The importance of being internet

Vermijd opgeschroefde reclame. Zo, dat moest me van het hart. In de Verenigde Staten kan iedereen die ooit ergens vice-president Marketing was naar Palo Alto in Silicon Valley gaan, postvatten op de hoek van Sand Hill Road en 25 miljoen dollar krijgen voor een website voor Siamese katten. Evengoed kan iemand die in financiën zit, drie vrienden zoeken waarvan er eentje ooit een cursus programmeren volgde aan de universiteit en 100 miljoen dollar bij elkaar brengen om te investeren in internet. Zulke mensen verkopen ideeën aan elkaar, prijzen schieten de hoogte in en zij vinden zichzelf briljant.

Het is angstaanjagend. Er wordt weinig of geen echte waarde gecreëerd. Stel: twintig ondernemingen beginnen sites voor katten. Elk van hen verwacht een marktaandeel van 20%. Maak zelf de som: ze klopt niet. Dus maak ik me zorgen, hoewel ik de opkomst van risicokapitaal voor internetinvesteringen buiten Amerika verwelkom. Ik zie overal stommiteiten gebeuren. Drie kerels besluiten een risicofonds op te starten om te investeren in spitstechnologie in Europa en weg zijn ze: ze kunnen makkelijk 100 miljoen dollar bij elkaar brengen.

Zelfs mensen die vroeger investeerden in Russische olie- en staalbedrijven springen nu op de trein. Ik heb een fax gekregen van ene Boris Jordan, waarin hij me vertelde dat hij een Europees risicofonds voor spitstechnologie opstartte en vroeg of ik bereid was met hem samen te werken.

Maar weten mensen wat ze doen? De meeste ideeën rond internet zijn uitstekend, maar wat maakt ze rendabel? Mensen die weten hoe een zaak te runnen. Een webstek opstarten is geen toverkunstje. Er schuilt wél heel wat tovenarij in het aantrekken van de mensen, ervoor te zorgen dat uw vice-president Verkoop overweg kan met uw vice-president Marketing, ervoor zorgen dat wat elektronisch besteld wordt ook fysisch geleverd wordt,… Het feit dat de verkoop met 20% per maand aanzwelt, betekent nog niet dat uw zaak per maand met 20% vooruitgaat. Pas op voor wie beweert dat het opstarten van een internetzaak een kleinigheid is.

Vertrouwen.

Ik leerde die les op de ouderwetse manier. Mijn eerste investering deed ik met iemand die ik kende van in Hongarije en die een joint venture wou oprichten om CompuServe naar Hongarije te brengen. CompuServe was een uitstekende merknaam. De investering bleek een vergissing, maar ik leerde er meer uit dan in geval van succes. De les? Vertrouwen in mensen is belangrijker dan vertrouwen in merken, vooral op een specifieke markt.

Waarom? We missen nog te veel informatie over internet. Toegegeven, we missen dezelfde informatie over onze wegen: we weten niet hoeveel wegen er zijn, hoeveel auto’s en hoevel mensen ermee rijden. Toch begrijpen we de impact van de auto op onze economie.

Net als het wegennet vormt internet een geïntegreerd kanaal, maar dan voor communicatie. Het ondersteunt niet alleen mensen en computers, maar ook televisie-uitzendingen en radio. Binnen enkele jaren zullen meer toestellen dan mensen verbonden zijn met internet. Veertig jaar lang gebruikten we computers, terwijl die niets wisten tenzij wat mensen erin stopten. De meeste gegevens betroffen financiële en commerciële informatie en waren vrij abstract. Nu zijn we bezig dat virtuele netwerk te koppelen aan de reële wereld.

Koelkast en schoolbus.

Plots treft u uw koelkast on line aan. Uw bagage zal voorzien zijn van een klein identificatieplaatje, zodat u weet waar de luchtvaartmaatschappij ze naartoe gestuurd heeft. De schoolbus zal u informeren dat ze op komst is, zodat uw kinderen tijdig kunnen buitenlopen om op te stappen. Treinen zullen aankondigen wanneer ze vertraging hebben. De druk op de knop zal ons niet alleen wegwijs maken in de virtuele wereld. Hij zal ons ook iets leren over de echte wereld. Dat zal enorme veranderingen teweegbrengen in de wijze waarop we over onze wereld denken. Het zal een groot verschil creëren tussen de delen van de wereld die bekabeld zijn en delen die dat niet zijn.

Vandaar mijn tweede waarschuwing: iedereen moet internet ernstig nemen. De voorbije tien jaar heb ik gezien hoe enorme veranderingen door Oost-Europa raasden. Maatschappijen en economieën die vroeger inefficiënt waren, werden gerationaliseerd. Gevestigde bedrijven stortten ineen. Mensen met hoge functies bleken plots waardeloos. Hetzelfde staat overal te gebeuren vanwege internet.

Efficiëntie.

West-Europa straalt niet onmiddellijk het aura der efficiëntie uit. Er zijn te veel reglementen en beperkingen, wetten die niet geharmoniseerd worden. Regeringen pakken uit met directieven, maar die worden van land tot land anders toegepast. De prijszetting wordt in Europa bekeken als een morele of een wettelijke kwestie, terwijl het in de VS een praktische kwestie is: wat kan de markt verdragen? En de elite – hoewel ze de opkomst van de spitstechnologie verwelkomt en de groei van de hightech-business steunt – doet me denken aan wat een Rus me vertelde in 1990: “Onze regering gaat de vrije-marktprijzen vastleggen, net zoals de uwe.” Maar een interneteconomie is niet mogelijk zonder internetmaatschappij. Dat wil zeggen: mensen die antwoorden, consumenten die niet beschermd willen worden en hun eigen keuze willen maken. Het betekent het einde van het officiële verhaal. Plots kan u de pers niet meer controleren. U kan misschien wel bepalen hoeveel uren televisie in een bepaalde taal uitgezonden worden, maar u kan niet controleren wat mensen op internet willen bekijken. Gevestigde ondernemingen, vastgelegde manieren van zakendoen, opgelegde prijsstructuren, verstarde distributiekanalen – allen worden ze bedreigd.

De vraag waarmee elk land te kampen heeft, luidt nu: wil u voor of na de rest van de wereld de rivier overspringen? De beste en veiligste manier om dat te doen, is bovendien een duidelijk idee te hebben waar u wil neerkomen.

esther dyson

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content