Telenet moet zijn toekomst in eigen handen houden
Telenet laat zich weer van zijn ambitieuze kant zien. Mobiele telefonie wordt het project van de toekomst. Wil het Mechelse kabelbedrijf echt een vierde licentie in de wacht slepen of jent het alleen maar zijn partner Mobistar?
De Telenetdirectie heeft vermoeiende weken achter de rug. In New York, Boston en Chicago showde zij haar bedrijf aan een twintigtal investeringsfondsen. Een driemaandelijkse routineklus, ware het niet dat er dit keer een item met stip op de agenda stond: mobiele telefonie. “Er is altijd gezegd dat het waanzin is om als vierde mobiele operator op een verzadigde markt te komen, maar dat is niet zo”, zei finan- cieel directeur Renaat Berckmoes tegenover de meegereisde pers. Een investering in een nieuw mobiel netwerk veroorzaakt volgens hem op het dieptepunt niet meer dan “150 tot 175 miljoen euro” aan cashdrain.
Telenet combineerde de roadshow met een bezoek aan de jaarlijkse kabelhoogmis in Amerika, de Cable Show van de National Cable Television Association. “Als je gezamenlijk nieuwe dingen ziet, komt de boodschap veel krachtiger over”, vertrouwt gedelegeerd bestuurder Duco Sickinghe ons toe.”Als één lid van het management eens een verre reis maakt en terugkomt met nieuwe ideeën, zegt de rest wel eens ‘ that’s good for you, maar wij waren er niet bij’.”
DUCO SICKINGHE (GEDELEGEERD BESTUURDER TELENET). “Waar ik strategisch om bekommerd ben, is hoe wij onze mobiele positie voor de komende jaren gaan veiligstellen. Vandaag heeft een klant zijn mobiele abonnement bij de ene en zijn vaste abonnement bij een andere operator. Dat komt omdat de functies van de mobiele telefoon en van de vaste lijn nog niet geïntegreerd zijn. Over twee jaar, misschien al volgend jaar, komen de eerste platformen die dat wel doen. Je gebruikt dan thuis je gsm of je iPhone en niet je vaste toestel. Je koopt dan internet, televisie, vaste en mobiele telefonie bij één leverancier. Vandaag is dat nog een marginaal gegeven, maar over twee tot drie jaar zal dat een aanmerkelijk belang hebben. Daar maken we ons bij Telenet zorgen over. De Belgische mobiele markt is vier miljard euro waard, en daar zijn we niet vertegenwoordigd (tenzij als distributeur van de Mobistardiensten met eind maart 67.000 abonnees, nvdr). De vaste lijnen vertegenwoordigen nog eens vier miljard euro, en die kleuren nog altijd zeer paarsblauw, de kleur van Belgacom. Telenet heeft wel zijn best gedaan met internet en telefonie, maar is zelfs op die markt nog een van de kleinere spelers. Iedereen roept dan wel dat wij zo groot zijn in televisie. Maar een televisieklant brengt bij ons 8 euro binnen, terwijl een telefonieklant bij Belgacom toch iets van 22 à 23 euro binnenbrengt.”
TRENDS. Hoe gaat u zo’n mobiele dienst aanpakken?
SICKINGHE. “Telenet moet zijn toekomst zoveel mogelijk in eigen handen houden. Na redelijk grondig onderzoek zouden we het liefst een partnerschap sluiten met een bestaande mobiele operator. Maar it takes two to tango en ik kan niet voorspellen of ik eruit kom met Mobistar, onze huidige partner, en mocht dat stuklopen, met Base, als alternatief.
“Wat als onze echt verregaande integrale visie niet kan slagen via een partnership? Is de eigen weg dan valabel? Er is nog een vierde, ongebruikte mobilofoonlicentie. De komende maanden willen we die weg zeer grondig uitwerken en onderzoeken. Minister Vincent Van Quickenborne heeft in zijn beleidsnota geschreven dat hij meer concurrentie wil. Als een kabeloperator die handschoen opraapt en wil praten over de vierde licentie, dan is dat een mooi streven.”
Wilt u met uw mediacampagne niet gewoon Mobistar onder druk zetten?
SICKINGHE. “Ons contract met Mobistar is niet zo slecht dat we er geen geld aan verdienen, maar ik kan niet zo efficiënt concurreren als ik wel zou willen. Als ik zelf investeer, kan ik een betere marge hebben, dan – zeg maar – te huren tegen hoge prijzen.”
Ondertussen won u in het voorbije kwartaal maar 11.000 mobiele klanten. Belgacom won er 93.000.
SICKINGHE. “Onze groei is heel steady. Per jaar zitten we nu op een ritme van zo’n 40.000 abonnees, wat afgemeten aan de groei van Mobistar niet niks is. Ons probleem is dat wij zoveel aanbieden: internet, vaste telefonie, digitaal, thematische pakketten. Vooraleer we aan mobiel toe zijn, hebben we bij onze klanten al een heleboel producten aangekaart.”
De Europese Commissie wil de terminatietarieven schrappen, de hoge bedragen die mobiele operatoren elkaar aanrekenen om oproepen vanaf andere netwerken tot bij hun eigen klanten te brengen. U gaat die ook heffen?
SICKINGHE. “Absoluut, ja. Dat zit in ons businessplan. De logica van de overheid is dat ze de operatoren terminatietarieven laat heffen om hun aanloopinvesteringen te betalen. Wij hebben ook een tijd verhoogde terminatietarieven op de vaste lijn gehad, en daar is de consument wel bij gevaren. Daardoor hebben we toch een enorme concurrentie kunnen creëren in Vlaanderen? De consument heeft bij ons toch heel goede prijzen gehad?”
Kent u andere markten waar nieuwkomers aan de overheid kunnen vragen dat de marktleider hen subsidieert?
SICKINGHE. “Oh, daar ben ik heel strak in. De dominante operatoren hebben zich indertijd verzet tegen een vaste operator als Telenet die verhoogde terminatietarieven wou om zijn investeringen te kunnen betalen. Maar Proximus heeft dezelfde logica wel graag toegepast om met een licentie, die het eigenlijk gratis had verkregen, jarenlang enorme winsten te draaien. En hoe hebben die telecomoperatoren dat tegenover Europa verdedigd? Door te stellen dat vast en mobiel twee verschillende markten zijn. Daarom vonden ze dat zij in mobiel andere terminatietarieven mochten hebben. In feite liggen de terminatietarieven van Proximus en alle andere mobiele operatoren ver boven het kostprijsniveau. Ze puren er mooie winsten uit. Een mobiel netwerk is goedkoper te exploiteren dan een kabel die in iedere straat moet liggen. Dat is gewoon geen vergelijking. Maar toen wij, met een beetje hulp van de Belgische regulator, ons hoogste terminatietarief van 4,75 cent mochten vragen, was dat voor de mobiele netwerken al drie keer meer. Nu wordt dat een factor negen.
“Belgacom lanceert nu zijn programma Together, dat speciale tarieven biedt tussen zijn vaste en mobiele klanten. Vroeger luidde de doctrine dat vast en mobiel gescheiden moesten zijn, nu gooit men alles op één hoop en kan de klant profiteren van een gemengd tarief. De regulator moet daar onderzoek naar instellen. Daar moeten processen over komen.
“Jarenlang heeft de mobiele industrie veel meer dan haar geld kunnen recupereren – dat zie je in de nettoresultaten – terwijl de kabelbedrijven net het hoofd boven water konden houden.”
Uw operationele bedrijfskasstroommarge (ebitda) is wel 48 %. Dat is meer dan wat Belgacom draait.
SICKINGHE. “U moet naar de opbrengst op ingezet kapitaal kijken. Als die in de buurt komt van 30 à 35 %, is er een serieuze marktverstoring. Belgacom zit boven 25 % en zelfs even boven 30 %. Wij komen net boven 6 à 7 % uit. Wij hebben een hoge ebitda, maar die wordt voor meer dan de helft geïnvesteerd. Dat is een vrije keuze. Maar daar heeft Vlaanderen zeer veel voordeel van gekregen.”
Blijft het feit dat Telenet behoorlijk winstgevend is.
SICKINGHE. “Neen, wij hebben een net-toverlies gedraaid.”
Uw bedrijfswinstmarge is 22 procent. Zonder uw financiële ingenieurs zou u niet weten wat te doen met uw winsten.
SICKINGHE. “Ik zou willen dat het waar was. Van die bedrijfswinst moet nog de rente af.”
U leende om in november 656 miljoen uit te betalen aan uw aandeelhouders. U organiseert zelf dat u meer rente moet betalen.
SICKINGHE. “Omdat ik mijn aandeelhouders moet belonen. Mijn collega’s van Belgacom en Mobistar kunnen dat uit hun winsten doen. Dat had ik ook graag gedaan.”
Is dat niet een beetje een zwak argument?
SICKINGHE. “Oh neen. Als Telenet in het verleden geen schulden had kunnen opnemen, was het Vlaamse avontuur er niet geweest. Er was de visie, maar niet het geld om het te doen. We hebben onvoldoende eigen vermogen bij elkaar kunnen brengen en dus uiteindelijk een beroep gedaan op andere bronnen, zoals schuldfinanciering. Die was zeer intens, zeker toen we voor een miljard euro de gemengde kabelbedrijven hebben overgenomen.
“Vorig jaar hebben wij een dividend uitgekeerd om onze aantrekkelijkheid op de markt te behouden. Je kunt niet dromen in Mechelen, je aandeelhouders nooit belonen en denken dat de trein na tien of elf jaar wel vanzelf verder rijdt. Wij hebben er belang bij dat wij geld kunnen blijven aantrekken door middel van schuld of eigen vermogen. Dat moet je dus op gezette tijden ook willen belonen. Telenet heeft de jongste jaren nog geen rooie cent verdiend.”
Wat met de licentiekosten? Uw toekomstige concurrenten op de mobiele markt hebben voor hun licenties ongeveer 372 miljoen euro betaald.
SICKINGHE. “Wij hebben onze studie gemaakt, wij gaan nu onze conclusies valideren met de overheid, met leveranciers. Wij hebben niet gezegd dat we de vierde licentie gaan lanceren. We hebben wél gezegd dat na een analyse blijkt dat het een valabele optie is, naast een partnerschap met Mobistar of Base.”
Uw marktaandeel voor internet in Vlaanderen is opgelopen tot 55 procent. U blijft volhouden dat Belgacom zijn netwerk moet openstellen. En dat van Telenet?
SICKINGHE. “De Europese Commissie heeft nog in januari gezegd dat de kabel technisch niet in aanmerking komt voor openstelling. Zij vindt het ook economisch niet haalbaar. De kabelaars hebben nog niet de winsten gehaald om hun balansen sterk te maken, zoals de mobiele en de traditionele operatoren dat wél hebben gedaan. Openstelling zou ons een zware last opleggen. En wie vraagt ernaar? Niemand staat bij Telenet aan de deur voor toegang tot de kabel. Het is heel ironisch dat Belgacom daarover de kat de bel aanbindt. Als er één beheerder is die de toegang tot zijn infrastructuur tot op het bot heeft bemoeilijkt, dan Belgacom wel. Mijnheer Bellens roept altijd heel hard dat er toegang tot het kabelnet moet komen. Wat als wij, om te voorkomen dat we allerlei dubbele investeringen moeten doen, toegang willen tot het Proxi- musnetwerk?”
Wat zegt u dan aan minister van Ondernemen en Vereenvoudigen Vincent Van Quickenborne (Open Vld) als hij roept ‘het moet goedkoper, ik wil meer concurrentie, meer Vlamingen moeten op internet’?
SICKINGHE. “Wij luisteren naar hem en wij doen heel veel dingen om mogelijk te maken wat hij wil. Op een rijtje: in 2004 hebben we ComfortNet gelanceerd tegen 30 euro. Op vraag van de toenmalige minister voor Consumentenzaken Freya Van den Bossche (sp.a) kwam er BasicNet, voor 20 euro en met een heel mooie downloadsnelheid van 1 megabit per seconde. We zijn dan nog een stap verder gegaan met de bundels. Die maken internet nog eens 20 en soms 25 % goedkoper. Onlangs hebben we de snelheid van ComfortNet opgetrokken tot 4 megabit per seconde, waardoor iets wat vroeger 40 euro kostte, nu 30 euro kost en in een bundel nog wat minder. Al twee jaar zijn de prijzen niet aangepast. Dat is een cumulatieve inflatie van 6 % die we niet doorrekenen. En het slot van mijn betoog is: mijnheer de minister, wij hebben op verzoek van de vorige regering – waartoe u ook behoorde – gezorgd dat de klant een goede service krijgt. Vorig jaar hebben we ons callcenter uitgebreid met 180 mensen om de antwoordtijden te verkleinen. Wij hebben de thuisinstallatie gehandhaafd, inbegrepen in de prijs. Wij leveren antispam- en antivirussoftware mee. Tel dat allemaal op en de minister mag tevreden zijn.”
De juristen van Belgacom hebben de overname van Interkabel door Telenet op de lange baan geschoven. Uitstel of afstel?
SICKINGHE. “Belgacom zegt dat het graag een deel van dat netwerk van de intercommunales wil gebruiken, maar in het kader van die procedure is er een rapport opgesteld door het onderzoeksinstituut TNO dat nog eens bevestigt dat het niet haalbaar is om twee tv-aanbiedingen volwaardig naast elkaar te zetten op die kabel. Ondertussen heeft Belgacom wel zijn eigen netwerk.
“Wat ons ontzettend gefrappeerd heeft, is dat de toplui van Belgacom vaak omschreven worden als financieel zeer intelligente mensen. En toch zegt Belgacom dat Telenet maar 170 miljoen euro wil betalen. In feite bieden wij 350 miljoen euro transactionele waarde, plus 38 jaar operationele kosten en 38 jaar lang de investeringen. Weinig andere kandidaten zijn bereid dat te doen. En er is natuurlijk het historische kader (de overeenkomst uit 1996 waarmee Interkabel gebruiksrechten op zijn kabel verkocht aan Telenet). Belgacom zegt dat er een marktbevraging had moeten zijn, maar in de Belgische wet zijn heel uitdrukkelijk omstandigheden vastgelegd waarin je daarvan mag afzien. Gegeven hun kabelsituatie en hun contract met Telenet mochten de intercommunales zeer legitiem een beroep op die omstandigheden doen. Zoals een toch wel zeer senior executive van Belgacom zei (topman Didier Bellens zelf, nvdr): “Wij doen dit niet alleen om de zaak te vertragen”. Daarmee gaf hij impliciet toe dat ze kennelijk ook vertraging als oogmerk hadden. Ondertussen is hun actie geen goede zaak voor de consument.”
De Raad voor de Mededinging wou u – in tegenstelling tot drie jaar terug – wel exclusiviteit gunnen voor de Belgische voetbalrechten. Belgacom ging in beroep. Verwacht u nog iets van het voetbalcontract?
SICKINGHE. “Wij hadden een bescheiden verwachting van dat voetbalcontract en dat is nog altijd zo. Wij zijn stevig ge- tackeld door Belgacom en op een brancard van het terrein gedragen. Nu liggen we ergens aan de zijlijn. Belgacom heeft toch wel een beetje zijn imago beschadigd door op de 29,5ste dag in beroep te gaan, goed wetend dat het ons daarmee buitenspel zette. Ik denk dat de Profliga kan bevestigen dat wij opnieuw veel werk hebben verzet om samen met andere partijen een heel mooi bod klaar te stomen. Want u mag niet vergeten dat wij maar 38 % van België afdekken. Voor het gebied van Interkabel, voor de Waalse kabel en voor Brussel moeten we nevenakkoorden sluiten. Dat was vorige keer geen sinecure en deze keer evenmin. Je moet met heel veel partijen een akkoord hebben over de waarde van die rechten en onder welke voorwaarden je wil bieden of juist niet. Dat maakt het voor Telenet heel complex om te bieden.”
Zijn de gesprekken met de Waalse kabelaars stopgezet?
SICKINGHE. “Wij drinken regelmatig koffie met hen, dat is altijd interessant. Maar op dit moment hebben we de Waalse kabel niet op onze radar als een soort structurele uitbreiding van de activiteiten van Telenet.”
