The Good, the Bad en the Ugly
De Dexia-saga heeft me vorige week in de ban gehouden. Zo’n drama roept drie simpele vragen op. Wat is de oorzaak? Wat is de oplossing? En wat leren we hieruit?
De oorzaak is volgens de experts eenvoudig. Dexia had een goede reputatie, kon goedkoop geld lenen en heeft met dat geld risicovolle beleggingen gekocht. Dat risicovol betekent ‘het kan ooit weleens slecht aflopen’, was om diverse redenen niet bekend bij de besluitvormers. Dat gewone mensen zich die vraag niet stellen, is normaal. Maar dat al die slimme bankiers, hun consulenten en nog slimmere leden van de raden van bestuur zich die vragen niet hebben gesteld, kan enige verbazing wekken. Maar ook dat zijn maar gewone mensen. Lees: zoiets hadden ze nog nooit meegemaakt. En wat we nog nooit hebben meegemaakt, bestaat niet, zoals we allen weten.
Miljarden euro’s zijn nu in rook opgegaan. Denkt u dat er één bestuurder, één directielid, één CEO ook maar één euro moet terugbetalen van bonussen, zitpenningen, auto met chauffeur, weddes of wat het ook geweest moge zijn. Dat komt omdat zulke astronomische verliezen in feite een soort natuurramp zijn, niemand kan ze zien komen, niemand kan ze tegenhouden. Want als het geen natuurramp is, maar een gevolg van wanbeleid, dan zouden we uiteraard nu de ene rechtszaak na het andere krijgen, of de ene commissie na de andere. Maar ik vermoed dat niemand veroordeeld zal worden, niemand verantwoordelijk zal worden geacht. Waarom al die dames en heren bestuurders, topmanagers en topadviseurs dan zulke hoge vergoedingen krijgen? Dat is uiteraard ook een natuurwet. Waarom is het warmer in Nice dan in Noorwegen? Daar stelt u zich toch ook geen vragen bij. Herlees nog even het boek ‘ Who Moved my Cheese?‘, een boek dat door vele topmanagers de hemel in wordt geprezen en door miljoenen gretig wordt gelezen. Als u wakker wordt, en uw kaas is verdwenen, is het dwaas u af te vragen waarom de kaas is verdwenen. Neen, dan moet u gewoon snel op zoek naar nieuwe kaas. Dat hebben de bankiers ons de jongste maanden ook al ijverig uitgelegd: hun grote bonussen moeten terugkeren, want dat is een natuurwet. Als er veel winsten worden gemaakt (meestal door onverantwoorde risico’s), dan moeten ze daar een percentage van krijgen, als er verliezen worden geleden, dan begrijpen ze dat ze tijdelijk slechts een beperkte bonus krijgen. Maar bonussen moeten er zijn. Dat moet je niet trachten te begrijpen, dat is een natuurwet.
De oplossing kennen we ondertussen ook al. Een bad bank. Daar mag je geen vragen bij stellen. John Crombez stelde daar toch wel enkele moeilijke vragen over. Premier Leterme, de redder des vaderlands, merkte op de radio fijntjes op dat de heer Crombez het volledige dossier niet kende en dus weinig ter zake doende opmerkingen formuleerde. Goed zo! Een parlementslid is doctor in de economie en ‘begrijpt het dus niet’. Yves Leterme wel. Ik neem aan dat Jean-Luc Dehaene ook niet alles wist, want anders had hij uiteraard al veel vroeger goede beslissingen genomen. Maar wie heeft dat Dexia-dossier zo ingewikkeld gemaakt dat zelfs een doctor in de economie en een politiek genie als Dehaene niet alles weten? Men houdt hier toch niets verborgen? Uiteraard niet. Opnieuw heeft de natuur (de opwarming der aarde? De straalstroom? De natte zomer?) dit dossier zo onnoemelijk complex gemaakt, dat enkel nog een premier van lopende zaken het kan begrijpen. Wie ben ik dan om vragen te stellen bij de oplossing in de vorm van een bad bank?
Integendeel, ik leer hier veel, heel veel. De opsplitsing in good & bad bank is een wonderoplossing. Conclusie: voor alle complexe problemen, splits ze op in een ‘ good‘ en een ‘ bad‘ gedeelte.
Universiteiten bijvoorbeeld. Een ‘ bad university‘ heeft enkel de slechte studenten, diegenen die spijbelen, te weinig studeren, niet echt gemotiveerd zijn. Die krijgen dan les via het internet, terwijl de studenten van de ‘ good university‘ in het auditorium mogen.
Of dagbladen. Een ‘ bad‘ dagblad is een krant die een loopje durft te nemen met de waarheid, of roddels verspreidt; die wordt voortaan op rood papier gedrukt. Een ‘ good‘ dagblad geeft de objectieve feiten en cijfers en mag op wit papier verschijnen. Volgens een eerste studie onder mijn leiding zouden de meeste dagbladen er nogal rood uit zien, en enkel mijn studie zou in het wit verschijnen.
De spoorwegen. Een ‘ bad‘ NMBS, met vuile en verouderde treinen die te laat komen. Volgens hardnekkige geruchten zou de ‘ good‘ NMBS enkel nog bestaan uit het vernieuwde station in Opwijk (gelezen op rood papier).
Telecommunicatie. Een ‘ bad’ Belgacom, onder leiding van Concetta Fagard, dat zou bestaan uit alle topmedewerkers die de jongste maanden vertrokken zijn. Maar volgens de nieuwste informatie waarover ik beschik, maar Yves Leterme niet, zou er twijfel bestaan of dit niet het ‘ good‘ Belgacom is.
Er heerst dus grote verwarring. Het is dan toch weer moeilijker dan gedacht. Good or bad? Wie weet het nog? Eén ding ben ik wel zeker. Fagard was zeker niet ‘ the ugly‘.
De auteur is partner-hoogleraar management aan de Vlerick Leuven Gent Management School.
MARC BUELENS
Iets wat we nog nooit hebben meegemaakt, bestaat niet, zoals we allen weten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier