Telefoneren voor gevorderden

Hoeveel de benzineprijs zal dalen, kan een wiskundige formule niet voorspellen. Het potentiële telefoon- en internetgebruik wél. Wees maar niet bang, op het eind is er geen toets.

TALEN: ALS DE LAATSTE SPREKER STERFT 148 GENETICA: U KRIJGT ER EEN TWEELINGBROERTJE BIJ 149 BILL GATES: HET INTERNET WORDT INTELLIGENT 152

Om te weten hoe de maatschappij zou kunnen evolueren, moet u naar de wiskunde van de netwerken kijken. Eén van de grote verrassingen voor de Europeanen in 2000 was de buitengewoon snelle verspreiding van protesten tegen de hoge brandstofprijzen. Eigenaardig genoeg lijkt geen enkele organisatie ze te hebben gepland.

Mensen uit verschillende beroepen, maar met dezelfde ideeën, kwamen spontaan samen om nieuwe groepen te vormen, die zich organiseerden terwijl de protesten zich ontwikkelden. Er was slechts één constante: zowat elke manifestant bleek een mobiele telefoon te hebben.

Reis naar de andere kant van de wereld, en u zal merken dat Japanse tienermeisjes groepjes vormen die worden samengehouden door hun I-mode-internettelefoons. Het heeft niets met politiek te maken: groepjes vriendinnen sturen bijvoorbeeld voor ze naar bed gaan e-mailgolven van slaap-lekkerwensen naar iedereen die ze kennen.

Wat heeft de wetenschap met die verschillende fenomenen te maken? Ze kan uiteraard niet voorspellen of er in 2001 protesten tegen de olieprijzen zullen komen, of welke nieuwe modegril tieners zullen volgen. Maar de studie van de communicatienetwerken laat wel vermoeden dat er een mathematische wet schuilgaat achter de snelle verschijning van nieuwe sociale groeperingen terwijl de communicatienetten zich ontwikkelen. De snelle mobiele communicatie en de draadloze internettechnologieën die in 2001 hun intrede zullen doen, zullen de vorming van volatiele nieuwe groepen verder versnellen. Sommige kunnen politiek zijn. Andere zouden erg praktisch kunnen zijn, bijvoorbeeld door zakendoen of de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken. Nog andere worden wellicht hopeloos belachelijk, maar de meeste zullen volledig onschuldig zijn. De vorming van al die groepen zal in ieder geval een ‘boom’ kennen. En organisaties die afhangen van traditionele hiërarchieën zullen de evoluties steeds minder kunnen volgen.

Om de wiskundige wet te begrijpen, moet men de verschillende communicatienetwerken bekijken die in de geschiedenis zijn ontstaan. De eenvoudigste zijn de ‘een naar velen’-zendsystemen, zoals bijvoorbeeld de televisie. Bij dergelijke systemen stijgt de algemene waarde van het netwerk recht evenredig met de omvang van het publiek. Hoe groter het publiek, hoe meer men kan aanrekenen voor reclame, en hoe waardevoller het netwerk is. Wiskundig uitgedrukt: als u een ‘een naar velen-systeem hebt, stijgt de waarde met N, de grootte van het publiek. Deze verhouding staat bekend als de Wet van Sarnoff, naar een pionier van de radio en televisie.

Kijk nu naar het telefoonnetwerk, een ‘velen naar velen’-systeem, waarbij iedereen elkaar kan bereiken. Hier is de wiskunde heel anders. Met N aangesloten mensen, heeft elk individu de kans om met N-1 anderen te communiceren (met iedereen behalve met zichzelf, dus). Het totale aantal mogelijke verbindingen voor N individuen is dus N(N-1) of N²-N. Deze verhouding heet de Wet van Metcalfe, naar Bob Metcalfe, de uitvinder van de computernetwerken. De waarde van een telefoonnetwerk, die verband houdt met het aantal mogelijke transacties, N²-N, stijgt dramatisch wanneer N toeneemt. Natuurlijk zal niet elke persoon in werkelijkheid contact hebben met elke andere persoon op het netwerk, maar de waarde van de ‘velen naar velen’-netwerken stijgt bij een toenemend aantal gebruikers veel sneller dan die van een zendsysteem. Dit wordt historisch bewezen door de groei van de telecommunicatie-industrie.

En het internet? Op het eerste gezicht lijkt het een telefoonsysteem, met e-mail in de plaats van spraak, zodat de waarde aan de Wet van Metcalfe gehoorzaamt. Maar het internet – en in het bijzonder het mobiele internet, dat in 2001 zijn grote doorbraak zal kennen – heeft nog iets meer. Internetgebruikers kunnen immers veel gemakkelijker dan met de telefoon groepen vormen. Elke gebruiker van het net kan toetreden tot praatgroepen, veilingroepen, gemeenschapssites, chatrooms enzovoort. Bovendien kunnen internetgebruikers hun eigen ontmoetingsplaatsen en websites scheppen.

Nu worden de wiskundige wetten echt interessant. David Reed, het gewezen hoofd van de wetenschappelijke dienst van Lotus Development Corporation, heeft onlangs aangetoond dat N mensen in theorie 2 N-N-1 verschillende groepen kunnen vormen. U kunt het narekenen met een kleine N, bijvoorbeeld drie mensen: A, B en C. Ze kunnen drie verschillende groepen van twee mensen vormen, AB, AC, BC, en één groep van drie mensen, ABC, dus in totaal vier groepen. De formule klopt.

Een groep van drie is natuurlijk niet veel bijzonders. Het echt opmerkelijke aan de Wet van Reed is dat, wanneer N vergroot, het aantal potentiële groepen en de waarde van het netwerk tegen een verbijsterend tempo toenemen. Natuurlijk zal slechts een klein gedeelte van alle mogelijke groepen echt ontstaan. Maar het potentieel is zo gigantisch dat een groot gedeelte van de waarde van het web gerealiseerd zal worden door zijn buitengewone vermogen om spontane groepen te vormen te vergemakkelijken.

De politiek moet zich aanpassen

De trend is al merkbaar. De begindagen van het internet werden gedomineerd door een klein aantal gecentraliseerde diensten (Wet van Sarnoff), daarna door e-mail (Wet van Metcalfe), en nu door de vorming van groepen (Wet van Reed). Dit proces zal in 2001 en later op nieuwe manieren versnellen. In 2001 zal de derde generatie van snelle mobiele internettelefoons in Japan op de markt komen. Niet veel later zullen we mobiele telefoons hebben die ons in staat stellen om onze precieze positie af te lezen en te versturen, ongeacht de plaats waar we ons bevinden. U zult een toestelletje in uw zak kunnen stoppen dat een snellere internetverbinding heeft dan uw computer op kantoor, overal werkt en precies weet waar het zich bevindt. Bovendien zullen er gebruiksvriendelijke instrumenten verschijnen voor het ontwerpen van websites die geschikt zijn voor mobiele telefoons.

Dankzij deze ontwikkelingen zullen zich steeds meer groepen vormen die vluchtig zijn in tijd en ruimte. Voor de bedrijven liggen hier een heleboel evidente mogelijkheden voor nieuwe diensten: een winkel kan bijvoorbeeld van het ene ogenblik op het andere een bijzondere aanbieding versturen aan alle klanten die zich op enkele minuten lopen bevinden. Men zal met hetzelfde gemak een boodschap kunnen versturen naar alle leden van een drukkingsgroep die zich in de omgeving bevinden van een gebouw waar een spontaan protest nodig is.

Wetenschappelijk gezien kunnen we niet voorspellen wat mensen zullen doen. Maar we kunnen met redelijke zekerheid voorspellen dat de bedrijven de waarde van het web zullen maximaliseren, door gebruik te maken van zijn buitengewone vermogen om groepen te vormen, hoe kortstondig die ook kunnen zijn. We kunnen ons amper voorstellen hoe mensen zich na 2001 zullen groeperen en hergroeperen, in een wereld waar iedereen overal kan worden verbonden en waar elke persoon een deelnemer of een middelpunt kan zijn van een zichzelf organiserende groep. Het zal hoe dan ook niet de hiërarchische wereld zijn die de politici sinds lang gewoon zijn om te controleren.

Alun Anderson is redacteur bij de New Scientist.

ALUN ANDERSON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content