TERTIO

Vorige maand is het eerste nummer verschenen van Tertio, een weekblad – zo staat er in het mission statement te lezen – verankerd in de christelijke/katholieke mens- en wereldvisie. Het blad moet van een intellectueel niveau zijn, maar ook toegankelijk zijn voor een breed publiek.

De startoplage van Tertio (in tabloidformaat en gedrukt op veredeld krantenpapier) bedroeg 50.000 exemplaren. Het eerste jaar wil de uitgever een betaalde verspreiding via abonnementen van 10.000 exemplaren.

Is er een markt voor een blad dat zich met religieuze en spirituele zaken inlaat? Jan Scheerlinck, gedelegeerd bestuurder van Tertio, vindt in ieder geval dat zo’n blad er moest komen “…gezien de ontwikkeling van de bladen die zich vroeger katholiek noemden. En uit gesprekken, ook binnen de kranten, vonden we dat er een gat in de markt was. Maar een echt onderzoek hebben we niet laten uitvoeren.” Tertio mikt, zo stelt Scheerlinck, op lezers die christelijk en/of religieus bewogen zijn. “We profileren ons niet als de spreekbuis van het katholieke instituut in Vlaanderen. We zijn niet als Kerk en Leven, dat het blad van de Vlaamse bisschoppen is.”

Na een eerste mailing kreeg Tertio 3000 abonnenementsaanvragen binnen. Binnenkort volgt een tweede mailing, en daarnaast zijn er advertenties in bevriende dag- en weekbladen. Voorlopig mikt het blad alleen op abonnementen. Tertio zal pas vanaf het tweede of derde jaar in de losse verkoop te vinden zijn, en dan nog selectief. Welke lijsten gebruikt Tertio om abonnees te werven? Scheerlinck: “We hebben het voordeel dat er bestanden zijn van zowat alles wat zich in Vlaanderen christelijk noemt: christelijke leerkrachten, christelijke ziekenverzorgers… We werken ook samen met het Davidsfonds.”

Tertio stelt zich open voor betaalde reclame. Maar die blijft beperkt tot 2 à 2,5 bladzijden. Echt geprospecteerd wordt er niet. “Het zou de exploitatie wel ten goede kunnen komen. Op termijn kan het interessant zijn. Je moet er echter als blad wel de bekendheid en de oplage voor hebben,” aldus Scheerlinck. In het eerste nummer adverteerden onder meer KBC en Roularta Media Group. Volgens Scheerlinck zijn dat eerder sponsors dan adverteerders, omdat de twee bedrijven positief staan tegenover het initiatief .