Thomas Friedman, groene jongen

Alain Mouton

Thomas Friedman, columnist van de New York Times, heeft weer toegeslagen. Met Hot, Flat and Crowded heeft hij een boek uitgebracht dat niemand onberoerd laat. Het kan fungeren als een vervolg van The World is Flat waarin hij een geglobaliseerde wereld beschrijft met amper nog verschillen tussen Europese, Amerikaanse en Aziatische economieën. Een al té optimistische analyse, blijkt nu. China is bijvoorbeeld geen liberaaldemocratische westerse economie en de hypotheek- en bankencrisis in de VS toont duidelijk aan dat er nog altijd grote verschillen zijn tussen de westerse economieën. Het begrip financieel risico wordt in New York nog altijd enigszins anders ingevuld dan in pakweg Frankfurt. De jongste jaren is duidelijk geworden dat de wereld niet zo plat is als Friedman wil doen geloven.

Zal hij met zijn nieuwste boek weer overladen worden met tonnen kritiek? In zijn jongste werk is Friedman alvast duidelijk. Hij pleit voor een groene economische revolutie. Omwille van de opwarming van de aarde en de blijvende bevolkingsaangroei moet de mens er alles aan doen om de CO2-uitstoot te beperken en daarvoor is een groene technologische revolutie nodig. In tegenstelling tot veel groene jongens die pleiten voor een beperking van de groei om zo de aarde leefbaar te houden, zijn groei en ecologie volgens Friedman onlosmakelijk met elkaar verbonden. De overheid en de bedrijven moeten de komende jaren volop investeren in O&O om de kosten voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie te drukken. Wind- en zonne-energie zijn nog veel te duur. De investeringen in O&O optrekken van 1 miljard naar 2 miljard dollar maakt volgens Friedman een wereld van verschil.

De drievoudige winnaar van de Pulitzerprijs ziet een toekomst waarin CEO’s zich omturnen tot chief energy officers en waarin het journaal niet eindigt, maar begint met het weerbericht. Friedman schrikt er niet voor terug om bijna apocalyptische beelden te gebruiken. Hij schurkt daarmee dicht aan bij de voormalige Amerikaanse vicepresident Al Gore en stelt zich daardoor ook bloot aan kritiek.

In al zijn enthousiasme hanteert Friedman een aantal kronkelredeneringen. Hij pleit voor groene energie, maar geeft toe dat er tegen 2050 13.000 kerncentrales moeten worden bijgebouwd om de huidige CO2-emissie op peil te houden en tegelijk de energievoorziening te garanderen. Dat betekent dat de komende jaren elke dag een nieuwe kernreactor moet worden gebouwd.

Zijn pleidooi voor meer investeringen in O&O vallen toe te juichen, maar tegelijk moet de overheid massaal geld vrijmaken om groene energie te subsidiëren, stelt Friedman. Dat klinkt als muziek in de oren van een van de geïnterviewden, Jeffrey Immelt, de CEO van General Electric, dat massaal investeert in projecten voor hernieuwbare energie. Dat pleidooi voor staatsubsidies heeft al voor negatieve reacties gezorgd. Onder andere Björn Lomborg, klimaatexpert par excellence, valt de pleidooien van Friedman frontaal aan: inefficiënte technologie subsidiëren, is absurd. Hij heeft ook geen begrip voor de al te sterke focus van Friedman op de opwarming van de aarde als oorzaak van wereldwijde armoede.

THOMAS FRIEDMAN, HOT, FLAT AND CROWDED, PENGUIN BOOKS, 2008, 438 BLZ, 20 EURO

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content