U staat zes jaar aan het hoofd van Telenet. Komt er geen sleet op?
SICKINGHE. “Deze zomer is het zeven jaar. De eerste drie jaar zeiden veel mensen me ‘wat ben ik blij dat ik jouw job niet heb’. Dat is pas na drieëneenhalf, vier jaar gekenterd. Maar het functioneren van een CEO is afhankelijk van heel veel factoren. Een CEO, zoals iedere werknemer van het bedrijf, moet ‘s morgens opstaan en zichzelf kunnen motiveren. Kun je dat niet, dan doe je het niet goed. En ik moet vaststellen dat ik nog altijd veel werk zie bij Telenet, want er zijn nog zoveel dingen die we nog zoveel beter kunnen doen. Er is geen dag dat we ons vervelen. Geen dag die voorbijgaat zonder een nieuw idee om de zaken die we nu doen te verbeteren, anders te doen. We hebben nog echt heel veel ambitie. De technologie staat ook niet stil: kijk naar mobiel, wat er in vast gebeurt, eindgebruikersapparatuur, de hele in-homesituatie gaat in de komende jaren evolueren. Daar zijn interessante strategische uitdagingen.”
Hoe kijkt u terug op die periode?
SICKINGHE. “Toen ik bij Telenet kwam, was internet natuurlijk het groeimotortje. Het installeren van een telefonieklant kostte toen ongeveer 340 euro. Daar was bijna geen business op te bouwen. Intussen is dat allemaal veel efficiënter geworden. Voor de modem en installatie van een nieuwe telefonieklant praat je nu over 130 tot 140 euro. Na internet en telefonie kwam dan digitale televisie. Tussen de inhoudleveranciers, de omroepen en de kabelmaatschappijen was er eigenlijk in heel Europa behoorlijk veel spanning. Kabelmaat- schappijen en omroepen moesten tot een entente komen. In Engeland of Duitsland kon je digitale televisie promoten met de belofte van 60 tot 120 kanalen. In Vlaanderen had je daarvoor te weinig kijkers en adverteerders.
“Wij hebben daarom ingezet op een product life cycle extention van de bestaande tv-kanalen. Wat konden VTM en VRT méér doen dan met hun digitaal platform? Zo is onze technologiekeuze en onze nadruk op interactiviteit geboren. VRT, VTM, SBS, de regionale omroepen, Kanaal Z en anderen hebben we allemaal hun eigen ding voor video op aanvraag beloofd. Een eigen gezicht op ons digitaal platform, dat ze zelf kunnen vermarkten. En we hebben hen interactiviteit beloofd. De finaliteit voor een omroep is de kijker betrokken te houden bij zijn programma. Daar zijn wij een facilitator in. Dat is goed gelukt. De video-op-aanvraagproducten doen het heel erg goed. In het eerste seizoen hadden we tienduizenden interacties. Het tweede wordt nog sterker.
“Iedereen verdacht de grote kabelmaatschappij Telenet ervan dat wij allerlei boze wolven uit het buitenland zouden binnen brengen om de Vlaamse markt te overspoelen. Wij hebben heel vroeg begrepen dat lokale content vele malen belangrijker is.
“Een van de leukste ervaringen van het laatste anderhalf jaar is, dat tv kijken echt anders is geworden. We hebben jarenlang powerpointpresentaties gemaakt over hoe het zou kunnen zijn. We beleven nu wat we als businessplan hebben opgesteld. Dit is de tijd van uitgestelde televisie, van dingen opvragen, van high definition. Mensen kijken op een andere manier televisie.”
Tot wanneer loopt uw contract?
SICKINGHE. “Daar zit geen einddatum op. Bij de beursgang heb ik gezegd dat ik tot 2009 zou blijven, minimaal. Dat hing samen met mijn benoeming tot bestuurder in 2003, een mandaat voor zes jaar. Vorig jaar heeft de raad van bestuur besloten om mijn contract te wijzigen en die datum eruit te halen. Anders krijg je alleen maar speculaties. Als de raad van bestuur vindt dat ik niet meer goed functioneer, kan ik opstappen met een redelijke opzegtermijn.” (T)
Door Bruno Leijnse/Foto Isopix
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier