Terug naar het steenkooltijdperk

Er lijkt in Europa een gouden tijdperk voor steenkool te zijn aangebroken. Met dank aan de plannen om meer hernieuwbare energie te promoten.

‘ Het Europese energiebeleid levert het slechtste van alle mogelijke werelden op’, titelde het tijdschrift The Economist onlangs. De aanleiding voor het artikel was de opmerkelijke stijging van het steenkoolverbruik in de Europese Unie. In sommige landen stijgt het aandeel van steenkool in de productie van elektriciteit met 50 procent op jaarbasis. Terwijl het met voorsprong de meest vervuilende brandstof is om stroom te genereren.

Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) bevestigt de groeicijfers. Uit zijn medium-term coal market report, dat het midden december op de wereld losliet, blijkt dat kolen in het eerste decennium van de 21ste eeuw goed waren voor bijna de helft van de wereldwijde vraag naar energie. En dat ondanks alle inspanningen en media-aandacht voor hernieuwbare energie.

“Dat aandeel zal blijven groeien”, waarschuwt Maria van der Hoeven, de executive director van het IEA. “Zonder wijziging van het beleid is steenkool over tien jaar zelfs belangrijker dan olie in de energievoorziening.” Volgens het rapport komt de wereldwijde vraag naar kolen tegen 2017 uit op 4,32 miljard TOE (ton olie-equivalent, een maatstaf om verschillende energiesoorten te vergelijken), tegen 4,4 miljard TOE voor olie.

De vraag naar kolen groeit vooral in economische groeilanden, zoals China en India. Maar ook in Europa stijgt de appetijt. De enige uitzondering is uitgerekend het land met de grootste steenkoolvoorraad: de Verenigde Staten. De afgelopen twee decennia hebben de VS nagenoeg geen kolen geëxporteerd, maar sinds de opkomst van het goedkope schaliegas doet het dat weer massaal.

Die Amerikaanse export kreeg een extra duwtje in de rug door de groeivertraging in China. Daardoor zakte de wereldmarktprijs voor kolen tussen augustus 2011 en augustus 2012 met een derde, tot onder 100 dollar per ton. Het gevolg is dat de Europese energiebedrijven in de eerste zes maanden van 2012 een derde meer kolen uit Noord-Amerika invoerden.

Niet in België

Die evolutie weerspiegelt zich ook in de overslagcijfers van de Vlaamse havens, Antwerpen en Gent op kop. In de eerste helft van 2012 zag de Scheldestad de trafiek van steenkolen met 30,5 procent aandikken. Maar die ertsen worden vooral uitgevoerd, want de Belgen zijn koele minnaars van steenkool. Amper 3 procent van de particulieren verwarmde in 2011 nog met steenkool, berekende Vito in haar voorlopige Energiebalans voor Vlaanderen.

Ook in de Belgische elektriciteitsproductie tellen kolen amper nog mee. De recentste cijfers op de website van de federale overheidsdienst Economie schatten het aandeel van vaste brandstoffen over 2009 op 5,7 procent. In de eerste elf maanden van 2012 was dat nog 4,6 procent, laat hoogspanningsnetbeheerder Elia weten.

De Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven (Febeg) verwacht dat dat belang nog zal dalen, meldt directeur-generaal Marc Van den Bosch. De grootste centrales zijn die van Electrabel in Ruien en die van E.ON in Langerlo. Volgens de federale energieregulator CREG zullen kolen binnen enkele jaren zelfs voltooid verleden tijd zijn in de stroomproductie. “De bestaande centrales zullen niet meer aan de normen voldoen en niemand wil dat er nieuwe worden gebouwd”, luidt het. Dat ondervond ook E.ON: na protest van milieubewegingen en buurtbewoners kreeg het geen vergunning om in Antwerpen een kolencentrale van 1100 megawatt te bouwen.

Opmars in Europa

Maar België is een van de uitzonderingen in Europa. In het Verenigd Koninkrijk is de elektriciteitsproductie op basis van kolen met 50 procent gestegen. Sinds april 2012 heeft steenkool er gas verdrongen als belangrijkste brandstof voor stroomproductie.

Ook in Polen en Duitsland, nochtans het mekka van de hernieuwbare energie, zijn kolen aan een stevige opmars bezig. De grootste Duitse kolenverbruiker is RWE, dat in de eerste negen maanden van vorig jaar liefst 72 procent van zijn elektriciteit produceerde door kolen en bruinkool te verbranden. In dezelfde periode in 2011 was dat ‘slechts’ 66 procent.

“Kolen zijn momenteel een pak goedkoper dan gas”, weet Van den Bosch. Want schaliegas blijft vooral een Amerikaans gegeven. Ondanks de bloei van vloeibaar gas (lng) is er niet één wereldmarkt voor gas, maar drie verschillende: een Amerikaanse, een Europese, en een Aziatische. Veel Europese gascontracten zijn afgesloten met het Russische Gazprom. Ondanks heronderhandelingen van die contracten en de belofte van Gazprom dat de prijzen in 2013 met nog eens ongeveer 10 procent zouden dalen, blijft gas in Europa drie keer zo duur als in de Verenigde Staten, en flink duurder dan kolen.

