liggen.

Het enige bindmiddel tussen de rode uitgavenobsessie en de blauwe lastenfetisj in deze regering zijn nog de fiscale ontvangsten. Die meevaller – goed voor 1 miljard euro, vooral afkomstig uit BTW en vennootschapswinsten – zorgde ervoor dat het jongste begrotingsritueel niet tot ruzie leidde. Met de nulgroei van het eerste kwartaal en de onheilspellende prognose van het Franstalige onderzoeksinstituut Ires (92 % kans op een recessie in het tweede kwartaal) in het achterhoofd, zal die lijm echter niet lang meer kleven.

Tijd dus voor de stembus.

Piet Depuydt

Een nieuw federaal regeerakkoord zou het federale, Vlaamse, Brusselse en niet het minst het Waalse niveau nu eindelijk voor hun economische verantwoordelijkheid kunnen stellen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content