Terreinwagen zonder de nadelen van 4×4

Hyundai wil doorstoten naar de wereldtop. Als dat niet lukt, dan zal het alvast niet aan het Belgische filiaal liggen: het Koreaanse merk slaat serieus aan in onze contreien, meer dan elders zelfs. En onderstreept tegelijk wat we allang wisten: de Belg houdt van stoere terreinwagens, maar blijft er netjes mee op straat. Ver weg van modder en bos.

Terreinwagens of SUV’s: ze hebben voor- en tegenstanders. Almaar meer voorstanders, eigenlijk. Het segment van de compacte terreinwagen is een van de grootste groeiers in het autolandschap. Zeer zeker op de Belgische markt. Maar SUV’s hebben dus ook tegenstanders. Nogal wat overheden, om te beginnen: in sommige wereldsteden gaan politieke stemmen op om terreinwagens uit het centrum te weren. Of zwaarder te belasten, omdat ze meer verbruiken en dus ook vervuilen. Particuliere tegenstanders van terreinwagens hebben een ander stokpaardje: “iedereen wil een terreinwagen, maar niemand gebruikt het ding als een viermaalvier” hoor je dan. Wie al wat beter thuis is in de autowereld en zijn argumenten nog wat kracht wil bijzetten aan de toog, kan ook nog eens in het debat gooien dat je in autospeciaalzaken spuitbussen kan kopen met modder. Des zondagochtends voor het vertrek naar de bakker snel even de wielkasten bespuiten, en het lijkt alsof je de hele zaterdag in het bos bent gaan stoeien.

Altijd goed voor een stevige cafédiscussie, maar eigenlijk voorbijgestreefd: we weten allang dat we het niet meer moeten hebben over terreinwagens. Vandaag spreken we over de SUV, kort voor sports utility vehicle. En zelfs Wikipedia weet al waar het om gaat: “De SUV wordt door de meeste eigenaren gebruikt als grote gezinsauto, het ruwe terrein wordt zelden opgezocht,” staat er te lezen.

De SUV is inderdaad niet langer in de eerste plaats een auto die functionaliteit op de eerste plaats zet, maar veeleer andere waren zoals lifestyle of vrijetijdsbeleving.

Terreinwagen met tweewielaandrijving

Bij Hyundai wisten ze dat al langer: toen de Koreanen zo’n vijf à zes jaar geleden hun Santa Fe op de Belgische markt loslieten, boden ze hem naast de klassieke vierwielaandrijver ook aan met tweewielaandrijving. Zoals ook de ondertussen nieuwe Santa Fe en de kleinere Tucson.

En wat blijkt? Van die Tucson worden drie exemplaren op vier verkocht met alleen maar tractie op de voorwielen. “Omdat we een terreinwagen aanbieden zonder wat men als de nadelen van 4×4 beschouwt,” zegt William Meerschaut, pr-manager van de importeur. “Zoals het gewicht van de auto.” En, niet onbelangrijk, de prijs, toch? “Klopt,” zegt Meerschaut. De mensen willen een toffe auto die betaalbaar is. Met tweewielaandrijving valt de Tucson perfect in het budget van veel breakversies uit het C-segment.” Het resultaat is dat de Tucson in onze contreien beter verkoopt dan de Volvo V50, een wondermooie break en gezinswagen.

Het verhaal van de tweewielaangedreven SUV, die op een paar uitzonderingen na eigenlijk alleen door Hyundai wordt aangeboden, is een typisch Belgisch fenomeen. “In de Verenigde Staten zou dat een beetje heiligschennis zijn,” lacht Meerschaut zelfs even. “Maar hier hebben we de markt ermee opengetrokken.”

En plaveide Hyundai vooral ook de weg naar een forse groei in Belgenland. Gefundenes Fressen voor de marketeers en sales people van Hyundai, waren die SUV’s, de Santa Fe en Tucson met hun mogelijke tweewielaandrijving. Meerschaut beaamt: “Met die twee modellen mikken we naast de klassieke segmenten.” Waarmee hij bedoelt: als relatief onbekend en onbemind merk, zoals Hyundai een paar jaar geleden nog was, is het veel moeilijker om een plaatsje af te dwingen in een segment dat al volgepropt zit met kaskrakende merken als Volkswagen, Opel, Renault of Peugeot.

Voor wie het iets klassieker houdt: Sonata

Vandaar dat Hyundai Belgium minder investeert in de marketing en promotie van de Sonata, een klassieke berline, die sinds dit jaar ook verkrijgbaar is met een speciaal voor de Europese markt ontwikkelde tweeliterdiesel. Met de Santa Fe kon Hyundai in een groeisegment stappen, bovendien op een drempelverlagende manier, want opvallend goedkoper dan de concurrentie als je het bij tweewielaandrijving houdt. En dat schraagde dan weer het imago dat het Koreaanse merk al had: value for money. “Een erfenis uit het verleden,” noemt Meerschaut dat. Een deugd die best wordt geïllustreerd door de kleine Getz in het B-segment.

Meevaller, ondertussen: op de Belgische automarkt is er een verschuiving van monovolumes naar SUV’s. Inderdaad: een gelukkig samenvloeien van factoren, geslaagde producten op het juiste moment, perfect waar de evoluerende markt naar vraagt. En een moederhuis dat rekening houdt met lokale markten.

Zo opende het in 2003 een O&O-centrum in het Duitse Rüsselsheim, alwaar Opel ook kantoor houdt. Geen toevallige locatie: de Koreanen maken er geen geheim van dat bollebozen er altijd kunnen solliciteren als ze een beetje uitgekeken zijn op hun (auto)werkgever. Om nog meer echte Europese producten te bouwen.

Neem daarbij dat Hyundai zich voluit op de sportsponsoring heeft gestort, zoals de recente wereldbeker voetbal, en het soepje is klaar: je creëert een snelgroeier.

DASHBOARD SONATA 2.0 CRDI / 136 PK

ZIJN KRACHT: ruimte en comfort. Opvallend veel beenruimte achterin, met 550 liter ook een heel ruime koffer. Voor een meerprijs van zowat 500 euro kan je de Businessversie krijgen: bijzonder goed uitgerust, met onder andere ESP, parkeersensoren en elektronische airco.

ZIJN KLEINE KANTJE: geen auto voor het snellere bochtenwerk, maar daar is hij ook niet voor gebouwd.

MEEST OPGEVALLEN: de fluisterstille diesel, die je bij gewoon kruisen bijna niet hoort.

CONCLUSIE: degelijke gezins- en fleetwagen voor wie die in het berlinesegment gaat zoeken.

PRIJS: 24.499 euro voor de Businessuitvoering.

TUCSON 2.0 CRDI 4WD / 136 PK

ZIJN KRACHT: SUV die kwaliteit uitstraalt. Geen piepje of kraakje te horen.

ZIJN KLEINE KANTJE: de tweeliter turbodiesel is in vergelijking met de nieuwste Europese diesels geen toonbeeld van zuinigheid, en laat dat in deze vierwielaangedreven versie ook voelen. We raakten met normaal rijgedrag niet onder de 8,9 liter.

MEEST OPGEVALLEN: hoe sierlijk hij oogt, en niets meer heeft van het barokke aspect van de grotere Santa Fe in zijn eerste versie. Mooie auto, ja.

CONCLUSIE: een SUV die het verdient om ontdekt te worden.

PRIJS: 28.499 euro voor de goed uitgeruste ‘S’ versie. De tweewielaangedreven versie is er al vanaf 21.299 euro.

Jo Bossuyt