Volgens het onderzoeksbureau Bloomberg New Energy Finance verloren Duitse energiebedrijven per megawatt elektriciteit gemiddeld 11,70 euro wanneer ze gas gebruikten om ze op te wekken, terwijl diezelfde megawatt op basis van kolen hun 14,22 euro opbracht. Het gevolg laat zich raden. In 2011 zijn in Europa 3,6 procent meer kolen verbruikt, terwijl het gasverbruik met 9 procent gedaald is, onderstreept Johan Albrecht, senior fellow bij de denktank Itinera Institute.

Klimaatplan

Dat staat haaks op het Europese Klimaatplan. Europa had gehoopt het gebruik van de vervuilende kolen zo veel mogelijk aan banden te leggen, omdat ze meer dan enige andere brandstof CO2 en andere broeikasgassen uitstoten. De Europese Commissie wil die emissies met 20 procent naar beneden halen tegen 2020. Dat leek te lukken tot 2009 toen de emissies, mede dankzij de recessie, 17 procent lager lagen. Maar sindsdien stijgen ze weer.

Het systeem met Europese uitstootcertificaten had dat moeten verhinderen. In principe moest de prijs van zo’n certificaat — dat het ‘recht’ geeft een ton CO2 uit te stoten — stijgen wanneer er meer CO2 de lucht in wordt gepompt. Maar de prijs van een ton CO2 bleef in 2012 schommelen tussen 6 en 8 euro. Milieubewegingen zien daarin een teken dat de markt niet werkt. Volgens Van den Bosch werkt ze wél. Door de crisis en het te gul uitdelen van rechten bij de start van het systeem is er een overschot. “Door dat overschot is de prijs laag. Dus de markt werkt wel, alleen niet zoals gedacht was.”

Hoe dan ook, het maakt dat er nauwelijks een rem is om gas in te ruilen voor kolen. “In het verleden drong een CO2-prijs van 35 euro per ton het gebruik van steenkool terug. Maar nu is er te weinig vraag naar certificaten”, merkt Albrecht op. Een voorstel van de Europese Commissie om een deel van het overschot aan certificaten uit de markt te halen, botst op tegenstand van onder andere Polen, dat zijn stroom vooral uit kolencentrales haalt.

“Het is een moeilijke discussie”, zegt Van den Bosch. “Een te hoge energieprijs zal sommige industrieën doen uitwijken naar andere regio’s. Staal- en chemieconcerns bouwen hun nieuwe fabrieken in de Verenigde Staten. Maar zolang Europa zijn schaliegasvoorraden niet aanspreekt, zullen kolen hier wellicht voordeliger blijven.”

“Om gas weer concurrentieel te maken, moet de gasprijs met 30 procent dalen of die van steenkool met de helft stijgen”, bevestigt Samuel Furfari, professor geopolitiek van energie aan de ULB.

Energiewende

Paradoxaal genoeg beleeft steenkool zijn grootste renaissance in Duitsland, een van de voortrekkers in hernieuwbare energie. Daar zet de Energiewende — inclusief sluiting van de kerncentrales en voorrang voor hernieuwbare energie op het net — het inkomstenmodel van de nutsbedrijven stevig onder druk. Volgens het kredietratingbureau Moody’s is zelfs de kredietwaardigheid van de hele sector bedreigd. Het dure gas kunnen ze er echt niet bij hebben, dus schakelen de energiegroepen in snel tempo over van gas naar kolen.

Volgens de Amerikaanse denktank World Resources Institute komen er de komende jaren 69 nieuwe kolencentrales bij met een totaal vermogen van 60 gigawatt, ongeveer evenveel als de 58 Franse kerncentrales samen. Al betwijfelen veel milieubewegingen of het echt zo’n vaart loopt. Zij wijzen erop dat er in 2008 plannen op tafel lagen voor 112 nieuwe kolengestookte energiecentrales. Liefst 73 daarvan zijn intussen afgevoerd en nog eens 14 liggen volledig stil. Al betekent dat nog steeds dat er 25 nieuwe gepland of in aanbouw zijn.

Toch zou de kolenhonger, zeker in Europa, van korte duur kunnen zijn. Volgens een Europese richtlijn die in 2016 in werking treedt, moeten kolencentrales aan nieuwe, strenge milieustandaarden voldoen. Tegen eind deze maand moeten de energiebedrijven laten weten welke optie ze verkiezen: dure aanpassingen doen om vervuiling tegen te gaan, of installaties sluiten. Indien ze beslissen de fabriek te sluiten, dan krijgt die, afhankelijk van hoe vervuilend ze is, een maximaal aantal uren dat ze nog mag openblijven.

Hoewel in Duitsland het aandeel van kolen vrij stabiel zou blijven– de centrales voldoen al aan de nieuwe normen — zou bijvoorbeeld de Britse kolengedreven stroomcapaciteit verminderen van 33 naar 14 gigawatt. “Maar in afwachting”, merkt Samuel Furfari niet zonder ironie op, “doet steenkool de emissies in Europa stijgen, terwijl ze in de Verenigde Staten dalen. Een mens zou zich kunnen afvragen wie nu eigenlijk het Kyotoprotocol heeft ondertekend.”

LUC HUYSMANS EN BENOÎT MATHIEU

“Om gas weer concurrentieel te maken, moet de prijs met 30 procent dalen of die van steenkool met de helft stijgen” Samuel Furfarin ULB

“Zonder wijziging van het beleid is steenkool over tien jaar zelfs belangrijker dan olie in de energievoorziening” Maria van der Hoeven, IEA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content