Telecom is een grondstof
Sinds 1 januari heerst in de telecommunicatiesector het vrijemarktprincipe. Zal Belgacom overleven ? Een gesprek met de vroegere topman Bessel Kok, die provocatief is, als steeds.
Praag.
Is Belgacom, nu de telecommunicatiemarkt geliberaliseerd is, opgewassen tegen concurrenten als Worldcom of British Telecom die de Belgische consument onverstoord zullen bewerken ? Bessel Kok, gewezen topmanager van de telecomonderneming, die zichzelf beschrijft als de ” Gorbatsjov van Belgacom (zie Kader)”, drukt zich daarover vrij ongezouten uit. “Belgacom ? Een uitstekend bedrijf met gemotiveerd personeel. Maar of de Belgische publieke aandeelhouder kan leven met een bedrijfscultuur van de vrije markt, is zeer de vraag. Als men het telecombedrijf te veel beschouwt als een politiek instrument, kan dit de strategie negatief beïnvloeden en dit op een historisch moment van zware concurrentie. Worldcom bijvoorbeeld zou wel eens tough and mean kunnen zijn.”
Dat Bessel Kok een waarnemer is van het eerste uur, stoelt niet alleen op zijn Belgacom-ervaring. Vandaag is hij chief operating officer van SPT Telecom, de Tsjechische tegenhanger van Belgacom, én voorzitter van Telsource een joint venture van het Nederlandse PTT Telecom en Swisscom dat samen met AT&T tot einde 2000 de managementcontrole over SPT Telecom in handen heeft. En dat heeft iets te betekenen : Telsource-voorzitter Kok loodst het bedrijf naar 2001, het ogenblik waarop de markt ook in Tsjechië wordt geliberaliseerd. Tegen die tijd moet Telsource op zijn minst 2,5 miljoen nieuwe telefoonlijnen (naast de 2 miljoen bestaande) aanleggen en de wachttijd voor een aansluiting beperken tot twee maanden (in plaats van drie jaar).
BEURSGENOTEERD.
Hoewel de Tsjechische overheid nog 51 % van SPT Telecom in handen heeft, is het bedrijf genoteerd op de beurs van Praag. De overheid zal op termijn haar aandelen trouwens volledig van de hand doen, denkt Kok. “De beurs is immers een uitstekende waakhond voor het transformatieproces,” stelt hij. “Wanneer een manager geen meerwaarde creëert voor de aandeelhouders, wordt hij met een koersdaling bestraft. Rendabiliteit wordt zo een objectieve toets voor het succes. Voor nogal wat telecombedrijven is dat vooralsnog een onbekend gegeven. Ze beschouwen telecom nog als een dienst met een speciaal karakter, wat complete onzin is. Telecommunicatie is een commodity een grondstof geworden. Niets kan concurrentiële uitzonderingsvoordelen verantwoorden.”
Kok maakt een vergelijking met de toestand in ons land en meent dat een beursgang ook voor Belgacom een goeie zaak zou zijn. “Wat is er zo speciaal aan Belgacom vergeleken met het Nederlandse KPN, dat nota bene op Wall Street is genoteerd ?” meent hij. “Na een volledige, open privatisering zou Belgacom zich voor 100 % kunnen focussen op z’n hoofdopdracht : zich tot een performant telecombedrijf ontwikkelen, dat zich niet aan politieke desiderata bezondigt.”
VERANKERING.
In België redeneren sommigen nochtans dat Belgacom als grote onderneming een rol zou kunnen spelen bij de vorming van een hightech-cluster. Een overheidsparticipatie garandeert immers dat belangrijke bestellingen geplaatst worden bij Belgische leveranciers. Kok wordt cynisch als we hem met deze gedachtegang confronteren. “Daar heb je dat gezeur weer over de Belgische verankering,” schokschoudert hij. “Tijdens mijn beginperiode bij Belgacom zei ik ooit eens op een vergadering dat het overheidsbedrijf voor een belangrijke bestelling best een beroep kon doen op Ericsson. Niet dat ik iets had tegen de traditionele leverancier, Alcatel Bell, maar de Zweden hadden nu eenmaal de beste apparatuur. Daarmee leek ik iets onfatsoenlijks te hebben gezegd. Ericsson was toch geen Belgisch bedrijf, zo klonk het. Is Alcatel dan niét Frans, misschien ? Af en toe duikt dat Belgische verhaaltje weer op. Toevallig las ik hoe Le Soir titelde dat INGzijn klauwen had gelegd op BBL. In één klap voelde ik me weer in dat vroegere Belgacom-sfeertje.”
Volgens de telecommanager is binnen de toenemende liberalisering echter een mooie toekomst weggelegd voor regionale operators. “Zij worden de luis in de pels van nationale bedrijven,” meent hij. “Telenet speelt handig in op deze tendens. Wel vrees ik dat het bedrijf over een te beperkte kritische massa beschikt om voldoende rendement te genereren. Misschien kan een meer strategische samenwerking met Unisource ( nvdr – het samenwerkingsverband van onder meer Swisscom, PTT Telecom en AT&T) soelaas bieden. Aan dit leuke idee wordt concreet gewerkt, vernam ik.”
HBR
BESSEL KOK (SPT TELECOM) Belgacom had een gek nodig om tegen heilige huisjes aan te trappen. Ik was die gek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier