Tien jaar Duits jobwonder
Tien jaar geleden presenteerde Gerhard Schröder zijn Agenda 2010, een ambitieus plan om de Duitse economie er bovenop te helpen. Een succesverhaal.
Tien jaar geleden presenteerde Gerhard Schröder zijn Agenda 2010, een ambitieus plan om de Duitse economie er bovenop te helpen. Een succesverhaal.
Op 14 maart 2003 stelde bondskanselier Gerhard Schröder in de Bundestag zijn Agenda 2010 voor. Het werd een bloed-zweet-en-tranenspeech. De SPD’er wou af van het imago dat Duitsland de ‘zieke man van Europa’ was. 4,6 miljoen Duitsers zaten zonder werk. Driekwart van de toegevoegde waarde van bedrijven ging naar lonen, een record. Een flexibilisering van de arbeidsmarkt moest Duitsland opnieuw competitief maken. De maatregelen staan sindsdien bekend als de Hartz-hervormingen, vernoemd naar Peter Hartz, de hr-directeur van Volkswagen. Daar kwam nog eens een aanhoudende loonmatiging en een hervorming van de pensioenen bovenop
Een decennium later zijn de meeste economen het erover eens dat de mayonaise wel degelijk gepakt heeft. Duitsland is de meest performante economie van Europa. Meer dan 41 miljoen Duitsers heeft werk. De werkloosheidsgraad bedroeg vorig jaar 5,5 procent; in 2005 was dat nog 11,3 procent. De jongerenwerkloosheid daalde de voorbije acht jaar van 15,6 naar 8,2 procent.
Loonmatiging zonder voorgaande
Het Duitse loonmatigingsbeleid dat in 2003 werd ingezet, kende geen voorgaande in de eurozone. Sinds 1998 zijn de Duitse loonkosten per eenheid product (gecorrigeerd voor productiviteit) gestegen met 10 procent. In de rest van eurozone is dat 45 procent. Vooral tot 2008 was er sprake van een echte loonstop.
“Loonmatiging is wel maar één onderdeel van de ommekeer, en niet eens een element van de Agenda 2010. Niemand heeft tegen vakbonden en werkgevers gezegd dat de lonen niet meer mochten stijgen”, zegt ING-econoom en Duitsland-kenner Carsten Brzeski.
“De loonmatiging was belangrijk bij het begin van de hervormingen. Maar de Agenda 2010 zorgde ook voor een privatisering en verbetering van de arbeidsbureaus, een verlaging van belastingen op arbeid en overheidsinvesteringen in onderwijs. Daarnaast is het Duitse jobwonder ook het resultaat van de opkomst van China, een sterke mondiale groei en het crisisbeleid van Merkel in 2009-2010 met maatregelen als Kurzarbeit (tijdelijke werkloosheid, nvdr) en de Abwrackprämie, de schrootpremie die de autoverkoop moest stimuleren. Op dit moment speelt ook de vergrijzing een belangrijke rol. Veel babyboomers verlaten de arbeidsmarkt en er is een tekort aan gekwalificeerde werknemers. Daardoor blijft de werkloosheid laag.”
20 procent met laagbetaalde jobs
Vanaf dag één kreeg het Duitse arbeidsmarktbeleid kritiek en die is een decennium later niet weggeëbd. Tegenstanders wijzen op het groeiende legioen van working poor. Van de 41 miljoen werkende Duitsers hebben er meer dan 7 miljoen een zogenaamde mini-job, waarin ze maandelijks niet meer dan 400 euro mogen verdienen. In 2010 had 20,6 procent van de Duitse werknemers een laagbetaalde job. Zij hebben een inkomen lager dan twee derde van het mediaaninkomen.
Maar die mini-jobs in veel gevallen ook niet het enige inkomen van een gezin. Dit soort jobs is populair bij vrouwen uit gezinnen waar de andere partner werkt, vaak met een inkomen van 2000 euro of meer. “Die mensen moeten niet leven van 400 euro per maand”, benadrukt Hans-Werner Sinn van het Duitse IFO-insitituut. “En daar komen nog loonsubsidies bij.”
De mini-jobs doen de kloof tussen rijk en arm toenemen, is een vaak gehoord argument van tegenstanders. Cijfers van het DIW, een denktank in Berlijn, spreken dat tegen. Volgens het DIW is de ongelijkheid in Duitsland na de eenmaking in 1990 inderdaad toegenomen, maar is ze sinds 2005 weer gedaald.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier